LEEUWARDEN – Een van de meest bijzondere kunstenaars die Friesland heeft gekend is Koos van der Sloot (1953-2018). Je moet de durf maar hebben om één object centraal te stellen in je hele oeuvre. Bij hem is dat het ei. In alles wat hij heeft gecreëerd zijn eieren verwerkt.
‘Het ei is de wereld die ik bereizen moet,’ zei hij in 2009 over zijn fascinatie.
Zijn kunstwerken noemde hij EGGSCAPES; assemblagekunst van (lege) eieren, eierdozen en alles wat eraan relateert.
Koos van der Sloot groeide op in de omgeving van Joure. Hij zwerft door de weilanden en neemt wel eens een ei mee naar huis.
Zijn vader houdt kippen in de achtertuin. Het ei was toen nog gewoon een ei in het bestaan van Koos. Pas op veel latere leeftijd begon het ei voor hem te leven en kreeg het betekenis.
Van der Sloot werkte bij de gemeente Haskerland die later opging in Skarsterlân (nu De Fryske Marren). Hij was stedenbouwkundige. Na een herseninfarct moet het roer om. Koos ontwikkelt zich vanaf 2007 tot kunstenaar. Hij werkt hard want de tijd zit hem op de hielen, zijn gezondheid is broos. Leven en dood is een belangrijk thema in zijn werk. Het ei symboliseert voor hem de levenscyclus. Het is tevens dé vorm waarin hij zich kan uitdrukken. Een van zijn laatste projecten als stedenbouwkundige was de entree van de nieuwe wijk Wyldehoarne II. Hij ontwierp een aantal beeldbepalende huizen met grote eieren op de hoeken van de daken. Dit betekende de start van zijn kunstenaarschap. In verschillende gevels tekent hij klokken als ornament. Echter, in de commissies sneuvelden die omdat het een te complex en te duur element was. Er werd een compromis gevonden: de ronde vorm in de gevels en in de timpanen verwijzen naar een gestileerde klok, het symbool van tijd en leven.
Vervolgens kan hij zich volledig uitleven in vrije expressie. Zijn oeuvre krijgt een steeds prominenter plaats in de Friese kunst.
In galerie Obe op het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden was een expositie aan Koos van der Sloot gewijd. Voormalig wethouder Henk Deinum, vriend van de kunstenaar, opende de tentoonstelling. Op zijn wethouderskamer had hij een kunstwerk van hem. Het mocht er blijven. Opvolger Hein de Haan had niet in de gaten welk creatief proces eraan ten grondslag had gelegen en was verbaasd dat het naar een tentoonstelling verhuisde: hij dacht dat de eieren van plastic waren. In wezen een compliment omdat het gestileerde ei zijn voorstellingsvermogen te boven was gegaan.
Albert van Keimpema