GROU – Dirk en Liesbeth Nienhuis zijn grote verzamelaars die naam en faam in de kunstwereld hebben opgebouwd. Overal in hun huis kom je objecten tegen, zoals matroosjes in de wc. Deze matroosjes kreeg je vroeger als je een cruise maakte zoals KLM Hollandse huisjes geeft aan frequent flyers. Het is dus maar goed dat het echtpaar royaal behuisd is in Abbema State in Grou. Daar zijn ze in 2017 neergestreken.
In deze vroegere herenboerderij met dwarshuis, een state op zich, kunnen de twee alles kwijt wat nog resteert van de imposante collectie Nederlandse toegepaste kunst 1890-1940 die ze in hun leven hebben opgebouwd: meubels, klokken, glaswerk, serviezen, keramiek, zilver, sieraden, textiel, wandborden, sculptuur en schilderkunst waaronder ook grafiek en tekeningen. Nederlandse Nieuwe Kunst, zoals het heet, en art nouveau en art deco. Maar verder ook snuisterijen, reclameaffiches, schilden enzovoorts.
Hoe omvangrijk en bijzonder ook, Dirk stelt nuchter: ‘Ik heb de meeste spijt van de dingen die ik niet heb gekocht.’
Verzamelen zit Dirks in het bloed. Hij begon met postzegels en gewichten: ‘Het moest wel een zekere waarde hebben, ik moest er in kunnen handelen.’
Met hun zorgvuldig bijeengebrachte ‘verzameling verzamelingen’ (zo beter geduid vanwege de breedte en diversiteit) hebben Dirk en Liesbeth een grote naam opgebouwd in de kunstwereld. Ze bewoonden vanaf 1985 Villa Meentwijck in Bussum, een van de meest bijzondere villa’s in ons land. Het huis is in 1912 volgens geometrische driehoeken en vierkanten gebouwd, getekend door de befaamde architect/meubelontwerper Karel de Bazel (1869-1923). De verzameling van Nienhuis is van een zo hoog niveau dat de collectie de naam kreeg van de villa. Alle grote namen van kunstenaars en ontwerpers zijn er in vertegenwoordigd. Behalve van De Bazel zelf (meubels en glas) ook van o.a. Carel Lion Cachet (een gebatikt bureau van Indonesisch perkament), Hendrik Berlage (klokken) en kunstschilder Chris Lebeau(damasten servetten en tafellakens).
Dat zij zich in Friesland settelden had een reden.
Dirk, altijd actief geweest in het Amsterdamse bankwezen en in de effectenhandel, daarover: ‘Villa Meentwijck werd te groot voor ons. Wij zijn aan het afbouwen en stellen veel deelverzamelingen in bruikleen.’
Nu is Abbema State ook beslist niet klein te noemen, maar het woongedeelte is naar wat het echtpaar gewend was redelijk bescheiden. In het souterrain bevinden zich keuken en de oude molkenkelder, daarboven de hal met aan weerszijden de woon- en eetkamer. Op de deur van de eetkamer staat ‘Pluimbal suite’. Dat roept een vraag op. Pluimbal blijkt badminton te zijn. In het Goois dan. De entree is aan de zijkant en is verbouwd om de hals, die in 1980 is gebouwd, in harmonie te brengen met voorhuis en schuur. Daarin zijn ze heel goed geslaagd.
Door vrienden werden ze op het huis gewezen. Althans, op de beschikbaarheid ervan. Dirk en Liesbeth kenden Friesland namelijk al en niet alleen vanwege Keramiekmuseum Princessehof. Ze hebben al hun hele leven een pied-à-terre in Eernewoude (zomerhuis Swanneblom aan de Folkertssloot) en zijn goed bekend met Grou en de regio. Ze zijn ook fervente pleziervaarders en mogen graag aan boord stappen van hun 17 meter lange salonboot Simmerdream die op de werf van De Jong in Joure is gerestaureerd. Vroeger was het schip eigendom van de bekende aardappelfamilie Hettema welke naam nog voortleeft in HZPC.
Dirk heeft trouwens Fries bloed. Zijn familie is weliswaar van oudsher Gronings (boeren en makelaars) maar Dirks moeder was een Poppinga, een boerendochter uit Surhuisterveen.
‘Mijn vader werd geboren in het Westen en zat in de textiel. Vandaar dat hij naar Geldrop is verhuisd. Ik ben een geboren en getogen Brabander. Mijn ouders hebben elkaar leren kennen in de linnenfabriek van Van Dissel in Eindhoven. Vader klom op tot bedrijfsleider-directeur en moeder was secretaresse van meneer Van Dissel.’
Ze vielen meteen voor het huis, dat volgens Liesbeth ‘smoel’ heeft. Het voorhuis heeft wel veel ramen. Mooi, dat binnenvallend daglicht, alleen kun je er niet zo veel schilderijen kwijt… Nu de renovatie praktisch is afgerond wonen ze er met veel plezier. Er is één storende factor en dat is dat er op de 30 km-weg te hard wordt gereden.
Liesbeth: ‘Meer dan eens worden eenden doodgereden.’
Handhaving is er nauwelijks. Eerst stond er aan de invalsweg een kast van een politiebureau – veel te groot en te duur – en nu is het verkocht en zien de Grousters nauwelijks agenten meer. Verder is alles naar wens.
Liesbeth: ‘Grou is een enig dorp en er wonen hele leuke mensen. Wij hebben veel vrienden hier. Het is ook makkelijk dat we vlakbij het centrum wonen en de voorzieningen te belopen zijn. Het leven in het Gooi was heel anders, meer anoniem. Wil je iemand bezoeken dan moet je drie weken vooraf een afspraak maken. Dat waren wij in Brabant niet gewend. Daar kijk je of de deur open is, net als hier. Wij zijn heel gelukkig in Grou en missen het Gooi helemaal niet, hoewel ik er nog wel vriendinnen heb met wie ik afspreek.’
De entree naar de dorpskom is een stuk verfraaid nu Abbema State – geen monument, wel een markant onderdeel van een beschermd dorpsgezicht – er in volle glorie bij staat. Het is een beeldbepalend gebouw dat lange tijd werd ‘misbruikt’ als supermarkt. Sinds 2006 dient het puur als woonhuis. Nog wat kleine ingrepen zijn nodig, zoals de reparatie van de voorgeveltrap. Die is van beton (origineel, nieuw in de tijd van de bouw) en begint aan de onderkant te rotten.