HEERENVEEN – Het ijshockey leeft weer. Na jaren wanbeleid van de ijshockeybond is er weer structuur én competitie. De UNIS Flyers staan aan de top en zijn dat aan hun stand verplicht, want Heerenveen is altijd een ijshockeymekka geweest. Dit seizoen bestaat de club vijftig jaar. Ze is meteen opgericht na de bouw van het overdekte Thialf in 1967. Het duurde nog geen decennium dat ons land door de Feenstra Flyers ijshockeygek werd. De hal was altijd afgeladen vol en bij Europa Cupwedstrijden zaten er zevenduizend opeengepakt. Zelfs wist de club door te dringen tot de top en kwamen topclubs uit de Sovjet-Unie, Tsjecho-Slowakije en Scandinavië op bezoek.
Dit seizoen kwam er opvallend bezoek in het kader van het jubileum: de broers Freek (84) en Frans Bijlsma (81). Zij waren puck-pioniers in Heerenveen. Zij waren niet alleen spelers van het eerste uur, ze stoomden ook de jeugd klaar, zoals de eveneens aanwezige Sake de Boer (67) en Gerard Boltjes (65). De Bijlsma’s waren sportmannen in hart en nieren. Bloedfanatiek. Beiden waren destijds gymnastiekleraar; Freek op de LTS in Wolvega en Frans op de LTS in Sneek. Ze werden geboren in Den Haag, maar zochten door hun Friesland-gekke vader hier werk. Hun pake was in Kûbaard geboren, vandaar. Al in Den Haag werden ze met het ijshockeyvirus besmet want de plaatselijke club HIJS Hokij was in de jaren vijftig een van de beste in Europa.
,,In Friesland kregen we last van afkickverschijnselen. Die verdwenen toen in 1964 bekend werd dat Heerenveen een ijsstadion zou krijgen,’’ aldus Freek, die net als zijn broer op school de talenten rekruteerde.
Foto: Sake de Boer, Frans Bijlsma, Freek Bijlsma en Gerard Boltjes. (foto Henk Jan Dijks).