Honger naar verdieping
DOKKUM – Het levensverhaal van Ger van Langen leest als een jongensboek, een schelmenroman mag je ook zeggen, of een avonturenbundel. Er is nogal wat gebeurd in zijn leven. Hij heeft het nodige meegemaakt. Never a dull moment, placht de Engelsman te zeggen. De eerste jaren verliepen zoals een nieuwsgierige en gedreven jongen frank en vrij opgroeit. Vrijmoedig en blijmoedig. Met dank aan liefdevolle ouders, Brabantse middenstanders die een juwelierszaak runden en ondanks het harde werken tijd namen voor zorg en opvoeding en zeer toegewijd waren aan hun zoon op wie zij trots waren.
‘Zij maakten mij tot wat ik nu ben,’ zegt Ger.
Maar….. rimpelloos verliep zijn jeugd niet. Op zijn 14e ontdekte Ger wie hij werkelijk was. Zijn vader en moeder bleken namelijk niet zijn biologische ouders. Ger was te vondeling gelegd in Gemert. Hij werd geadopteerd. Ze vonden het tijd om dat hun zoon te vertellen want zo’n geheim je hele leven met je dragen is een zware last. Alle moed hadden ze verzameld om het eindelijk te ontsluieren.
Ger: ‘Dat was heel heftig. Mijn wereld stond op zijn kop. Ik was boos en verdrietig tegelijk, kon het niet goed plaatsen. Ik was al een opstandige puber aan het worden, gooide de kont tegen de krib. Ik werd recalcitrant en was van het atheneum getrapt en ik zakte af naar de havo. Toen kwam dit er nog overheen.’
Nu weet hij: ‘Ik heb zo verschrikkelijk veel geluk gehad, ik had me geen betere en lievere ouders kunnen wensen. Ze leven niet meer maar ik denk met grote dankbaarheid aan mijn jeugd terug.’
Het kantelpunt werd ingeleid door de Zeevaartschool.
‘Maar toen huisvriend Gideon van Praag mij aanspoorde filosofie en psychologie te gaan studeren was dat voor mijn vader een brug te ver. Hij adviseerde mij de Zeevaartschool af te maken. Op zee zou ik mijn honger naar diepere gedachten stillen. Dat bleek ook zo. Op zee vind je de rust en de tijd om verder te kijken, gedachten dwalen af richting einder. Ik voelde me op m’n plek. Ik had horizon nodig gelijk de dichter Jan Jacob Slauerhoff.’
Ger raakte geïnspireerd door de componisten/vrienden Julius Röntgen en Edvard Grieg, mannen die melancholische volkse klassieke muziek maakten. Hij ontdekte verveling als een deugd. ‘In verveling vind je nieuwe wegen, word je creatief.’
Dat de jeugd in deze coronatijd geen perspectief zou hebben vindt Ger gezwets. Nog steeds gaan gedachten met hem aan de haal en zijn overpeinzingen tekent hij op in zijn lezenswaardige columns die in het bedrijfsorgaan WPDetails worden gepubliceerd.
Je bent meer bezield dan een gemiddelde directeur?
Ger: ‘Dat denk ik niet. Maar het is gewoon een uitvloeisel van mijn jeugd en van mijn tijd op zee. Ik ben de hele wereld over gevaren, heb alle havens aangedaan, leerde steden en andere culturen ontdekken. Heel waardevol. Van Praag kwam op het goede moment. Door hem heb ik verder leren denken. Hij heeft mij getriggerd in mijn honger naar verdieping.’
Op de Caribbean leerde hij de moeder van zijn kinderen kennen. Ze trouwden. Ger is trots op zijn kinderen. Lara is assistent marketing bij Gibson Guitars en Rens zit op het conservatorium. Muziek en ritme zitten in hun bloed. De zoon van Etty, Beer Zandt, beschouwt Ger als zijn andere zoon.
