AMSTERDAM – De grote, no-nonsense wijnman Otto Lenselink, die ten tijde van het handelsembargo in de jaren 80 de ‘foute’ topwijnen uit Zuid-Afrika op de Nederlandse markt bracht, is 70 geworden. En dat wilde hij laten weten ook want Otto lijdt al twaalf jaar aan Parkinson. Hij slaat met armen en benen maar een goed glas wijn zet hij nog steeds feilloos aan zijn mond. Om zijn verjaardag te vieren nodigde hij 70 vrienden uit voor een Heerenlunch in Auberge Jean & Marie op de Albert Cuyp in Amsterdam, de stamplaats waar Otto dagelijks luncht. De dames mochten dus thuisblijven, ook yours truly schreef echtgenote Marian snedig… Zij weet met mannen om te gaan.
Otto ziet de horeca veranderen: ‘Diners van € 400 voor twee gasten in sterrenzaken zijn straks voorbij. Het is gewoon te veel geld en het gebodene in verhouding te weinig. Restaurants moeten een kleinere kaart voeren die wekelijks wisselt en niet meer dan zo’n drie gerechten telt; vlees, vis en vegetarisch. Dan kun je een tent efficiënt en rendabel exploiteren. Die vijfhonderd sommeliers in het land kun je er wel uit flikkeren. Elke restaurateur en chef moet in de basis wat van wijn weten en voor de rest moeten ze culinair samenwerken met de leveranciers. Sommeliers voegen niks toe en maken het product alleen maar duur. Ikzelf heb geen verstand van wijn, nooit gehad ook. Maar ik weet wel wat lekker is. Dat is voldoende.’