NOARDBURGUM – Frans en Antsje Zeinstra boeren op Groot Veldlust in Noordbergum, een zogeheten Ypeij-pleats, in de volksmond ook wel de Koning Willem III-boerderij. Zo genoemd omdat deze vorst de boerderij, die onderdeel uitmaakte van een groot ontginningsproject, in 1852 bezocht. De koninklijke status klinkt voornaam, maar de stelp was ontdaan van alle grandeur. Ramen aan de voorkant werden in 1976 dichtgemetseld om ruimte te bieden aan melkstal en tanklokaal. De verminking werd alom betreurd. Acht jaar geleden hebben Frans en Antsje de voorzijde weer in oude luister hersteld en een mooie serre aangebouwd.
Groot Veldlust heeft weer de allure die het verdient.
Frans’ schoonouders Harm en Griet Bouma kwamen in 1974 vanuit Oenkerk op Groot Veldlust. De boerderij, eigendom van Stichting Op Toutenburg, kwam vrij toen de familie Kornelis Oostenbrug vertrok. In 1985 ging Frans in maatschap met zijn schoonouders boeren. Drie jaar later settelden hij en Antsje zich er. Ze trokken in het door schoonouders gebouwde huis vlak naast de boerderij, waar nu zoon Jan met zijn Esther woont. Frans en Antsje hebben drie kinderen: Jan, Harm (actief in het voetbal) en Margriet (onderwijzeres). Frans boert met broer Dick en Jan in maatschap. Dick boerde samen met zijn vrouw Ytsjeboerde op de ouderlijke pleats in De Falom. Toen het tracé van de Sintrale As over zijn landerijen werd uitgestippeld liet hij zich uitkopen. Het drietal runt samen met hun partners aan de Rijksstraatweg een boerenbedrijf met 340 stuks melkvee op een areaal van 137 hectare waarvan 30 in eigendom is van de stichting. De regenten van de stichting komen eenmaal in de twee jaar langs voor opzicht en beleefdheidsbezoek. Ooit telde het bezit 24 boerderijen. Nu zijn het er nog 6.
Aan de stichting hebben Frans en Antsje een goede huurbaas: ‘Ze knijpen je niet uit.’
De geschiedenis van Toutenburg en het landgoed Vijversburg in Tietjerk gaat terug tot 1528 toen stadhouder Georg Schenk van Toutenburg bij Zwartewegsend buitenverblijf Vijversburg liet bouwen en een verbindingsweg (de Zwarte Weg) tussen het slot en Leeuwarden liet aanleggen. In 1808 kochten koopman Age Binnes Looxma III, telg uit een Sneker regentenfamilie en een man met aanzien, en zijn vrouw Anna Pieters de buitenplaats.
In 1828 trouwde hun enige dochter Baudina Looxma met de Leeuwarder arts Nicolaas Ypeij, stammend uit een geslacht van bestuurskundigen en intellectuelen (landmeters, hoogleraren en rechters). In 1843 gingen ze wonen op Vijversburg, dat ze flink uitbreidden met tuinen, landerijen en boerderijen die als ‘Ypeij-pleatsen’ werden geduid. Het was dus niet zo vreemd dat Koning Willem III naar Friesland kwam om met eigen ogen te aanschouwen hoe armoedige heide werd ontgonnen en boeren welvaart brachten.
Frans, wijzend op een schilderij waarop Groot Veldlust is afgebeeld midden tussen heidevelden: ‘Deze hele pleats is met de schep ontgonnen, net als de Koloniën van Weldadigheid bij Veenhuizen die nu zijn uitgeroepen tot Werelderfgoed van de UNESCO. Noardburgum werd in ontwikkeling gebracht; er kwamen huizen, er werd een kerk gebouwd en een naai- en bewaarschool.’
Age Looxma Ypeij, de laatste telg uit de alliantie van de Looxma’s en Ypeij’s en in 1892 overleden, liet in een testament optekenen, beginnend met ‘Tot aandenken mijne moeder’, dat villa, landgoed, landerijen en boerderijen werden overgedragen aan de filantropiestichting Op Toutenburg, die het bezit ook moest beheren. Zijn grote porseleincollectie van 50.000 objecten werd gelegateerd aan de provincie Friesland. Een deel van deze Ypeij-collectie is sinds 2007 te bewonderen in keramiekmuseum Princessehof.
De Bouma’s bouwden in 1974 niet alleen ‘de foarein’ om en een woning ernaast, ook werd in de schuur met immense hooivakken een ligboxenstal gebouwd. Vooruitboeren, was het credo. Toen er achter de boerderij een nieuwe, complete stal werd gebouwd in 2011, grepen Frans en Antsje de gelegenheid aan om de boerderij weer een beter aanzien te geven. Melkstal en tanklokaal werden omgetoverd in een prachtig woonverblijf met open keuken, gang, kamers en dus de serre die veel zonlicht vangt en een mooi uitzicht biedt.
Hoe goed en plezierig ze ook samenwerkten, over smaak konden Frans en zijn schoonvader wel twisten: ‘Toen ik voorstelde om de bruine kozijnen van het huis hiernaast roomwit met groen te schilderen, verklaarde hij ons voor gek. Een rondje door de regio om hem te wijzen op hoe goed dat eruit kan zien, overtuigde hem niet. Maar toen hij in 1992 van de pleats ging liet hij mij zien hoe mooi groen de kozijnen van zijn huis waren. Typisch hem.’
Groot Veldlust heeft ook een opmerkelijke oorlogsgeschiedenis. Op de boerderij werden net als elders in de regio onderduikers ondergebracht. In de laatste dagen en tijdens hun aftocht werd vanuit de bovenramen op Duitsers geschoten. Dat leidde tot represailles waarbij drie buurtgenoten het leven lieten. Onderduikers zaten ook op de achtergelegen Terlúnspleats, eveneens een Ypeij-boerderij. Om het warm te houden werd de eikensingel naast de boerderij deels gekapt.
‘Men kwam niet te dicht bij de weg want anders zouden ze zichzelf verraden. Deze historische plek kent veel verhalen,’ aldus Frans.
Albert van Keimpema