friesjournaal logo

Leeftijd: 48.

Geboorteplaats: Makkum.

Woonplaats: Makkum.

Burgerlijke staat: Getrouwd met Sybrand van der Gaast (48), 2 kinderen: Rik (21), civiele techniek studerend aan Universiteit Twente, en Hanna (18), gezondheid en maatschappij studerend aan Wageningen University & Research. 

Opleiding: Havo en diverse vakopleidingen (kappersschool, grime, hoeden).

Functie: Ondernemer.

Werk/carrière: Eigenaar kapsalon Skearwinkel, VanNuyen Makkum hoeden en petten en logiesverblijf Overnachten bij de Hofleverancier.

Restaurant: It Posthûs Makkum (afhaal).

Kok: Alwin Kalt.

Interview: Albert van Keimpema.

Foto: Durkje Hoeksema geflankeerd door Alwin en Maartje Kalt.

‘Ik zoek altijd uitdagingen’

MAKKUM – Wat pakt Durkje Hoeksema eigenlijk niet aan? Ze runt een kapsalon, ze heeft een hoedenatelier, ze verhandelt wijn (de Frison-collectie van Fokke van der Meer), Daarnaast zet de volbloed Makkumer zich ook vrijwillig in voor het Sinterklaasfeest, voor het toneel, het openluchtspel, de visserijdagen, de autocross, het kaatsen. Een beziger bijtje vind je niet. Het haar, de make-up, de hoeden, Durkje kleedt alles en iedereen dan aan, en in! Want ze heeft een natuurlijke charme die zo aanstekelijk is dat ze mensen mee krijgt.

‘Ik zoek altijd uitdagingen,’ zegt ze over haar veelzijdigheid.  

Durkje is een opmerkelijke, goed ogende verschijning die vol energie zit. Okay, ze doet ’s middags, bij mooi weer in het hofje achter de zaak, een knippertje, in haar geval een schoonheidsslaapje. Zoals onze pake’s dat vroeger ook deden. Maar dan kan ze er de hele dag en avond weer tegenaan! Hoeveel flair ze ook uitstraalt en hoe hip ze ook gekleed gaat, ze heeft eigenaardigheden die we meer associëren met onze beppe’s. Ze gooit namelijk niks weg. Waar je ook loopt, overal staan antieke spullen, meubels, snuisterijen. De oude timmerkist van haar oer-oerpake staat in een hoekje, de trouwbijbel van oerpake: waar moet ‘ie anders zijn?, de oude winkelbel doet weer dienst, de schoenmakersleest van oerpake, de wandelstok van beppe Marie, de ratel van voorvader en dorpsomroeper bekend als Jappik Rattelman ligt er, de zelfgemaakte radio waaraan het oor in de oorlogsjaren te luister werd gelegd om de uitzendingen van Radio Oranje te volgen en verder honderden documenten waaronder koopaktes en het ID-bewijs van beppe uit de oorlog. 

Durkje: ‘Ik zie er nu eenmaal de waarde van in.’ 

Wij eten heel knus onder de balken in het hoedenatelier boven waar Durkje de mooiste creaties maakt. De borden waaruit wij eten erfde ze van beppe, de stijlvolle glazen van een bijzondere klant. Haar belangstelling voor het oude is bekend bij de omgeving. Durkje krijgt wel vaker erfstukjes toebedeeld. Mensen weten dat het bij haar in goede handen is. 

Raak je nooit in de verleiding het over een andere boeg te gooien?

Durkje: ‘Ik doe alles op mijn eigen manier. De spullen die ik bewaar betekenen wat voor me. Het moet natuurlijk wel speciaal zijn, er moet een verhaal achter schuilen. En ik hou van karakter. Daarom breek ik niet gauw iets af of gooi ik iets weg. De ouwe toestand hier heb ik altijd geweldig gevonden. Ik heb het zelfs wat versterkt. Waar het hier en daar wat verbouwd was met schrootjes en zo, heb ik het authentiek gemaakt en teruggebracht in de tijd van vroeger.’

