friesjournaal logo

SNEEK – Varend door de Houkesloot richting Sneek vormt het prachtige bedrijfscomplex van Jansma Jacht op de beeldbepalende hoek van ‘nat’ bedrijvenpark ’t Ges de eerste aanblik. Ronald Jansma (54) stak zijn nek uit toen hij daar investeerde.

Een watersportondernemer moet stormen kunnen trotseren om in woelige tijden het hoofd boven water te houden. Zoals nu. De schippersvloot vergrijst, bezit is niet langer heilig en een boot huren vinden velen praktischer. Toch blijft voor Jansma Jacht een mooie toekomst gloren omdat het bedrijf is gestoeld op een brede basis: de verkoop van nieuwe en gebruikte schepen die de hele markt bestrijken, het dealerschap voor Bavaria-motorjachten, 41 schiphuizen in beheer en vijf in eigendom, onderhoud en service, een botenlift tot 35 ton, een showroom, een makelaardij, een verkoophaven met 30 aanlegplaatsen, botenstalling binnen en buiten, twee spuitloodsen en werkloodsen waarvan er een ook door doe-het-zelvers wordt gebruikt. 

Wat waren jouw plannen toen je 18 was?

‘Ik ben een nakomertje uit een gezin met vijf kinderen. De op een na jongste is vijf jaar ouder dan ik. Vader was van veel markten thuis: melkboer, hij verhuurde en hij handelde in gebruikte bootjes en verkocht Jonker-schepen. Ik had niet specifiek belangstelling voor de boten. Paarden, dat was mijn liefhebberij. Daar ben ik ook mee opgegroeid. School was niks voor mij. Van leren kwam het niet. Toen ik zestien was en nog in klas drie zat, ben ik van school gegaan. Het enige diploma dat ik heb is een zwemdiploma. Ik kwam terecht bij Henk Nooren in Brabant, een internationale springruiter die deelnam aan de Olympische Spelen. Toen ik voor het eerst zijn paarden in een wedstrijd reed won ik meteen. Ik dacht: dit is klaar. Maar Nooren was not amused. Kreeg ik op mijn flikker. Jij denkt dat je kunt paardrijden, zei hij, maar je kunt alleen maar winnen. Hij bedoelde dat ik zijn paarden wedstrijdritme moest laten opdoen. Ik heb een prachtige jeugd gehad. Ook in Leeuwarden waar ik in de manege aan het Kalverdijkje begon. Voor een jonge jongen die van paardrijden houdt was dat het einde. Vader stimuleerde me. Ik dacht: dit is mijn wereld. Echter, het was ontnuchterend toen ik langer om me heen keek. Slechts een enkeling kon een boterham in de sport verdienen. In dienst hoopte ik bij de cavalerie terecht te komen, een eliteonderdeel waar ik niet tussen kwam. Het werd zwaar transport bij de genie in Wezep. Net als school was het leger niks voor mij. Al reed je auto niet, dan moest je hem nog doorsmeren. Langzaam word je er zo gek als een cent. Ik was blij toen ik er uit was. Plannen heb ik tot die tijd nooit gemaakt.’

Wat is er van terechtgekomen?

‘Ik ging bij m’n vader aan de slag. Lang duurde dat niet. Hij overleed op zijn 57ste. Ik was 23. Ik wilde het bedrijf wel overnemen maar ik had ook broers en zussen. En om binnen de familie te gaan samenwerken leek me niet ideaal. Dus ik ging m’n eigen weg. Een avontuurlijke fase in mijn leven brak aan. Ik kreeg namelijk een klus aangeboden door een Duitser, Klaus Vogel, die fortuin had gemaakt met de opvang van asielzoekers. Ik moest voor hem een zeiljacht voor de chartervaart zoeken. Dat vond ik in San Remo. Een magnifiek schip van 23 meter. Ik moest het schip naar Antigua varen. Maar ja, ik kon niet zeilen. Er moest een bemanning worden geformeerd. Jitze Grondsma, de bekende skûtsjeschipper van voorheen die destijds in Harlingen een werf runde, wilde wel mee. En een kameraad van hem plus twee Italianen die op de werf werkten. Alles ging stuk onderweg en Ruurd was bang en werd zeeziek. Toen we in een tropische regenstorm terechtkwamen lag de mast op het water en waren we overgeleverd. Op de Kaapverdische eilanden maakten we een tussenstop en daar zijn Jitze en zijn maat van boord gegaan. Twee overgevlogen Italianen kwamen voor hen in de plaats. Ik vervolgde de reis met vier Italianen. Ik moet zeggen: ik heb nooit zo lekker gegeten. Gezellig was het ook, alhoewel het navigeren spannend was. Ik heb vooraf twee keer les gehad boven de kroeg van Coos de Graafin Leeuwarden. Zeekaarten zijn gemaakt voor domme mensen, zei hij, iedereen kan ze lezen. Met behulp van een sextant en oude satellietnavigatie, tekende ik de route. Al doende leert men. Dat is de rode draad in m’n leven: als ik het nodig heb leer ik de materie kennen. Twee jaar ben ik in de Caribbean gebleven want ’s winters voer het schip daar en ’s zomers in de Middellandse Zee. Het was de leerschool van m’n leven. In 1990 ben ik voor me zelf begonnen, in de haven van Wartena. Ik bemiddelde in boten en caravans. Inkopen en inruilen. Een chalet werd mijn kantoor. Mijn oudste zus Liais bij me gaan werken. Ik huurde een loods waar ik kon repareren en stallen. De zaken gingen redelijk en ik wilde uitbreiden. Door Henk Jacob de Vries werd ik op deze kavel gewezen. Als je het niet doet moet je me inseinen, zei ik. Hij koos voor Terhorne en toen kreeg ik de kans. Ik wilde schiphuizen bouwen maar de bank, die me eerst m’n gang liet gaan, gaf niet thuis. Toen ben ik naar Jan Riedstra gegaan. Hij nam er tien af en over de fee waren we het direct eens. Een paar weken later was ik de schiphuizen kwijt en kon ik Riedstra terugbetalen. De verhuizing naar Sneek was een goede zet. Ik zag aanvankelijk tegen het wonen op. Sneek leek me te klein, maar het is hier zakelijk en privé prima. De kinderen gingen in Oppenhuizen naar de basisschool en ze zitten vlak bij de stad. Qua gemeente was het ook een stap vooruit. Na een aantal uitbreidingen heb ik een stevig fundament onder het bedrijf gelegd. De merken die we voeren zijn Bavaria-motorjachten, Pro Boot, Chaparral en Nautitec dat zeilcatamarans maakt. Die zijn heel populair bij oudere stellen. Door de verblijven in de twee drijvers hebben ze privacy. Nee, het is niet fout afgelopen met het zwarte schaap van de familie.’ 

Partners