ASSEN – In gemakkelijke kleding zit vermogensbeheerder Edwin Wierda (48) op zijn kantoor in Assen. Heel anders dan in de reclamespot van Business Class waar Nederland hem van kent: in kostuum achter het stuurrad van een zeiljacht. Niet een beeld dat je zomaar voor de geest haalt.
‘Dat jij daar over begint, die spot wordt al twee, drie jaar niet meer uitgezonden. Kun je nagaan dat het wel gewerkt heeft. Dat beeld is blijven hangen bij de mensen,’ zegt Edwin. Daarmee geeft hij tegelijk de verklaring waarom hij zich profileert in het tv-programma van Harry Mens, die een zekere reputatie heeft.
Aan hem kleeft niet direct het betrouwbaarste imago, al steken veel ondernemers, en zeker degenen die bij hem te gast zijn, hun handen voor hem in het vuur.
‘Voor mij is Business Class een heel goed medium. Er kijken veel mensen naar en ik bereik m’n doelgroep; zij die een paar centen over hebben en er een rendement mee willen halen. Ik heb een goed gevoel bij Harry. Elke maand ontbijten we samen om bij te praten. Met hem kan ik klankborden. Hij is iemand die graag helpt en adviseert. Zijn imago interesseert hem niet. Hij is oprecht in zijn belangstelling, zowel zakelijk als privé. Hij veroordeelt niet gauw. Geloof me, hij is volstrekt autonoom. Daar zijn er niet veel van in televisieland,’ aldus Edwin.
Harry Mens is flamboyant, jij bent degelijk. Althans, zo kom je over.
‘Ik ben wie ik ben. Noem mij maar saai. Een rode jas of rode schoenen passen nu eenmaal niet bij me.’
Je stond wel in een pak op dat schip.
‘Was ik me niet bewust van. Ik was daar naïef in. Wist ik veel dat het eigenlijk niet kon. Nóg zeggen de mensen: oh, dat is die man met die verkeerde schoenen op die zeilboot. Achteraf is het niet verkeerd uitgepakt. Ik ben het ook gewend om buiten kantoor een strik voor te hebben.’
Harry Mens is niet het enige uithangbord voor Edwins kantoor Wierda en Partners: ‘Ik laat mijn bedrijf zien om de naamsbekendheid te verhogen. Bijvoorbeeld door ook te adverteren in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. Het werkgebied is landelijk maar het Noorden en Oosten van het land zijn de voornaamste regio’s waar ik me op richt. Een pure netwerker die de recepties afloopt ben ik niet. Ik ben meer een doener die het vooral moet hebben van goed werk leveren. Veel van mijn relaties zijn via-via op mijn pad gekomen.’
Je hebt de uitstraling van een nuchtere Fries.
‘En dat wil ik graag zo houden.’
Geeft het druk om geld van anderen te beheren?
‘Zeker, maar ik ben het gewend om daar mee om te gaan.’
Beloof je rendement?
‘Beloven in mijn vak is fout. Het enige wat zeker is, is dat je doodgaat. De klant wil geld met geld maken, en dat wil ik ook. Vorig jaar heeft iedereen op de beurs verloren. De AEX ging min tien, Duitsland min twintig en China min dertig. In zo’n jaar verdien je geen geld. Je moet dan zien de schade te beperken.’
Er zijn er toch ook die op een dalende beurs plussen?
‘Je kunt een keer goed zitten met speculaties, maar over het algemeen moet je inleveren als de fondsen in het rood staan. De daghandelaren zijn allemaal gesloopt, weg, failliet, of mentaal ingestort. De lange termijn en niet in de war raken, daar draait het bij mij om bij beleggen in aandelen en obligaties.’
Mensen kunnen ook zelf beleggen.
‘Maar de meesten hebben geen zin, geen tijd, ze hebben moeite om het overzicht te bewaren of ze laten zich leiden door emotie. Dat zijn allemaal factoren die stress met zich meebrengen. Die neem ik bij hen weg.’
Hebben zij voordeel bij schaalgrootte?
