friesjournaal logo

SPANBROEK – Dirk Scheringa– geboren in Grijpskerk en daarna opgegroeid in Veenwouden, Oudwoude en Wolvega – is altijd de Fries gebleven die hij naar eigen rekenkunst voor 62,5 procent zegt te zijn. Hij woont al 45 jaar op dezelfde plek, hij kaart sinds zijn komst naar Spanbroek met dezelfde klaverjasvrienden en hij is nog steeds getrouwd met Baukje. Ze voelen zich thuis in West-Friesland, waar de mensen misschien nog wel nuchterder zijn dan hier. Hij legde er de basis voor zijn ondernemerschap toen hij als wachtmeester ’s avonds de belastingformulieren voor collega’s invulde en hen leerde dat ziektekosten en studies aftrekbaar waren.

Maar wat is er wat gebeurd sindsdien. Scheringa heeft als eigenaar van DSB en van AZ de grootste hoogten gekend en de diepste dalen. DSB kreeg een bankvergunning en zo zat Dirk uit Grijpskerk ineens in de boardroom van De Nederlandsche Bank aan tafel met de topmannen van het vaderlandse bankwezen, waar hij werd geschuwd. Een man met geitenwollen sokken aan, ze konden er wel van gruwelen. Het cultuurverschil was te groot. Met zijn schaatsploeg behaalde hij in Turijn de meeste medailles en met AZ werd hij landskampioen. Een triomfen die nog datzelfde jaar (2009) werd overschaduwd door de val van DSB. In de nasleep moest Dirk ook nog afscheid nemen als voorzitter van AZ, de club die hij in 2005 had gekocht en waarvan hij sinds de jaren tachtig hoofdsponsor was met zijn bedrijf Frisia Fnancieringen.

Dirk Scheringa, de man die ooit tot de top van de Quote 500 behoorde met een geschat vermogen van tegen het miljard, woont in een mooie stolpboerderij in Spanbroek, maar een paleis zoals dat van een aangestelde bankier als Rijkman Groeninkaan de Vecht is het niet. Scheringa verdiende in zijn eigen ondernemingen dan ook niet het salaris van de gevallen topman van ABN Amro.

,,Ik heb lange tijd genoegen genomen met de Balkenende-norm. Pas toen Gerrit Zalmin 2007 als financieel directeur aantrad bij DSB ging ik meer verdienen, één euro meer dan hem. Dat was een les van Louis van Gaal. Toen hij in 2005 trainer werd van AZ en ik hem vroeg hoeveel hij moest verdienen, zei hij: ik ben eindverantwoordelijk, dus een euro meer dan de best betaalde speler.’’

Spanbroek heeft hij nooit willen verlaten: ,,Onze kinderen zijn hier geworteld, de school was vlakbij. Ze hebben hier vrienden gemaakt die ze nog hebben. Dat vonden wij belangrijk.’’

Je bent gewoon gebleven?

Lachend: ,,Dat is betrekkelijk, maar ik stel me niks meer voor dan anderen. Mijn vader was kaasmaker. Ik ben gereformeerd opgevoed. Dan heb je een bepaalde achtergrond van no-nonsense, van hard werken. Dat heb ik ook altijd gedaan.’’

Was jij anders dan de aangestelde topmanagers?

,,Ik ben ondernemer. Ik nam beslissingen die bij een bank een jaar zouden duren voordat alle parafen erop stonden. Naar recepties ging ik niet. Liever was ik aan het trainen voor de Elfstedentocht, vijftien marathons over 200 kilometer heb ik in binnen- en buitenland gereden, ik voetbalde. Ik leefde anders, gezonder ook. Ik had een andere visie dan andere bankmensen. Ik heb tweeduizend man aan het werk gehad en er waren twee lid van een vakbond. Maar ik was dan ook de eerste die op de zaak een crèche had en de sfeer was heel goed. Daar hebben oud-medewerkers het nog over. Baukje ging op babyvisite als er een kind geboren werd. Waren ze 12,5 jaar in dienst, dan werden ze in het zonnetje gezet. Iedereen noemde mij bij de voornaam. Zo’n sfeer was er niet op andere banken. Toch werd ik in 2007 gekozen tot ceo van het jaar, vóór Tilmans van ING en Van der Veer van Shell.’’

Zij zijn niet op de slaapkamer begonnen.

,,Precies. Ik ben met niks begonnen en van één naar tweeduizend werknemers gegroeid. Dat geeft een heel andere dynamiek aan je leven. Ik werkte van acht tot elf uur ’s avonds, zeven dagen per week.’’

Scheringa volgde de universiteit van het leven maar hij was ook altijd, en meestal in de avonduren, aan de studie. De mulo verliet hij in de derde klas waarna hij naar de grafische school ging en bij drukkerij Banda in Kollum een van zijn eerste baantjes had, onderwijl haalde hij zijn middenstandsdiploma en een accountantsdiploma. Later ook nog de makelaars- en verzekeringspapieren. Hij stopte pas met studeren toen hij als ondernemer zijn grootste concurrent kon overnemen. Toen was hij al in militaire dienst geweest en had hij de politieschool gedaan. Dus zeg niet dat Dirk niet kon leren.

