LEEUWARDEN – Je moet wel een grote zijn wil je afscheid met zoveel humor en zelfspot zijn getekend. Maar Henk Deinum is zo’n man die wat kan en wat kan hebben, en dus was het lachen, gieren en brullen door de steken onder water van de voordrachtskunstenaars Gerrit Krol en Roel Sluiter, twee ex-collega’s van de vertrokken wethouder van Leeuwarden.
‘Marga Waanders was weg (burgemeester geworden in Dongeradeel) en toen kregen wij het drukker. Marga was altijd stukken aan het lezen, iets wat Henk nauwelijks deed. Hij had andere kwaliteiten. Henk was een schaker en dacht vaak verder vooruit dan anderen. En als de stukken van het bord waren, schaakte Henk gewoon door,’ sprak Krol, die Deinum omschreef als een man ‘recht door zee, een ondernemer, iemand met natuurlijk overwicht en veel uitstraling die in zijn werk confronterend kon zijn en altijd doortastend was, een man ook van het understatement, de onderkoelde humor’.
Zijn receptie in het Proeflokaal van de Blokhuispoort, een van de kunststukjes van Deinum, was er een voorbeeld van. Er was niks te ruiken van die vroegere, muffe nestgeur van socialisten. Ze zijn zowaar verlicht.
Volgens Krol, een CDA’er overigens, zijn er in de ogen van Henk twee soorten mensen: zij die deugen en zij die niet deugen.
‘Dus gelet op uw aanwezigheid hier…’
Hij ging zelfs in op de liefde die opbloeide tussen Henk en de frêle en zeer charmante Jannewietske de Vries. ‘Wie is dat meiske, is ze nog vrij?,’ scheen Henk gevraagd te hebben toen de gedeputeerde uit de dienstauto stapte.
‘De tijd is om,’ riep burgemeester Ferd Crone toen hij nog meer te openbaren privézaken vreesde.
Wethouders van Leeuwarden worden meestal burgemeester en binnenkort is er in deze stad een vacature…
‘Ik zal jouw aanbeveling ondersteunen,’ lachte Crone.
Henk is altijd vergeleken met een bulldozer. Een wat rare typering voor iemand die woningcorporatiedirecteur was en die in Leeuwarden flink aan de weg heeft getimmerd. Maar dat bulldozeren slaat volgens Sluiter (nu burgemeester van Harlingen) op het voorbereidingswerk. Deinum was de man van de grote, lastige dossiers: o.a. het Zaailand, Wetsus, de WaterCampus, de Dairy Campus, het Stationsgebied, de Blokhuispoort en het nieuwe Cambuurstadion. Met name de twee laatste projecten waren onderhevig aan kritiek maar ze werden tot een goed einde gebracht. In geval van Cambuur zo’n beetje op de laatste dag van zijn wethouderschap.
Deinum is een bouwer. Onder hem zijn oude stadsdelen bewaard gebleven (Hollanderwijk, Vegelinbuurt) en werden beeldbepalende gebouwen (Prins Frederikkazerne, Diaconessenhuis) omgebouwd tot mooie woonlocaties. Toen de fusie tussen BWL en Deinums Corporatieholding Friesland in een machtsstrijd ontbrandde, sneuvelde de complete directie en kon Deinum met een gouden handdruk naar huis. Het gewroegd geweten kocht hij af met een sociale missie; hij ging met de blinde dichter Tsjêbbe Hettinga op pad en was diens begeleider op dichtfestivals. Tot het moment dat Piet van der Wal belde, of hij geen wethouder wilde worden. Precies op het goede moment. Friesland had bijna twee miljard in kas door het compensatiegeld voor het zelf opgeblazen Zuiderzeespoor en de verkoop van Nuon. Leeuwarden profiteerde het meest. Als een project wat stroef verliep, werd er, in de tijd dat tal van infrastructurele werken werden gerealiseerd, ‘de begroting van een aquaduct er tegenaan gegooid’, zoveel armslag had men. In tien jaar tijd ontwikkelde de stad zich van een bestemming aan een doodlopende weg tot een vitale kern met de gouvernementele allure van weleer.
Om de daadkracht en de stijl van Deinum te schetsen haalde Sluiter een anekdote aan van het internationaliserende Stenden waardoor heel veel buitenlandse studenten naar Leeuwarden zouden komen. Er was woonruimte nodig. Dat bleek een misrekening. Deinum las toenmalig directeur Robert Veenstra (Sluiter: ‘Die hier vast niet is’) de les.
‘Het werd een voorstelling zonder weerga en Gerrit en ik zaten op de eerste rij. In een hoekje weggedoken nog iemand van Stenden (Klaas Wybo van der Hoek, red.) met een blik alsof hij het in z’n broek had gedaan,’ aldus Sluiter.
Jouke de Vries van Rijksuniversiteit Groningen, ook al een partijgenoot op dit feest van rode baronnen, memoreerde zijn rol van informateur na de gemeenteraadsverkiezing. Hij werd in Den Haag opgehaald door chauffeur André.
‘Jouke, must ut su en su doen, dan komt ut wel goed,’ had hij tegen De Vries gezegd.
‘Wel, het ging precies zo,’ lachte de rector-magnificus die grote noordelijke lijnen schetste en de ontwikkeling van het innovatiecluster in Drachten daarin noemde.
In zijn afscheidswoord zei Deinum dat hem werd aangeraden een cursus etiquette te volgen...
Hij heeft moeten wennen aan de stroperige mores van de politiek: ‘Maar ik begon het steeds leuker te vinden. Dit was de mooiste baan die ik heb gehad.’
Leeuwarden is volgens hem mooier, sterker en slimmer geworden. (AvK)