AMELAND – Begin dit jaar verloor de MSC Zoë van een Zwitserse rederij, onderweg naar Bremen, tijdens een storm maar liefst 345 containers. Een ongekende milieuramp was het gevolg: in één nacht 20.000 kuub afval in de Noordzee. De stranden van de Waddeneilanden lagen bezaaid met vuil en rotzooi,
om nog maar niet te spreken van alle troep die op de zeebodem is blijven liggen. De stranden konden nog worden schoongemaakt al dreigt heel veel microplastic in het ecosysteem terecht te komen. De zeebodem daarentegen kan niet worden aangeharkt, zoals oud-burgemeester Albert de Hoop van Ameland (2006-2018) aangeeft.
U heeft als oud-voorzitter van de KIMO (Kommunenes Internasjonale Miljöorgisasjon), een club van 150 Europese kustgemeenten, jaren geleden al gewaarschuwd voor een ramp als deze. U bent een roepende in de woestijn gebleken.
‘Helaas wel. Dit was geen incident op zich. Sinds 2008 bepleit de KIMO strengere regelgeving aan containertransport. Er is door de overheden niks mee gedaan. Het heeft geen prioriteit.’
Wat is het probleem?
‘Het zekeren van de lading laat te wensen over. De schepen worden hoog opgetast waardoor de lading kwetsbaar is voor zwaar weer en hoge golven. En nu was de Zoë nog niets eens een kleinere coaster maar een zogeheten liner, een groot zeeschip dat normaliter minder beweegt en beter is opgewassen tegen storm. Uit onderzoek is gebleken dat in de helft van alle transporten de lading niet goed is gezekerd met kruisbanden en twistlocks, de hoekverbindingen, die vaak niet sterk genoeg zijn. Ik had er als burgemeester een gebroken exemplaar op m’n bureau liggen om te laten zien dat die niet sterk genoeg was voor de krachten die een storm uitoefent. Ik durf te wedden dat bij vertrek uit Rotterdam niet goed is gecheckt of de lading van de Zoë goed was vastgesjord.’
Waarom zijn bemanningen laks?
‘Omdat het tijd kost die men niet wil nemen en het te duur is om te doen. Een lading zoals op de Zoë adequaat zekeren kost zeker zo’n 48 uur. Dus laat men het dikwijls na. Tien jaar geleden trokken we hierover aan de bel. De enige maatregel die is getroffen is de Europese verplichting uit 2016 om een container te wegen en in de scheepsadministratie op te nemen alvorens die wordt geladen.’
Duitse autoriteiten wezen erop dat er niet vaak containers overboord slaan.
‘Dat is niet waar. Gemiddeld verdwijnen er per jaar in het Nederlandse Noordzeegebied zo’n honderdvijftig containers in zee. Dat is veel. Vergelijk dat met honderdvijftig vrachtwagens waarvan de lading voorgoed in het milieu blijft liggen.’
Er zouden volgens onze Oosterburen ook geen gevaarlijke stoffen in het water zijn geraakt.
‘Dan bagatelliseert men de ramp, en dat vind ik kwalijk. Vrijwel alle containers slaan kapot als ze in zee storten. Ze zijn gemaakt van gebogen staal en niet erg sterk. De inhoud drijft weg. Bijna altijd bevat lading chemicaliën. Trouwens, ook een niet gevaarlijke lading als kunstmest hoort niet in het milieu thuis. En My Little Ponys ook niet. Als je één container met arsenicum aantreft in een UNESCO-werelderfgoed als de Waddenzee, dan mag je niet meer van die status spreken.’