TERSCHELLING – De oorspronkelijke bodem van de Noordzee moet terugkeren. Een bodem die rijk is aan onderwaterleven met schelpenbanken en een bloeiende flora. Zo moet een Nederlandse variant ontstaan op het Great Barrier Reef in Australië. Vroeger was twintig procent van de Noordzeebodem bedekt met schelpenbanken. Door bevissing en ziektes zijn de riffen grotendeels verdwenen en rest nu slechts zand en grind. ARK Natuurontwikkeling en het Wereldnatuurfonds ijveren voor een herstel.
‘Schelpenbanken zijn van groot belang voor een gezonde Noordzee. Ze geven houvast aan planten en dieren en zorgen voor voedsel, ook voor vogels.
Bovendien filteren ze het zeewater en zorgen ze voor bodemstabiliteit,’ aldus projectleider Karel van den Wijngaard van ARK, een in 1989 opgerichte particuliere natuurorganisatie. Hij refereert aan een van de laatst overgebleven schelpenbanken voor de Zeeuwse kust bij Noord-Beveland. Het waterleven tiert daar welig. Je ziet er vogels als de strandplevier, de steenloper en de regenwulp. Onder water kruipen noordzeekrabben, zeesterren leven naast zeekatten en hondshaaien en stekelroggen zwemmen tussen slibanemonen en zeenaaktslakken. De voedingsbodem van al dit leven ligt daaronder: platte oesters. ARK en WNF zijn een programma gestart om schelpdieren uit te zetten, maar dan moeten eerst oesters worden gekweekt.