NOARDBURGUM – Trots staat Hannes Scherjon – op klompen – op de fierljepschans in Noardburgum, waar zijn familie de beroemde klompenmakerij heeft uitgebreid met een fierljeppolder- en museum. Uiteraard is het museum van hout opgetrokken, zoals ook hun klompen (machinaal) uit hout zijn gebeiteld. In het museum is een permanente expositie over deze puur Friese volkssport ingericht met veel beeld in de vorm van films en foto’s.
‘Wij verbreden ons aanbod om meer vakantiegangers te trekken. Een rondleiding door de klompenmakerij annex winkel is interessant, maar veel mensen willen nog meer beleven. De hele familie kan zich hier uitleven. Als pake en beppe door het museum haan kan de jeugd de polsstok in. Bovendien geeft deze tweede, recreatieve tak onze zaak meer bestaansrecht,’ zegt Hannes’ moeder Marrie Wiersema, de vrouw van de in 2012 overleden Eelke Scherjon. Zij heeft het bedrijf voortgezet samen met haar zonen Hannes en Jilles. Laatstgenoemde trad in de voetsporen van zijn vader, terwijl Hannes, net als Eelke een getalenteerd ljepper, museum en polder beheert. Vorig jaar is het complex gereedgekomen. Het plan daarvoor dateert al van 2006 toen de firma Scherjon een tentoonstelling samenstelde ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van It Frysk Ljeppersboun.
Klompen horen bij ons land en Scherjon is een belangrijke fabrikant. De bruine ‘Scherjontsjes’ met leren band zijn nog altijd populair onder klompendragers. Handmatig maken is niet meer rendabel, maar Scherjon stuurt ze net als Nijhuis in Beltrum niet naar China.
‘Het hele proces vindt hier plaats,’ aldus Marrie.
Klompenmachines bestaan al vanaf 1920. Er is nog slechts een handjevol vaklui dat een klomp met de hand kan maken. Het ambacht sterft uit. Maar je kunt het vak nog altijd leren op workshops. (AvK)