In 2000, toen haar ouders stopten, nam ze de zaak waar ze sinds 1993 werkt over, 100 jaar na de oprichting.

Je bent aanwezig, je hebt persoonlijkheid. Hoe was je als meisje?

Durkje: ‘Héél verlegen! Ik had vaak de trui over mijn hoofd. Nu is dat niet meer zo. Ik kan zo een verhaal afsteken voor een zaal.’

Wist je toen al dat je de zaak zou overnemen?

Durkje: ‘Toen nog niet. Aanvankelijk wilde ik kleuterjuf worden. Daar zag ik van af toen het basisonderwijs werd ingevoerd en de kleuterschool ophield te bestaan. De zaak trok mij. Als kind zat ik op de pedaalemmer ademloos te kijken en te luisteren naar de mannen die werden geknipt. Het stond er blauw van de rook. Ze hadden het over de wereldpolitiek, godsdienst, Makkum en de mensen. Ik vond het prachtig, die mannenwereld. Ik zag mijn toekomst voor me. En toen ben ik naar de kappersschool gegaan, met mijn havodiploma.’

Het bloed kroop waar het niet gaan kon: ‘Mijn oerpake zei tegen mijn pake: word nooit kapper. Mijn heit zei hetzelfde tegen mij. Maar het gebeurde toch. Dat overkwam pake Sjouke ook. Als hij zijn zin had gekregen was hij bij de marine gekomen. Maar toen hij in Rotterdam als 18-jarige hospik soa’s bij militaire bezoekers van rosse buurt Katendrecht moest behandelen, had hij er al gauw genoeg van. Hij besloot met een maat als verstekeling op een Chinees schip aan boord te gaan, maar ze werden ontdekt en aan wal gezet. Ik denk weleens: stel dat hij in China was aangekomen? En daar was gebleven? Dan was het einde verhaal hier.’

Hoop je nu dat jouw dochter het overneemt?

Durkje: ‘Ze doet het geweldig, volgt een interessante studie. Tsja, je kunt zeggen dat ze het er naast een maatschappelijke carrière bij kan doen, zoals ik in wezen ook meerdere ballen in de lucht hou. Stiekem hoop ik er wel op. Als ik het ’s zomers heel druk heb springt zij bij. Ik ben heel precies, vertrouw niet zomaar een ander wat toe. Aan haar wel. Hanna weet exact hoe ik het wil hebben, hoe je de dingen moet aanpakken. Deze zaak mag niet voor Makkum verloren gaan. Wij hebben in Makkum zoveel waardevols. Denk aan Tichelaar, het desembrood van bakker Kluft, de superjachten die de familie De Vries voor de rijken der aarde op de werf van Feadship bouwt, café-restaurant De Prins met de antieke tegelwand, de vioolbouwschool die hier als enige in Nederland staat, de kaatswantenmakerij, Rinia Fietsen die tegelijk met mij Hofleverancier werd, en ga zo maar door. Makkum is bijzonder. De 28 stegen – jongens die van oudsher rondjes rechtsom maken en meisjes linksom om elkaar te ontmoeten, we waren vroeger al coronaproof! – vertellen alles over Makkum. Daar kan ik nog wel wat aan toevoegen. Daarom heb ik het plan om een boek over Makkum, de familie Hoeksema en de Makkumers te maken. Dit dorp is zó mooi, dat moet de hele wereld zien, dat wil ik aan iedereen tonen.’        

Een rondleiding in haar zaak is een reis door de tijd. De kapperszaak ziet er nog precies zo uit als in 1893 toen haar oerpake Ynze aan de Kerkstraat 25 zijn skearwinkel begon en later ook een schoenmakerij voor extra inkomsten. Erachter heeft Durkje de oude gang gelaten zoals hij was en daar sieren tal van familieportretten en Makkumer geschiedenis de wand. Aan het eind is beppe’s keukentje. In een hoek staat een ouderwetse strijkplank met bout. Achter de voordeur staan hoeden en petten uitgestald. De kamer daar weer achter is sinds 2019 in gebruik als logement – Overnachten bij de Hofleverancier – maar dan wel in de stijl van vroeger. De gasten slapen in een romantische bedstee waarin een nicht van Durkje is geboren. De eerste overnachting staat op naam van Maaike Keijzer die 50 jaar geleden Heakeninginne was en 70 jaar geleden op dit plekje, achter de bedsteedeurtjes werd geboren. Het slank, fraai vormgegeven meubilair stamt uit de jaren 50. Hergebruik werd door Durkje al toegepast ver voordat het nu mode is. Zo is een heel oude kluis uit de familie nu in gebruik als kassa. 