Adoptie is een actueel item. Er wordt de laatste tijd nogal wat aandacht aan geschonken. Het interesseert Ger ‘geen moer’. Hij heeft zijn eigen opvattingen erover. Dat adoptie meestal draait om buitenlandse kinderen bevreemdt hem.
‘Als je wil adopteren kun je je energie beter in Nederlandse kinderen steken. Onze weeshuizen zitten ook vol en je voorkomt problemen door culturele verschillen en verre afstanden.’
Wat wilde je vroeger worden?
Ger: ‘Ik had geen doel voor ogen. Ik had wel een hang naar avontuur, naar verhalen. Ik las de Scheepsjongens van de Bontekoe en Roodbaard. Lekker wegdromen, en dat doe ik nóg! Ik heb in 1996 wel de familie-bv overgenomen maar de zaak van mijn ouders niet voortgezet. Daar heeft nooit mijn ambitie gelegen. In de vennootschap zaten een paar panden in Eindhoven, Oss en Boxtel. Later heb ik die verkocht en het geld aangewend voor activiteiten die ik met Etty ontplooi, zoals hotel Om de Noord op Schiermonnikoog en de Zuidertoren, een vuurtoren die we in een stichting hebben opgenomen en die is gerestaureerd. We organiseren er culturele evenementen. Op Ameland zijn we actief geweest voor de musea en verder ondersteunen we sportieve evenementen en natuurlijk het topevenement van het jaar, het Zomerconcert van het Noord-Nederlands Orkest op Lauswolt. Etty’s grote kracht is haar gevoel voor hospitality, voor het ontvangen en verwennen van mensen.’
In dat opzicht versterken ze elkaar. Ger, voorzitter van de KNRM op Schier, staat eveneens bekend om z’n Brabantse gezelligheid; hij bakt worstenbroodjes en appeltaart en dat ruik je op het hele eiland. De achterliggende gedachte is altijd: mensen naar Ameland en Schiermonnikoog trekken, alles voor de veerboot. Die moet varen, al is dat tegenwoordig door het dichtslibbend Wad en de verzanding van de vaargeulen geen sinecure.
Ger: ‘De dynamiek is veranderd. De 2e Maasvlakte fungeert als zandmotor en door zandsuppletie aan de noordkusten van de eilanden, de harde hoge dijken aan de zuidkant en de afsluiting van grote spoelwateren als de Lauwerszee en de Zuiderzee wordt de zandhonger van het Wad groter. Ik vind het ironisch om te zien hoe mensen op de zeedijken staan en roepen: dit is natuur! Dat neemt niet weg dat het Wad het mooiste gebied van de wereld is.’
Maar de boot moet wel varen
Ger: ‘Zeker, al is het alleen al om per jaar een miljoen tickets te verkopen, twee miljoen mensen over te zetten en de eilander economieën op peil te houden. Op tij varen lijkt onontkoombaar, maar naar Ameland kan dat niet omdat de tijdvensters dan te kort zijn om in de huidige vervoersbehoefte te voorzien. We zijn er dagelijks mee bezig. Ik ben groot voorstander van een drie partijen overeenkomst; nu staan de eilanden langs de zijkant terwijl ze de grootste belanghebbenden zijn, heel raar. Allerlei gremia bemoeit zich met ons; talloze natuurorganisaties, vijf ministeries, vier burgemeester, twee provincies.’
Hij kan een gloedvol betoog houden, duidelijke taal spreken en toch maakt hij geen vijanden: ‘Dat is niet in ons belang.’
Het krachtenveld waar hij in verkeert is enorm en dan moet ook nog recht worden gedaan aan het Wad als werelderfgoed en is de balans tussen economie en ecologie in tijden van corona fragiel.
Wat overheerst is niettemin heel veel plezier aan het werk: ‘Het is een eer om leiding aan zo’n mooi bedrijf te geven. Het vakantiegevoel begint al op de boot en ik mag dat dagelijks ervaren.’
Eten
Delicatessenplank met champagne (Laurent-Perrier)