‘Wij accepteren geen krimp, wij gaan groeien,’ zegt Jan Michiel van der Gang strijdbaar. Onvermoeibaar blijft hij bezig zijn stad Dokkum op de kaart te zetten. De kansen liggen er, vindt hij. Er is meer ruimte voor binnenstedelijke woningbouw nu de provincie minder strak vasthoudt aan de contingenten die vooral op Leeuwarden, Heerenveen en Sneek waren gericht. Bovendien groeit de vraag naar woningen in Dokkum. De stad is heel aantrekkelijk; ook voor starters, eenpersoonshuishoudens en voor mensen die betaalbaar willen wonen. En dus moeten er woningen voor hen komen, zo eenvoudig is het.
De charme van Dokkum is niet alleen de vitaliteit van de stad, de winkelstand en de prachtige binnenstad, maar ook het hele gebied eromheen met drie nationale parken (De Âlde Feanen, Schiermonnikoog en het Lauwersmeergebied), een UNESCO-werelderfgoed (het Wad) en het prachtige coulisselandschap van de Friese Wouden.
Daar wil je wonen, recreëren en werken.
De toeristische functie van Dokkum neemt in belang toe. Dagjesmensen komen er in groten getale, maar voor een langer verblijf kan Dokkum wel wat meer bieden, bijvoorbeeld meer bedden. Om die reden zijn Jan Michiel, Erik Kooistra, Hartog Ensel en Peter Schregardus in Stadshotel de Abdij van Dokkum gestapt om deze accommodatie op te waarderen, te renoveren en op termijn uit te breiden tot 40 kamers (er zijn nu 25). Voorjaar 2020 is het project klaar.
Binnen de Abdij is Refter 1854 een dinerzaal, feestlocatie en evenementengelegenheid, of hoe je het ook maar wil noemen. Er is van alles mogelijk. Dat in combinatie met overnachten maakt de Abdij tot een geweldige accommodatie, een aanwinst voor Dokkum.
Het aantal horecazaken neemt met de ontwikkelingen toe. Zo is Theo Kingma bezig een speciaalbiercafé op te zetten.
