WOUDSEND – ‘Ik heb de beste fruits de mer van Nederland. Kom eens proeven,’ zei Sjouke Schilstra tegen mij. Dat was niet tegen dovenmansoren gericht. Ik ben een liefhebber van schaal- en schelpdieren. Ik mocht iemand meenemen. Mijn keus viel op André Sterk (76) uit Lemmer. Een visondernemer die samen met broers Gerard en Peter een prachtig bedrijf heeft opgebouwd. Nu runnen zijn zonen Bertin, Theo en Laurens en Theo een visbedrijf.
Aanleiding voor de ontmoeting was een alarmerend bericht van André over de nieuw te bouwen vismigratierivier en de slechte visstand in het IJsselmeer door vraatzuchtige aalscholvers. Het werd een genoeglijke vismiddag.
De chef van het vernieuwde visrestaurant Vis en Meer in Woudsend had geen woord te veel gepocht. Het zeevruchtenbanket was subliem qua kwaliteit, smaak en rijkdom. Dit kan weleens de zomerhit van 2021 worden. Gelukkig is het fraaie achterterras uitgebreid en deels overkapt. Genoeg ruimte dus om veel gasten fruits de mer voor te schotelen.
Eerste gespreksonderwerp was het familiebedrijf Sterk Seafood waarvan de 5e generatie nu aan het roer staat. Het bedrijf dat vooral aan de horeca levert draait goed, laat André weten. Hij bemoeit zich niet meer met de gang van zaken. De vrije hand geeft hij wel, doch niet gevuld. ‘De mannen moatte sels de mêst oan board sile,’ zegt senior, wiens overgrootvader Johannes in 1882 het bedrijf stichtte met het verwerken, roken (haring) en zouten (ansjovis) van vis. De stamvader van de visrokersfamilie had net als Abraham zeven zonen en allemaal gingen ze ‘in de vis’. Nog in de 19e eeuw wordt door de firma Sterk fabrieksmatig gerookt, gezouten en ingelegd. Toen Zuiderzee IJsselmeer was geworden ging Sterk haring, makreel en paling roken. Mindere tijden zijn altijd overwonnen. De naam Sterk gestand doend. In 1959 kwam André op 14-jarige leeftijd in de zaak bij heit Wiro. Dertien jaar later nam hij met Gerard en Peter de zaak over. Twee jaar eerder werd een vrieshuis geopend. Toen is men begonnen met het fileren van vis en het invriezen van de filets. Na de Europese eenwording veranderde de markt en kwam Sterk in handen van de Britse multinational Hazlewood. Dat werd geen succes. André begon begin deze eeuw weer voor zichzelf en zo is hij terug waar zijn familie mee begon: zoetwatervis. Deze vis, met name snoekbaars, importeert men uit Rusland en Kazachstan. De rugstukken worden in Litouwen gesneden. Het ompakken, paneren, bakken en verpakken gebeurt op Urk. De vis wordt diepgevroren en opgeslagen. Voorraadhouden is een wezenlijk onderdeel (en kostenpost) binnen de onderneming. Op dit moment hebben de mannen Sterk 60 soorten visfilet op voorraad.
André zit op zijn gemak in Woudsend, het dorp aan de Ee waar Sterk vroeger brandhout voor het roken ophaalde uit de plaatselijke timmerfabriek die kerkbanken en doodskisten maakte. Volgend onderwerp is de in aanleg zijnde vismigratierivier in de Afsluitdijk. Kosten: € 80 miljoen. ‘Zal wel uitdraaien op honderd miljoen.’ Hij ziet geen heil in de rivier: ‘Zet twee keer per etmaal als de waterstand binnen en buiten gelijk is, alle sluizen langs de hele Nederlandse kust vijf minuten op een kier. Dan kan de vis migreren. Dat kost niets, is enkel een discipline. Je kunt het bespaarde geld beter gebruiken om IJsselmeervissers uit te kopen omdat je genoeg hebt aan circa twintig beroepsvissers. Dan heb je geen overbevissing, ontstaat er een gezonde populatie en verdienen ze een belegde boterham.’
Met lede ogen ziet hij aan hoe 60.000 aalscholvers als schrokoppen het IJsselmeer leegvissen: ‘Ze eten één kilo vis per dag. Veelal jonge visjes van zo’n twintig gram. Dat zijn er dagelijks drie miljoen en jaarlijks ruim een miljard. Daar komen alle andere viseters nog bij. En dan krijgt de visserman de schuld van de lage visstand! Vissers klagen terecht steen en been.’
Vertrouwen in de politiek heeft hij niet: ‘Op een vergadering van IJsselmeervissers in 2012 in Lelystad onder leiding van toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma beloofde zij dat de vismigratierivier er niet zou komen. Ik heb haar toen mijn oplossing aangedragen voor de slechte visstand. Ze zou erop terugkomen. We zijn tien jaar later en nog heb ik niks gehoord.’
Aan de politiek correcte natuurbeschermers heeft André een broertje dood: ‘Met al dat softe gedoe van zieke zeehonden redden en verzorgen verstoor je de natuur en verzwak je de populatie. In geval van te veel zeehonden en vogels moet de mens beheren en zorgen.’
Regels, regels en nog eens regels, André wordt er tureluurs van: ‘Zo moet je beslist geen verbod op het vangen van schol opleggen wanneer deze vol zit met kuit. Het is doodzonde dat dit kuit niet in zee komt maar op de fileertafel. Diegene die dan een schol eet vindt dat niet lekker en dat klopt want kuit bederft de smaak. Een beperking zou hier op zijn plaats zijn. Een vangstverbod op schol in de kuitperiode zou ook veel kunnen opleveren. Dan moet men in een kortere periode inkopen voor een heel jaar verkoop. Dit werkt prijsverhogend. De consument krijgt dan altijd kwaliteitsvis op zijn bord. Kuit komt dan waar het hoort, namelijk in zee, en zorgt voor nieuwe aanwas.’
Sjouke blijft ondertussen maar schalen met fruits de mer opdienen, aardige weetjes vertellend zoals het zandvrij krijgen van kokkels: beetje bloem toevoegen want daar kunnen ze niet tegen en spuwen ze het zand uit hun schelp! André maakt zich sterk voor het behoud van onze cultuur. Zo dreigen als gevolg van regelgeving visserijdagen in havenplaatsen te verdwijnen: ‘Dat beetje extra vangst stelt niks voor. Laat ze toch hun jaarlijks hoogtepunt beleven.’
Omdat we het over van alles en nog wat hebben komen ook de hobby’s van André voorbij, zoals schepen en prachtige klassieke auto’s. Hij heeft de oude vissermanaak van oerpake Johannes uit 1902 gerestaureerd. Alle vergunningen rusten er nog op. Hoewel hij een kundig schipper is laat hij een boegschroef aanbrengen in de aak die hij al had. Dan is er nog de stijlvolle salonboot die hij laat bouwen. Een trendbreuk met het verleden: André Sterk niet onder zeil, maar motorisch. Je wordt ouder papa!
Albert van Keimpema