friesjournaal logo

SOEST – Afgelopen voorjaar stond in dit Fries Journaal een artikel over het boek ‘Het testament van agent 1218’ dat Monique Veenstra uit Soest schreef over haar Friese grootvader Marten Veenstra. Hij was een onvermoeibare, intelligente speurneus die afging op zijn logisch redeneren, op zijn gevoel, zijn sociale antenne. Tegenwoordig is het oplossen van moordzaken en ernstige delicten vooral een kwestie van DNA-sporen onderzoeken, camerabeelden bekijken, algoritmes uitpluizen, data verzamelen. Verbluffende techniek maar wel vrij simpel werk, dat matchen en herkennen. Probeer je daar maar eens uit zien te redden als dader zijnde. 

In de tijd van Marten Veenstra (1893-1963) moest je als rechercheur alles op eigen kracht, zonder al te veel hulpmiddelen en naar eigen inzicht doen. Je moest een intelligente speurneus zijn, over veel mensenkennis beschikken, logisch kunnen nadenken. Zo iemand was Marten Veenstra, in 1893 geboren in Langezwaag. Hij voegde zich in 1915 bij de Amsterdamse politie. Het korps bestond in de vorige eeuw uit opvallend veel Friezen. Veenstra liet een document na waarin hij uitgebreid veel zaken beschreef en ook de technieken die hij toepaste en de tactiek die hij volgde. Een klein en leerzaam meesterwerk dat zijn jongste kleindochter Monique te boek stelde.

‘Ongelooflijk hoe ze toen de waarheid wisten te achterhalen,’ zegt zij.

Met twintig vrijwilligers typte ze het manuscript over. Veel hoefde ze er niet aan te veranderen. De taal is een tikje gemoderniseerd, dat was het wel.

‘Sfeervolle verhalen, over insluiping, afpersing, overval, moord en geraffineerde vervalsing, met geslepen boeven en wakkere rechercheurs in de hoofdrol,’ schreef misdaadreporter Peter R. de Vries in zijn voorwoord. Het was wel zeer wrang dat hij twee maanden na de verschijning van het boek in Amsterdam werd vermoord. Maar het is niet nieuw dat dappere mensen zoals hij op de korrel worden genomen. Ook Marten Veenstra wisten ze te vinden. Helemaal gerust waren hij en zijn vrouw Popkje de Jong uit De Knipe nooit.

Monique: ‘Dat had impact op het gezin. De criminelen wisten waar hij woonde. Het is voorgekomen dat mijn grootouders met een Browning-pistool onder het kussen sliepen. Je kunt het vak zoals hij het uitoefende alleen doen als het groter is dan je zelf, dat het een roeping is.’

Voorjaar 2021 had Monique een leuk telefoongesprek met Peter: ‘Omdat er net in die tijd allerlei coronamaatregelen werden getroffen, maakten we een plannetje om zodra het weer kon, iets leuks te organiseren rondom onze bijzondere Friese politieman. Toen het eindelijk kon werd Peter begin juni vermoord. Verschrikkelijk. Ik vond het niet gepast om in die periode dit boek te gaan promoten. Peter was echt een fan van mijn grootvader. De mannen waren werkelijk uit hetzelfde hout gesneden.’ 

Peter herkende zich in de onvermoeibare drive van haar grootvader: altijd onderweg en op locatie, praten met getuigen, op zoek naar aanwijzingen, reconstrueren en het vinden van bewijs.

Saillant detail: een poosje geleden dook een familielid op dat een neef van Marten bleek te zijn en dat ook het politievak in was gegaan. Het is de nu 80-jarige Jan de Vries uit ?

Monique: ‘Als jongeman raakte hij persoonlijk geïnspireerd door mijn toen al gepensioneerde grootvader. Een soort ‘erfgenaam’ in het vak dus! Deze Jan de Vries was totaal verrast door het boek, toen hij er via-via over te horen kreeg. Ik heb hem opgezocht en hij bracht mij naar het ouderlijk huis van Marten Veenstra, waar ook hij in heeft gewoond. Wij, directe kleinkinderen van Marten, kenden die locatie nog niet. Zo bijzonder!’

Zaterdag 14 november 2021, de geboortedag van Peter R. de Vries, was in meer opzichten gedenkwaardig voor Monique: ‘Zijn vorige verjaardag in 2020, die dus helaas zijn laatste was, besteedde Peter aan het bestuderen van het manuscript van Marten Veenstra. Op die dag schreef hij het eerbetoon aan hem dat als voorwoord in mijn boek is afgedrukt. Dit voorwoord heeft heel veel betekenis gekregen.’ 

Partners