friesjournaal logo

Joop Wittermans op het Oldehoofsterkerkhof bij de audiovoorstelling Radman in een 18 meter hoog reuzenrad waarvoor hij de Friese tekst heeft ingesproken.

BEETSTERZWAAG – Twintig jaar geleden speelden Joop en Mads Wittermans Vader en Zoon. Nu staan ze weer samen op het toneel, maar er is het nodige veranderd. In de voorstelling van toen had pa last van een midlifecrisis en weigerde de zoon, ondanks inspanningen van z’n vader, te voldoen aan de normen van de maatschappij. Anno 2021 hikt de zoon tegen een midlifecrisis aan en lijkt hij conformist te zijn geworden. Terwijl in vader de anarchist ontwaakt; hij zet zich af tegen alle regels die het ouder worden en de naderende dood met zich meebrengen. De rollen zijn dus volledig omgedraaid, of ligt het toch anders?

Zes schrijvers (Bouke OldenhofJoeri VosRob de GraafMarijke SchermerBodil de la Parra en Jan Veldman) schreven nieuwe teksten. Door Jan Veldman en regisseur Liesbeth Coltof zijn deze kunstig met elkaar vervlochten. Joop en Mads gaven er waar nodig een eigen draai aan zonder dat het autobiografisch is geworden. Vader en Zoon, grotendeels Nederlandstalig met hier en daar een vleugje Fries, is een spel tussen feit en fictie, toen en nu. Het is een geestige, ontroerende en soms pijnlijke theaterdialoog. Een hartstochtelijk gesprek over ouder worden, jarenlange patronen en elkaar los durven laten.

Joop spreekt tegen dat hij met het verstrijken der jaren wat bedaarder is geworden. Hij is dus niet de goedmoedige pake van 75. 

‘Ik ben mijn hele leven al dwars en het rebelse zit er nog in. Neem de coronapas, die is er in twee versies, een Nederlandse en een Europese. Laatst had ik de Europese bij me en denk ik: dat zit altijd goed. Nee dus. Kijk, dan wakkert het vuur in me aan en word ik weer anarchistisch.’

Zijn verhouding met Mads (43) is niet de klassieke vader/zoonrelatie: ‘Onze band is meer kameraadschap dan vader-zoon. Wij kunnen wel eens ruzie maken maar we laten elkaar nooit vallen. Vroeger ook niet, in de tijd van drank en kraakpanden. Ik weet niet hoe dat komt, het is gewoon zo ontstaan.’

Is dat anders, met je zoon spelen?

‘Ja. Wij kunnen meer tegen elkaar zeggen en zijn directer tegen elkaar dan tegen collega’s. Dat is een voordeel. Wij zijn beide fel en we mogen elkaar graag de gek aansteken. Soms is het hard tegen hard. Laatst zei een technicus: ho ho! Mads stelde hem gerust. Hij zei: over tien minuten zitten we in de auto en is het weer goed.’

Zit er verschil in jullie acteren?

‘Ik ben meer de ambachtsman, technisch geschoold. Mads is meer de man van het moment en vertrouwt op zijn invallen. Er zit een mooie spanning tussen ons.’ 

Albert van Keimpema

Partners