DOKKUM – De blazer is van alle tijden. Klassieker kan een kledingstuk niet zijn. De geschiedenis van de blazer gaat terug tot 1837 toen de bemanning van het Britse fregat Blazer er tijdens het bezoek van Koningin Victoria pico bello moest uitzien. De kapitein besloot dat de mariniers een kort blauw jasje met gouden knopen moesten dragen en de blazer, genoemd naar het schip, was een feit.
[banner]
Met de benoeming van Van der Gang in Dokkum tot één van de vier Dutch Regimental Depothouders in ons land schaart deze gerenommeerde herenkledingzaak zich bij een select gezelschap. De anderen zijn Town & Country in Arnhem, Edgar N in Driebergen-Rijsenburg en Oger in Amsterdam (met vestigingen in Den Haag, Rotterdam en Enschede).
‘De krijgsmacht vormt de basis van de dresscode,’ aldus Jan-Michiel van der Gang.
‘Traditiegetrouw is er voor elke gelegenheid een andere wijze van kleden, waarbij elk detail een bijzondere betekenis heeft. Je mag stellen dat alles geënt is op de blazer. De ultieme blazer is die van de Dutch Regimental die onder streng toezicht op maat wordt gemaakt. Een zegen voor de liefhebbers die zweren bij de blazer en een aangename verrassing voor ‘freshmen’ die het fenomeen nog mogen ontdekken.’
De Dutch Regimental is een actuele lifestyle collectie, waarin het rijke verleden van de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht en Koninklijke Luchtmacht de boventoon voert. De authenticiteit van de collectie, ontworpen en gemaakt onder auspiciën van het Ministerie van Defensie, wordt gekenmerkt door het gebruik van originele decoraties. De exclusiviteit wordt gewaarborgd door de strenge selectie van verkooppunten. Deze genieten het exclusieve recht om de originele krijgsmachtblazer, het icoon van de collectie, in het maatwerkprogramma op te nemen.
Iemand moest de eerste zijn die bij Van der Gang Dutch Regimental-blazer kreeg aangemeten en dat was Hans Wiegel. Een man van statuur die de blazer cachet geeft, en omgekeerd natuurlijk. Jan-Michiel van der Gang nam de maten op.
‘Ik heb altijd rond de 52-54 gezweefd,’ zei Hans, en dat bleek nog zo. Hij mocht kiezen tussen een double of single breasted. Het werd de enkele rij knopen: ‘Want van de double breasted heb ik al een aantal exemplaren.’
Verder mocht Wiegel kiezen tussen een badge van de luchtmacht, landmacht en marine. Dat hij graag een luchtmachtbadge op zijn jasje wilde heeft te maken met de Vliegbasis Leeuwarden. Het voortbestaan daarvan is volgens Wiegel van groot belang: ‘Binnenkort tref ik minister Hans Hillen. Ik zal tegen hem zeggen dat de vliegbasis moet blijven en dat hij dan als dank een blazer van mij krijgt!’
De blazer werd hem aangeboden door kolonel Dennis Luyt, commandant van de Vliegbasis Leeuwarden waar sinds de WO II het 322-squadron is gestationeerd. Nadenken over wat hij ’s ochtends aantrekt hoeft hij niet: ‘Dat is het gemakkelijke van een uniform.’
Net als het uniform geeft een blazer een wij-gevoel, een identiteit.‘Het is dan ook meer dan een stuk stof met goud,’ vindt Luyt, die zich volgend jaar verheugt op 100 jaar militaire luchtvaart, een mijlpaal die met veel blazervertoon wordt gevierd.
Voor Wiegel was het niet voor het eerst dat hij bij Van der Gang over de vloer kwam: ‘In 1968 kocht ik in Ee, vlak boven Dokkum, een huisje. Zodoende ken ik de zaak al lang. Jan-Michiel is een aardige jongen en een goede ondernemer. Defensie heeft een goed adres gekozen.’