‘Deze auto, dat ben ik’
NOED – De Volvo Amazon is een van de meest aansprekende automodellen van na de oorlog. Deze iconische auto staat voor kwaliteit, degelijkheid en veiligheid, maar het is ook een mooi en tijdloos model dat in 1956 werd gepresenteerd.
Het ontwerp is van Jan Wilsgaard. Tot het einde van de productieperiode in 1970 zijn er 297.000 exemplaren op de markt gebracht en er staan nog 35.000 geregistreerd. Vermoed wordt dat er heden ten dage 15.000 dagelijks rondrijden. Een ervan is van Margje Kramer-Sybesma( 62), een 122 S Combi die van 1961 tot 1967 werd gemaakt. Zij heeft trouwens nog een Amazon, een hemelblauwe sedan die is gedemonteerd en in onderdelen op de zolder van haar garage ligt. Makkelijk als ze iets nodig is voor de Combi. Om het klassiekerverhaal compleet te maken heeft Margje ook nog een originele, Zweedse SMV-caravan die ze aan haar auto kan koppelen. Dat Margje een Amazon-fan is blijkt in de hal van haar woning. Daar hangt een tekening, een soort röntgenfoto, waarop je door hele auto heen kan kijken en alle onderdelen zichtbaar zijn.
Wanneer is jouw liefde voor de Amazon ontstaan?
‘Dat is begonnen op Camping Blaauw op Huisterheide waar mijn man (de in 1990 overleden Durk Kramer, red.) en ik vlak na ons trouwen in 1978 een poosje woonden. Onze buurman had een donkerblauwe Amazon waarmee hij elke dag een rondje reed. Vind je hem mooi?, vroeg zijn vrouw. Je kan hem wel kopen hoor, voegde ze eraan toe. Nou, daar had ik wel oren naar. Omdat Durk in een bedrijfsauto reed besloten we ons Fordje weg te doen en de Volvo te kopen, voor nog geen tweeduizend gulden. Met een schroevendraaier controleerden we de bodem. Zo deed je dat vroeger. Toch vertrouwde Durk het na een paar jaar niet meer en waren we bang dat we nogal wat onkosten zouden krijgen. Op een dag zag hij fietsend door Gauw een Amazon sedan die hem wel wat toeleek. Ik moest even aan de lichtblauwe kleur wennen, maar we hebben de oude wel ingeruild. Later, in 2005, kocht ik via Marktplaats deze Combi van de eerste eigenaar die op leeftijd was. Toen had ik dus twee Volvo’s op mijn erf. Vorig jaar besloot ik de sedan, die zowel op gas als benzine reed, na een kleine veertig jaar te laten demonteren en als donorauto voor de Combi te gebruiken. De assen waren namelijk slecht. Het gaat je niet lukken hem op de weg te houden, werd gezegd. Je kunt beter eentje goed onderhouden dan twee halve te hebben.’
Dat speet je?
‘Heel erg. Ik was er helemaal af, alsof ik een dierbare had verloren! Gek hè? Zozeer kan een mens zich aan iets hechten, ook al is het een auto.’
Wat is er zo fascinerend aan auto’s van weleer?
‘Nieuwe auto’s lijken allemaal op elkaar. Oude auto’s hebben meer karakter, zoals de Amazon. Ik vind mijn auto op een parkeerterrein meteen terug, je ziet hem zo staan tussen al die grijze muizen. En een oude auto rijdt fijn. Het rijgevoel is intenser.’
Het aantal kilometers is laag voor een auto van dit bouwjaar.
‘De teller gaat tot honderdduizend kilometer. Ik weet niet of en hoe vaak de auto het klokje rond heeft gedraaid. Is ook niet van belang. Hij kan gemakkelijk zes- tot zevenhonderdduizend kilometer mee. Volvo-specialist Henk Brouwer uit Kuinre vond deze auto’s te goed: ze kwamen niet vaak genoeg terug... Alles is mechanisch en er zitten geen technische snufjes aan. Zo heeft ‘ie geen airco, maar een arko: alle ramen kunnen open. Het elektrisch is wel kwetsbaar. Lichten die uitvallen enzovoorts. Het kan spoken in zo’n Volvo. Daarom is het verstandig de kabelbomen bijtijds te vervangen.’
Hoe doe je het met het onderhoud?
‘Dat laat ik doen door Hans van Buiten van de Volvo-club waar ik lid van ben. Sleutelen kan ik niet. Alleen het kleine werk. Plaat- en spuitwerk wordt gedaan door Henk Bakker uit Echten. Roest is een grote vijand van deze auto’s. Ik hoef trouwens geen auto in concoursstaat, maar ik ben er wel zuinig op.’
Rij je er vaak in?
‘Vrijwel dagelijks. Ik heb geen andere auto. Merendeels korte ritten in de kontreien voor het doen van boodschappen en zo. Soms naar mijn zwager in Oegstgeest. Regelmatig ga ik toeren en neem ik de honden mee, de achterklep is lekker makkelijk, of de kleinkinderen als we een sensatie bekijken zoals kruiend ijs. Het is goed dat ik er vaak in rij. Zo’n auto moet niet lang stilstaan.’
Past deze auto bij je?
‘Jazeker. Ik vind een auto een soort verlengstuk van je persoonlijkheid. De Amazon heeft een bepaalde eenvoud, maar is toch stijlvol. Deze auto, dat ben ik.’