‘Wij doen research en we baseren ons op goed werkende computermodellen. Daar hebben ze veel aan omdat ze die zelf niet hebben. Meer vermogen betekent dan ook meer slagkracht. Ons belegd vermogen bedraagt ongeveer driehonderd miljoen euro. Waarin wij ons onderscheiden is dat wij een persoonlijke aanpak hebben. Wij stemmen het aandelenpakket af op de persoon. Kijk, je kunt brood kopen in de supermarkt en bij de bakker. Wij willen die bakker zijn.’
Wat wilde je vroeger worden?
‘Laatst zei iemand tegen mij: ik herken in jouw een onderwijzer! In zoverre kwam hij in de buurt dat ik in mijn vak min of meer lessen geef. Mijn klanten moeten wel weten hoe ik tegen de economie en marktontwikkelingen aan kijk. Ik ben niet met geld opgegroeid, en ook niet met juristen, adviseurs en ondernemers. Ik kom uit een gewoon gezin. Heit was timmerman, mem deed de huishouding. Al op jonge leeftijd wist ik dat mijn toekomst in beleggingen zat. Niet dat geld mij trok. Helemaal niet, maar ik kan in dit vak mijn nieuwsgierigheid kwijt. Dat is de essentie. Ik ben bij de Rabobank in Surhuisterveen begonnen en zat daarna bij deze bank in Nijverdal en Oosterwolde. Tien jaar geleden ben ik als vermogensbeheerder gestart in Drachten, waar ik vandaan kom.’
Je woont in Assen. Hoe bevalt dat?
‘Het was niet mijn doel om uit Friesland te gaan. Maar doordat mijn toenmalige vriendin in Groningen woonde heb ik vijftien jaar geleden de provincie verlaten. We zaten in een klein appartement in de stad. Na de geboorte van onze dochter wilden we wat groter wonen en kreeg mijn ex het idee een huis te laten bouwen. Nu moet je weten dat ik twee woonangsten heb: een klein appartement en een nieuwbouwhuis. Toch heb ik me over laten halen met m’n domme hoofd. Zij woont nu in Haren en ik in een twee-onder-een-kapper in Assen, wat ik overigens prima vind. Niet al te ver bij elkaar vandaan en dat is wel zo prettig voor onze dochter. Maar ik voel me hier niet thuis. Gelukkig ben ik vaak van huis. Ik leg me neer bij de situatie, maar ik wil terug naar Friesland. Of beter gezegd: ik ga terug naar Friesland. Dit jaar nog, als het even kan.’
Ben je meer Fries geworden buiten de provincie?
‘Ik vrees van wel. Fries om útens wil ik niet mijn hele leven zijn.’
Waar wil je wonen?
‘Ik oriënteer me op Drachten, in of nabij deze plaats. Zodat ik op de fiets in het centrum kan komen. Ik ben er geboren, naar school gegaan en ik heb er m’n vrienden. Zo’n sociale omgeving heb ik nodig. Ik rij over de grootste oprijlanen tot in St. Tropez aan toe. Wat ik voor mijn balans nodig heb, is de ongedwongen sfeer van het drinken van een biertje in de sportkantine met mijn maten. Ik zoek een vrijstaand huis, niet te groot.’
Zijn je ouders trots op wat je hebt bereikt?
‘Dat spreken ze niet uit, maar ik denk van wel. Ouders blijven altijd bezorgd. Geen geld maakt niet gelukkig, veel geld ook niet. Ze willen niet meer alles weten. Dat is een vorm van liefde.’
Hoe zuinig of hoe rijk leef jij?
‘Ik ben geen spender. Ik leef het gelukkigst door gewoon te doen. Ik heb niet veel nodig. Eén keer per jaar permitteer ik mij een uitspatting: het bezoeken van een Grand Prix in de Formule I ergens ter wereld, samen met een paar vrienden. Dan bestellen we de duurste kaarten die er zijn, zitten we in het beste hotel, krijgen we het lekkerste eten en ontmoeten we Max Verstappen. Wat het kost vertel ik niet. Vroeger zou ik zoiets nooit doen, al had ik het geld. Nu ben ik inmiddels zover dat ik vind dat je jezelf zulke uitstapjes moet gunnen. Aan de andere kant: ik ga elk jaar ook naar de race in Spa-Francorchamps. Voor tachtig euro, de goedkoopste kaartjes die er zijn. Die twee uitersten zitten wel in me.’