friesjournaal logo

Organisator Liesbeth van Keimpema tussen de makers Pim van Bezooijen en Vannesa de Gaay Fortman.

HEERENVEEN – In de Hongerwinter van 1994 werden 86 Amsterdamse voetballertjes ondergebracht bij gastgezinnen van de voetbalvereniging Heerenveen, toen het beste team van het land. Het werd voor hen een ervaring voor het leven. Thuis in de hoofdstad konden hun ouders hen niks bieden. Het Westen was afgesloten van alles, van stroom, van eten, van kolen. Thuis was het kou en armoe. Het openbare leven lag volledig stil door de Duitse bezetter die zich steeds verder in het nauw gedreven zag en die in de laatste oorlogsmaanden wreed om zich heen sloeg.

 

Dan was Friesland een paradijs voor de jongens die lid waren van de Amsterdamse clubs Ajax, Blauw Wit, DWS en De Volewijckers. Ze werden liefdevol opgevangen, ze konden naar hartenlust spelen, ze gingen naar school en er was volop eten. Ze zagen hun ogen uit. Friesland was in de Hongerwinter een volkomen andere wereld dan het geïsoleerde Westen dat afgesneden was van welke toevoer dan ook. De Duitsers rookten de hoofdstad uit. Voor toenmalig voorzitter Floor Féléus was dat aanleiding om een evacuatie te initiëren. Deze bijzondere clubhistorie is eerder vastgelegd in het jubileumboek Een pompeblêd als voetbalhart ter eren van 75 jaar Heerenveen (1995, Albert van Keimpema).

Om dank te betuigen voor de gastvrijheid 75 jaar geleden liet Ajax Erfgoed, een paar jaar geleden opgericht om de historische betekenis van de club levend te houden, een documentaire maken: getiteld Een prachtige daad. Deze film werd begin 2019 vertoond in de ArenA en in december nog eens herhaald in het Abe Lenstra Stadion voorafgaand aan de wedstrijd tegen Willem II. Jan Buskermolen, lid van de bestuursraad van Ajax, was naar Heerenveen getogen om de documentaire in te wijden. Univé had de sponsorzaal beschikbaar gesteld. Aanwezig waren nabestaanden van de Heerenveense pleeggezinnen, enkele evacuees van toen en bestuurders van vv Heerenveen dat dit jaar het eeuwfeest viert. 

Sommige spelers van toen komen aan het woord in de documentaire zoals de humoristische oud-trainer Han Grijzenhout van Ajax (in de kost bij de familie Veenstra) en het vroegere Ajax-bestuurslid Rob Been(thuis bij de familie Muntendam). Ook Abe Lenstra ving een jongen op. Dat was Arie de Wit. Zijn zoon Janvertelt daarover tijdens een terugkeer naar Oranjewoud waar Abe en zijn vrouw Hil toen woonden. Het maakte diepe indruk op zijn vader. Het was toch al een openbaring voor de Amsterdammertjes om in de buurt te verkeren van de grote vedette die roemrijker was dan heel Ajax. 

Rob Been wees op het filmaffiche zichzelf aan: ‘Ik ben herkenbaar aan de Abe-kuif. Die was toen mode.’

Een ander die geïnterviewd werd was de naar Amerika geëmigreerde Kees Loek. Hij herinnert zich vooral het bezoek aan de Frico-fabriek: ‘Wij keken onze ogen uit, zoveel kaas lag daar opgeslagen.’

Het ligt in de bedoeling om de documentaire tijdens de herdenking van 75 jaar vrijheid (Heerenveen werd bevrijd op 15 april 1945) aan een groter publiek te tonen.

Opeen door de Amsterdamse clubs geschonken tegeltableau aan vv Heerenveen werd de volgende tekst geschreven:

Een rooversbent hier aangeland

vernielde en plunderde het land

De voetbaljeugd in Holland’s veste

die leed gebrek ten langen leste

Toen kwam uit het Noorderland

de reddende Friezenhand

Heb dank voor deze geste

dat was Friesland op z’n best

Partners