LEEUWARDEN – De grand old man van de Friese kunstwereld Jentsje Popma, in 2021 100 jaar geworden, is onderscheiden met de Friese Anjer 2021. Dat werd tijd ook. Hoe lang had men nog willen wachten? Het was alsof juist Popma het bestuur van de Friese Anjer de tijd gunde. Mar better let as net. Een zekere onderwaardering van zijn werk kan niet worden ontkend, liet commissaris van de Koning Arno Brok tijdens de uitreiking in de Grote Kerk weten.
‘Misschien was het jaloezie de métier.’
Zo heeft het Fries Museum eigenlijk nooit veel ruimte gegeven aan het grote, veelzijdige oeuvre van de maestro.
De geëngageerde Popma blonk uit in schilderkunst, beeldhouwkunst en glas- en raamkunst. Hij is een van de invloedrijke Friese kunstenaars in de vorige eeuw.
Brok: ‘Zijn werk spreekt velen aan, ook de mensen die niet zo thuis zijn in de kunst.’
Dagelijks wordt Brok aan Popma herinnerd, zei hij. Tegenover zijn werkkamer op het Provinciehuis is een glas-in-loodraam met taferelen van Friese folklore (1955), door Popma gemaakt.
‘Maar mijn favoriet is een raam voor mijn deur met afgebeeld een jonge, gracieuze vrouw in een gewaad. Popma maakte het toen hij 30 jaar was. Het is voorzien van een versregel van Obe Postma; O myn famke, jong Fryslân, myn bêrn.’
Na muziek in 2020 (winnaar De Kast) was ditmaal beeldende kunst het thema van de cultuurprijs. Bestuurslid Anita van Os, die beeldende kunst in haar portefeuille heeft, kon niet wachten om Popma te introduceren. De galeriehoudster (De Roos van Tudor) roemde zijn werk.
Popma maakte tot zijn 65ste toegepaste kunst. Door de opdrachten hoefde hij zijn hand niet op te houden, wat niet persé gunstig is voor het kunstenaarschap. Nog liever eet je droog brood. Bovendien was Popma docent aan de Academie Minerva in Groningen. Na zijn pensionering stortte hij zich op het vrije werk met portretten en steeds meer landschappen. Popma zag de teloorgang van het Friese landschap met lede ogen aan. Om de tijd te markeren was hij er vroeg bij om het vast te leggen, vóór de grote veranderingen. Hij zag het platteland verschralen van authentiek naar een productielandschap. Zijn humeur leed er niet onder. Popma werd ‘de vrolijke onheilsprofeet’ genoemd.
Onderwijl bleef hij ook beelden maken. De bekendste zijn van oud-Kamervoorzitter Anne Vondeling en van dichter/predikant FranVois HaverSchmidt (Piet Paaltjens). Laatstgenoemd beeld is met financiële steun van broer Folkert (de makelaar) aan de stad geschonken.
Douwe Elias, een oud-leerling van Popma op Minerva, stak zijn waardering voor hem niet onder stoelen en banken. Wat heet, Elias raakte helemaal op drift. Hij sprak van een ‘atmosferische diepte’ in het werk van Popma, dat wat betreft de landschappen tot de Bauhaus-stijl mocht worden gerekend. Popma is in de ogen van Elias een schilder die met rake penseelstreken direct vorm en compositie weet te treffen.
‘Iedereen zat maar wat te hannesen, Popma niet. Hij was ook zomaar klaar,’ zei Elias.
De productiviteit van de schilder is dan ook indrukwekkend.
Elias gaf ook aan dat Popma zich nooit te groot voelde voor het loven van een collega: ‘Toen ik hem leerde kennen zei hij: Ken jij het werk van Cor Reisma niet?’
Reisma (1902-1962) was een van de vooraanstaande Friese kunstenaars en een inspirator van Popma.
Om nog een reden bewondert Elias zijn meester: toen hij in Franeker wilde wonen en werken en huur en hypotheek hem als een molensteen om de hals dreigden te hangen, stelde Popma Elias een jaar vrij van huur.
Elias: ‘Popma verrichtte wonderen en hij deed ook nog eens een hele goede daad. Titus Brandsma is heilig verklaard, dus wat staat nog in de weg om Popma…’ De aanwezigen schoten in de lach.
Kunstfotografe Maartje Roos, winnaar van de Talintpriis die aan de Friese Anjer is verbonden, volgde het allemaal aandachtig en geamuseerd. Zij vormde als aanstormend talent een mooi contrast met het eeuwig talent. Maartje, maker van magische kunst, werd door Anita van Os omschreven als ‘een meester in het scheppen van een eigen wereld van verleden, heden en toekomst’.
Maartje zegt er zelf over: ‘Ik laat zien hoe het was, hoe het had kunnen zijn en wat het kan worden.’ Ze exposeert op de grootste tentoonstellingen in de wereld. Natuur en (bedreigde, zeldzame of vergeten) huisdieren hebben haar speciale belangstelling. Tot 27 maart is haar fine art photography te zien in De Roos van Tudor. Zij heeft hard gewerkt aan een nieuwe serie over zeldzame huisdierrassen; de eerste gedomesticeerde (landbouw)huisdieren die met uitsterven bedreigd zijn. Het proces van verdwijnen van rassen en gewassen is de laatste 50 jaar sterk versneld. Dat besef en de discussie over dierenwelzijn wil zij op een positieve manier aanwakkeren.