friesjournaal logo

Talent blijft zich aandienen. Tineke van der Heide (16) is geboren voor de horeca. Ze is ermee opgegroeid als dochter van ouders die hun sporen in de branche hebben verdiend. Vader Thom en moeder Joukje (voornaam vergeten) runden voorheen restaurant Frouckje State in Ryptsjerk (1 Michelinster). Daarna werd Thom patron/gastheer bij Élevé in Leeuwarden en Van der Valk Leeuwarden voordat hij in Parkhotel Tjaarda aan de slag ging als F&B-manager. Daar werkt Tineke parttime als gastvrouw in de bediening. Weekends liep ze stage in Oan Tafel in Wergea die ze net als haar examen succesvol heeft afgerond.

Momenteel is ze demi-chef de parti in Wiesen (*) in Eindhoven. Topzaken dus! 

Dit werk combineert ze met haar eerstejaarsopleiding Manager Ondernemer Horeca Niveau IV op het Friesland College in Leeuwarden. Een druk bestaan dus.

‘Ja, zeg dat wel, maar ik hou van werken,’ lacht Tineke.

Een vriendje heeft ze momenteel niet, maar als die zich aandient moet hij niet proberen Tineke af te remmen of te claimen.

‘Oh nee, dan ben ik er gauw klaar mee, haha!’

Ambitieus is ze zeker. Tineke wil graag na haar opleiding de Cas Spijkers Academie in Nijmegen gaan volgen: ‘Maar dat is niet eenvoudig. Je moet auditie doen en je wordt dan beoordeeld door topchefs.’

Ze wil van alle markten thuis zijn en allerlei andere specifieke opleidingen volgen zoals gastronomie, wijnkennis, sociale hygiëne. De ervaring die ze tot dusver heeft opgebouwd – Tineke heeft, hoe jong ze ook is, ook gewerkt bij Stania State en Van der Valk Hurdegaryp – komt haar goed van pas. Zowel in bediening als keuken bekwaamt ze zich. Beide rollen zijn haar op het lijf geschreven.

Keukentechnieken wil ze niettemin ook onder de knie krijgen: ‘Mensen thuis uit eten laten gaan gaat een trend worden. Dan wil ik kunnen uitleggen wat er op tafel staat en hoe de gerechten zijn bereid.’ 

Op school kijken ze mee in haar praktijk: ‘Ze zeiden, Tineke, we hebben gezien hoeveel uren je hebt gedraaid, dat is wel veel. Toen heb ik geantwoord dat van hard werken nog nooit een mens is doodgegaan.’

Soms blijft ze overnachten in Tjaarda als het niet meer lukt naar huis te gaan, zo gedreven is ze.

Haar droom is om later een eigen zaak te hebben. Een luxe restaurant met suites waar mensen voor een avond lang tafelen gaan, waar acht gangen serveren normaal is en waar de beste wijnen worden gedronken. 

Haar zaak hoeft niet persé in Friesland te zijn: ‘Het Oosten of het Westen lijkt me wel wat, of in Spanje, waar we graag vertoeven. In Denia bijvoorbeeld, een mooie streek. Een plattegrond heb ik al gemaakt. Zelfs de naam is al bedacht. Oh, ik ben heel erg.’     

Bij Tjaarda voelt ze zich als een vis in het water: ‘Dit bedrijf is volop in beweging. Onlangs zijn naam en huisstijl vernieuwd. Hier leer ik veel omdat alle aspecten van het horecavak er samenkomen. Volgend jaar wordt er begonnen met een verbouwing en modernisering van het restaurant. Heel interessant. Ik vind het heerlijk om mee te denken. Onderweg in de auto of thuis aan de keukentafel heb ik het er regelmatig met mijn vader over.’

Partners