Ze hoedt met de grootste zorg over het 350 jaar oude familiepand (zelf woont ze elders in het dorp). De voorste kamer op zolder wordt haar kantoor. Het moet nog worden verbouwd. Durkje doet dat met gevoel. Ze is daar geboren, haar heit is er overleden, een Joods jongetje uit Hilversum sliep er het laatste half jaar van de oorlog en een oom zat er in de oorlog ondergedoken terwijl Duitse militairen beneden werden geknipt. Pake Sjouke kwam al op 14-jarige leeftijd in de zaak want zijn heit Ynze werd slechts 48. De geschiedenis herhaalde zich in de volgende generatie want Sjouke overleed al op zijn 62ste. Jentsje Hoeksema was 16 toen hij het overnam. Lijken scheren deed hij ook en daar is een anekdote van.

Durkje: ‘Toen hij per ongeluk met zijn knie in de maag van de overledene drukte blies deze letterlijk de laatste adem uit!’

In 2011 opende Durkje haar hoeden- en pettenwinkel. Haar bekende plaatsgenoot Sietske Poepjes verrichtte de officiële openingshandeling, een dag voordat ze als gedeputeerde werd geïnstalleerd. Durkje noemde de zaak naar een vierde generatie voorouder aan beppe’s kant. Zij was van adel, woonde in Brabant en ze heette Johanna Suzanne Geertruida van Nuyen. Een mooie dure naam die dochter Hanna heeft meegekregen en die als label een hoedenmerk goed draagt. Durkje levert ook andere modeaccessoires als handschoenen, shawls en kleine avondhandtasjes. 

Hoeden maken en vooral de zogeheten fascionators, blitse fantasiecreaties op diademen, gaat haar goed af. Twee keer deed ze mee aan een internationale prestigieuze hatcontest in Frankrijk met niemand minder dan mode-icoon Jean Paul Gaultier in de vakjury. Net als de hoeden verkoopt Durkje ze niet alleen, ze verhuurt ze ook. 

Hét hoogtepunt in Durkje’s leven was echter het jaar 2018 toen haar kapperszaak het predicaat Hofleverancier kreeg. Dat werd groots gevierd met een feest voor 800 genodigden. Commissaris Arno Brok was een van hen. 

Makkum is heel belangrijk voor Durkje: ‘Makkum is een vlecke, een handelsplaats met stadse allure. Wij zouden in de 12e eeuw stadsrechten krijgen maar net voordat het zover was werd dit privilege afgeschaft. Normaal gesproken zou Makkum nu de twaalfde stad van Friesland zijn. En waarom Makkum zoveel voor mij betekent? Heel simpel. Als Makkum floreert dan gaat het de ondernemers goed en ook de inwoners.’ 

Haar familie is tot generaties terug Makkums maar oorspronkelijk komen de Hoeksema’s, de tweede e duidt erop, uit Groningen. Apppingedam om precies te zijn. Maar nu zijn ze Makkumers in hart en nieren en dat blijkt op vrijdagavond. Dan is het bij Durkje een komen en gaan van mensen. De week wordt door velen tijdens dit happy hour bij haar afgesloten en het weekend begonnen.

Menu

Vrijdags wereldgerecht

Kip op Koreaanse wijze van de green egg met sojasaus-sesam geurige rijst, kimchi, zwarte linzen, pittige wortel/mangosalade, zoetzure rode kool, gegrild kraftbrood, yoghurtdip en gesuikerde pinda’s.

Wijnen: El Potro Frison rood (Tempranillo Tinto) en wit (Verdejo). 

Partners