GROUW – Er is een Valk van de dood gered. Zo voelt het althans. In Vinkeveen lag er eentje weg te rotten bij een woonboot. Toen de ark werd verkocht kreeg de nieuwe eigenaar de Valk er gratis bij, want ja, wat moest je ermee? De nieuwe eigenaar zag op tegen de kosten. In Grouw werden ze toen getipt. Nieuwsgierig togen drie liefhebbers naar het Westen. Ze hoefden er niet lang over na te denken: deze boot moesten ze hebben. Het bleek namelijk om een authentieke Bruynzeelvalk te gaan waarin de stamvaders van deze open zeilklasse, de broers Kees (1900-1980) en Willem Bruynzeel (1901-1978) hebben gevaren.
Ze waren eigenaar/directeur van de gelijknamige fabriek in Zaandam, eind jaren 30 de bakermat van de Valk. Door Roelof Wester liet het drietal de iconische Valk compleet restaureren. Het was een van de laatste klussen van de Grouwster houtbouwer die samen met heit Albert de jachtwerf was begonnen.
Grouw is met de Valk nr. 4 een stukje varend erfgoed rijker. Er ligt bovendien een link tussen Bruynzeel en het dorp. In 1940 voer Kees in dit prototype demonstraties op Loosdrecht, de Kaag, in Reeuwijk en Grouw. Het zeilnummer 4 ging in 1941 over op bouwnummer 229 (de boot was meteen populair) van Willem Bruynzeel, en is dus onlosmakelijk met de familie verbonden.
De Valk markeert de historie van de open houten zeilschepen in ons land. Het is de eerste die van hechthout werd gemaakt. Dat zat namelijk zo. In 1919 werd de stoomtimmerfabriek ‘De Arend’ van Bruynzeel in Rotterdam in de as gelegd. Een jaar later vestigde de familie het bedrijf in Zaandam waar een moderne fabriek in deuren, vloeren, keukens en fineer werd gebouwd. Voor het eerst werd hechthout (een soort multiplex) toegepast. Om dit materiaal te demonstreren (waterdicht, vormvast, duurzaam etc.) bedacht Kees dat er een wedstrijdboot van gebouwd zou kunnen worden. Een open boot die met een lengte van 6,5 snel, ruim en stabiel was. Hij gaf de Zaanse scheepsbouwer Ricus van der Stadt opdracht het schip te ontwerpen en in de keukenfabriek te bouwen. Zo is dus de Valk op de tekentafel van Bruynzeel ‘geboren’.
Voordat de 4 in andere handen over ging had de vorige eigenaar een poging gewaagd de restauratie zelf te doen, maar de boot liet hij te lang op het droge waardoor schade ontstond aan romp en buikdenning. Wester was genoodzaakt de zijkanten te vernieuwen. Het dek is authentiek en heeft een prachtige vlam.
Valkenkring Grou
De drie eigenaren – Gert Jan de Roo, Jetze Sipma en Margot Knegtering-Breuning (dochter van de bekende tandarts/valkzeiler wijlen Max Breuning, hebben zich verenigd in Stichting Valkenkring Grou. Met donaties en sponsoring hebben ze de restauratie en de epoxybehandeling kunnen bekostigen. Molenaar en De Vries schonken respectievelijk zeil en dektent. Een katoenen doek zat er nog bij maar dat wordt alleen gebruikt op events. Een modern lookalike tuig is er niet van te onderscheiden.
Er worden geen wedstrijden gezeild met de 4.
Jetze Sipma (opgegroeid met de Valk 156 van heit en zelf zeilend in de 846, een van de laatste nieuwgebouwde wedstrijdvalken): ‘We varen recreatief met kleine ploegjes en dat doen we met een maatschappelijk doel. Gasten aan boord zijn bijvoorbeeld mensen met een beperking of een burn-out en ook met zij die niet meer zelfstandig kunnen zeilen. Deze Valk zal je vaak genoeg op het water zien.’
Albert van Keimpema