,,Ik zat in dienst bij de geneeskundige troepen. Allemaal afgestudeerden waren bij dit onderdeel. Uit tests bleek dat ik qua intelligentie een van de besten was. Op de politieschool slaagde ik met de hoogste cijfers. Verder leerde ik veel in de praktijk. Als lid van de Juniorkamer bezocht ik wereldwijd congressen en van de goeroe’s die er spraken leerde ik kort te antwoorden zonder vragen op te roepen. Ik leerde Japans management door met tien man duizend auto-onderdelen binnen vier uren in elkaar te sleutelen. En ik leerde bodylanguage. Hoe kun je zien of iemand de prijs te laag vindt, of zaken wil doen?’’

 Je hebt het talent om veel ballen in de lucht te houden?

,,Dat moet zo zijn. Maar het is geen verdienste. Ik doe mijn dingen altijd met passie, dan gaat het vanzelf. Tekenend was dat ik bij judo een 5 voor techniek had maar een 10 voor inzet. Iedereen had er een hekel aan om tegen mij te strijden. In mijn Kollumer tijd werd ik voorzitter van de jongerenvakbond van het CNV. Ik ging ook de politiek in. Ik woonde nog maar net in Spanbroek toen ik nota bene als gereformeerde de voorzitter werd van de plaatselijke KVP, de katholieke partij. Het CDA was toen in de maak en in 1978 werd ik gemeenteraadslid. Ik pakte werkelijk alles aan, vond alles uitdagend. Ik ben zelfs nog Prins Carnaval geweest.’’

Jouw zakelijk instinct, is dat aangeboren?

,,Als jongen van een jaar of vijftien bezorgde ik bladen, maar daarnaast ook de boeketreeks en sprookjesboeken. Ik was altijd uitverkocht. Toen een vrouw zei: deze week even niet, verlaagde ik mijn kwartje marge naar 1.10. Vooruit dan maar, zei ze. Dat ik zo gedreven en zakelijk was dank ik aan mijn beide grootvaders. De een, een landarbeider die volgens de boer waar hij werkte zei dat hij wel een bedrijf kon leiden want hij werd als een soort rijdende rechter ook gevraagd om bij geschillen recht te spreken, was voorzitter van alle verenigingen in het dorp, de andere was een marskramer uit Zwaagwesteinde.’’

Er was kritiek op de hoge rentes die je zou hanteren.

,,Iedereen deed dat. Wij waren een tussenpersoon en bemiddelden voor 20 maatschappijen waarvan er na fusies nog vier overbleven, wat ons noodzaakte, en op advies van de Nederlandse Bank die de tientallen maatschappijen graag onder één dak zag, om zelf een voorschotbank te worden die in 2005 een algehele bankvergunning kreeg. Wij werden een bedreiging voor de gevestigde orde. Er lag een rapport van ING waarin stond dat wij in 2020 de op een na grootste bank van Nederland zouden zijn.’’

Was de ondergang frustrerend?

,,Je ondergaat een tsunami van emoties. Ik heb 60 miljoen omzet per jaar gedraaid en nul dividend aan mijzelf uitgekeerd. Ineens was alles weg. Ik kon mijn eigen bedrijf niet meer in, kon niet een afscheid nemen van mijn eigen mensen.’’

Hoe verwerkte je dat?

,,Op de legerkeuring bleek dat ik S1 had: mentaal sterk. Verder ben ik goed opgevangen door familie en medewerkers. Ik heb 10.000 steunbetuigingen van klanten gekregen. Die verhalen lees je niet terug in de media.’’

Dirk Scheringa moest weer van voren af aan beginnen, in eigen huis. Hij houdt zich bezig met factoring (het voorfinancieren van facturen) en is gevraagd

ceo te worden van de blochchainonderneming ICO Headstart die op basis van blockchaintechnologie begeleidt bij het uitbrengen van een eigen token (munt). Scheringa moet oude en nieuwe economie samenbrengen. Hij kijkt nu uit naar september wanneer zijn advocaat de voormalige top van DNB onder ede mag verhoren.

Rehabilitatie?

,,Nee, waarheidsvinding.’’

Hoe Fries ben je nog?

,,Ik spreek de taal. Heb nog een goede vriend van vroeger, Joop Dijkstra, die predikant is geworden. Ik kom regelmatig in Friesland om mijn moeder van 90 te bezoeken.’’

Draag je nog geitenwollen sokken?

,,Helaas niet. Er zijn geen beppe’s meer die ze breien. Ik hoef ze niet uit de winkel, want die zijn na één keer wassen slap.’’

Partners