Een bionische Zweed met de kennis van nu
EZUMAZIJL – De Volvo Duett van Ebele Visser is een plaatje. Oud vanbuiten, jong vanbinnen. Ebele sleutelt al zeven jaar aan deze bionische auto. De voltooiing van de renovatie is in zicht.
Ebele schrikt er niet van concessies te doen aan de originaliteit: ‘Ik heb deze auto niet voor de show, ik wil erin rijden. Ik heb hem helemaal uit elkaar gehaald. Elk onderdeel heb ik nagekeken. Alles wat eraan toe was is vervangen, vernieuwd of gerestaureerd.’
Wat er nog aan moet gebeuren is het bekleden van de achterbank, een andere versnellingspook en allerlei details moeten worden afgewerkt. Plus dat er een veiligheidsgordel in moet. Van Ebele dan, want hij wil vertrouwd de weg op.
Hoe rijdt ‘ie nu?
Eerst slecht maar het werd steeds comfortabeler. Alles is verbeterd, er is een compleet nieuw motorblok met injectie ingezet. Nieuwe schokbrekers en remmen op luchtdruk zijn gemonteerd waardoor ook een elektrocompressortank nodig was, einddempers in de uitlaat zijn aangebracht want de decibellen timmerden op m’n trommelvliezen, de pijp is van roestvrijstaal, de carburateur is vervangen en voorzien van een tweetraps Weber-spruitstuk, ik heb kachel en radiateur aangepast voor koelvloeistof, een vacuümtank voor de ruitenwissers geplaatst, de hele auto is geïsoleerd met een foam van twee centimeter, en ga zo maar door. De afstelling kan nog beter maar de auto loopt als het spoor.’
De Volvo Duett werd in de versie van PV444 geïntroduceerd in 1953. Er was behoefte aan een ruimere auto en daar speelde de Zweedse autofabrikant op in door een stationcar met achterdeurtjes op de markt te brengen. Deze Duett was derhalve een geschikte wagen voor kleine ondernemers die hun auto zowel privé als voor hun werk konden gebruiken. In feite twee auto’s in één, vandaar de naam Duett. Er zijn tweezits op de markt gekomen maar ook versies zoals Ebele’s exemplaar met een achterbank, die plat kan.
‘Zo had men een werkauto voor doordeweeks en een gezinsauto voor weekends,’ aldus Ebele.
De grote klus begon met het stralen en nieuwe platen aanbrengen op de verrotte stukken. Het bewerkingsproces van de carrosserie was veelomvattend: rondom vlak vijlen en solderen met tin om zo weinig mogelijk plamuur te hoeven gebruiken, schoperen met een legering van zink en aluminium en een kunststoflaag van polyurethaan aanbrengen om het koetswerk optimaal te conserveren. De auto kan weer generaties mee. Niet alleen werd er gerestaureerd in de werkplaats van Ebele, de auto reisde het hele land door: Volendam, Everdingen, Lemmer, Sint Annaparochie. In laatstgenoemde plaats werd de Duett gespoten. In een duotone combinatie van bruin en crème met gouden biezen. Niet origineel, maar wel mooi. Zelfs de onderkant is in dezelfde kleuren gespoten!
‘Dat was een fraai staaltje vakmanschap van Faber in Sint Anne,’ zegt Ebele.
Wist je waar je aan begon?
Ja, want als ik wat doe wil ik het ook goed doen. Het is mooi dat je het kunt doen. Zie het als een soort van therapie na mijn pensioen. Ik ben een ambachtsman, ik kan alles maken. Daarom is dit een prachtig project. Je moet gewoon logisch denken en je verplaatsen in de ingenieurs die deze auto hebben ontworpen. Vroeger waren autobouwers origineel, tegenwoordig lijken alle auto’s op elkaar. Ik heb het karakter van deze Duett bewaard maar met de kennis van nu aangepast aan de huidige tijd met toepassing van de technische mogelijkheden.’