HEERENVEEN – In 1995 schonk Cor Rumandor (1947, Surabaya) de gemeente Heerenveen ter gelegenheid van een foto-expositie over Nederlands-Indië tijdens en na de Tweede Wereldoorlog vijftien gouaches. Deze imponerende werken tonen de mishandeling, pijn en het verdriet van zijn Portugees-Joodse moeder Netty Bottinga-Rumandor (1915 Semarang-1991 Heerenveen). Zij doorstond in een Jappenkamp gruwelijkheden als foltering, ophanging en verkrachting. Ze zat opgesloten in de vrouwengevangenis Boeloe in Semarang.
Gek genoeg raakten deze zeer indringende schilderijen van een hoog artistiek niveau zoek en werden verloren gewaand.
Uit de krochten van Crackstate zijn ze boven water gekomen en ze worden nu tentoongesteld in Museum Heerenveen: (Over)Leven in het Jappenkamp. Wees er snel bij want de expositie duurt t/m 27 september.
Burgemeester Tjeerd van der Zwan van Heerenveen opende de expositie die heel dicht bij hem staat. Zijn moeder is een Indonesische (van Sumatra) en kwam na de oorlog in 1949 op de Willem Ruis met kroost naar ons land. Haar echtgenoot bleef daar. In 1954 werd Van der Zwan geboren uit een huwelijk met haar tweede man.
‘Het is niet voor te stellen hoe Netty dit lichamelijk en mentaal heeft overleefd,’ zei hij tijdens de opening.
Het was Cors jeugdvriend Bert Kuiper, ze groeiden op in de florabuurt, die in het kader van 75 jaar bevrijding van Nederland en Nederlands-Indië en van de onafhankelijkheidsproclamatie door opstandleider Koesno Soekarno (de eerste president van de Republiek Indonesië) in samenwerking met ambtenaren op zoek ging naar de werken. Directe aanleiding was een tv-uitzending met presentator Martin Simek waarin Cor zei dat ze volgens hem waren vernietigd. Dat kan toch niet waar zijn, dacht Bert. Hij kreeg het voor elkaar de serie compleet te maken en voor het nageslacht te bewaren.
Over de collectie zei hij: ‘Op de schilderijen zie je hoe Netty werd geblinddoekt, bedreigd, vernederd, verkracht, misbruikt, uitgehongerd, gemarteld. Sigarettenpeuken werden op haar fragiele lichaam uitgedrukt. Het leed was niet te overzien. Een paar maanden na de oorlog kreeg Netty via het Rode Kruis te horen dat haar man Gerrit Bottinga begin 1942 as onthoofd tijdens de eerste Japanse bezettingsaanval op Sulawesi. Haar twee oudste zonen waren in het oerwoud verborgen gehouden. En dan heeft ze ook nog de Bersiap in Surabaya meegemaakt; een uiterst gewelddadige periode in 1949 toen jonge, fanatieke Indonesische vrijheidsstrijders na de politionele acties Nederlanders en andere bevolkingsgroepen (Chinezen, Molukkers) martelden en vermoordden.
Cor Rumandor zelf was niet bij de opening aanwezig. Hij heeft een zwakke gezondheid en hij lijdt aan PTSS. Rumandor verblijft in een verpleeghuis in Drachten.