Woonplaats: Wirdum
Beroep: voormalig eigenaar Kielstra kraanverhuur
Leeftijd: 70
Auto: Packard 733 cabrio
Bouwjaar: 1930
Motor: 5,7 liter 8 cilinder in lijn (‘straight eight’), handbak benzine
PK: 90
Topsnelheid: 90
Kilometerstand: 180.000 mijl (ruwe schatting)
Verzekerde waarde: € 200.000
In bezit sinds: 2019
Van wie gekocht: Van een automakelaar in Texas
Andere auto’s: o.a. T-Ford van 1915, TT Truck Ford van 1922, Buick met open motor van 1923, Chevrolet roadster van 1930, A-Ford cabrio van 1930, Dodge 8-cilinder van 1930, Packard sedan van 1932, Ford V8 pick-up van 1940 en een Mercedes GLE 4-liter voor dagelijks gebruik
Packard die euromunt op 8-cilinder laat staan
WIRDUM – De enorme krachtbron van deze schitterende, antieke Packard loopt als een naaimachientje.
‘Als ik een euromunt op zijn kant op het blok zet, blijft ‘ie bij stationair draaien staan,’ grijnst eigenaar Catrinus Kielstra.
Wat konden ze vroeger auto’s maken, denk je dan. De Packard cabrio, vroeger geliefd bij Amerikaanse presidenten, is een pronkjuweel. Op het oldtimerfestival in Lelystad vorig jaar won de Packard de eerste prijs. Dat leverde een uitnodiging op voor de presentatie van de mooiste auto’s van Europa op paleis Het Loo. Daar bleef de triomf uit.
Kielstra: ‘De jury bestond uit louter Britten. Mijn Engels was niet goed genoeg om hen te overtuigen van de klasse en kwaliteit van deze auto.’
Hij kocht de 2.500 kilo zware auto in Amerika waar hij veel familie, vrienden en connecties heeft. Hij is er een keer of vijfentwintig geweest.
‘Ik was al jaren op zoek naar zo’n Packard. Ik heb die altijd een van de mooiste auto’s gevonden. Mijn vrouw Griet vond hem via internet tenslotte in Texas. Met mijn zoon Durk ging ik naar de verkoper. We hadden tien uur afgesproken. Wij waren er half tien want ik kom altijd een half uur eerder om te kijken of er problemen zijn. De auto wilde niet starten. Beter voor de prijs, dacht ik, hoewel ik er doorheen keek want ik zag meteen dat het een fantastisch auto was. Met een nieuwe accu had hij hem zo aan de praat. De elektrische overdrive, die origineel niet op de auto zat maar in 1932 werd gemonteerd voor minder toeren, minder brandstof en minder slijtage en waardoor niettemin de topsnelheid van 60 naar 90 werd verhoogd, deed het ook niet. Dat vond ik voor de onderhandelingspositie niet erg. Achteraf wel want om hem te repareren was best prijzig.’
‘Aanvankelijk konden we het over de prijs niet eens worden. Verdikkeme, dacht ik, ik krijg nooit weer de kans zo’n mooi exemplaar te kopen. Packard cabrio’s zijn zeldzaam en de meeste roadsters hebben geen zijraampjes zoals deze. Durk, die vloeiend Engels spreekt, heeft toen als Brugman moeten praten om de makelaar over te halen. Met handjeklap sloten we de deal, hoewel dat fenomeen er niet bekend is. De makelaar was verbaasd, maar wel om. De vorige eigenaar van de auto schijnt een hoge ome te zijn in de Amerikaanse politiek. Hem wil ik een mail sturen om de geschiedenis van de auto boven water te krijgen.’
De motor was al gereviseerd, wat zomaar 60.000 dollar kan kosten. Dat was dus mooi meegenomen. Maar als de spatborden niet nieuw waren geweest, had Catrinus de auto niet laten vernieuwen en het verouderde koetswerk in craquelé gelaten. Veel liefhebbers hebben tegenwoordig namelijk graag een goede oldtimer in rijstaat. Veel hoefde er niet aan te gebeuren. Ook de linnen kap verkeert in perfecte staat.
Alleen een rechter achterlichtje was nodig (vroeger werd in Amerika alleen met licht linksachter gereden). Na een lange zoektocht vond Catrinus op E-bay eentje. Prijs: 550 dollar. Om een idee van de kosten te geven. Onderdelen zijn lastig leverbaar.
Opvallend zijn de brede treeplanken.
Catrinus: ‘Handig voor beveiligers om op te staan, maar ook voor maffiose hitters met machinegeweren. Zowel onder- als bovenwereld reed in deze auto.’
Bijzonder is de mascotte op de radiateur. In dit geval de ‘Spirit of Ecstasy’ symboliserend.
Meest kenmerkend is de ‘Rumble Seat’, gekscherend ‘de schoonmoederszit’ genoemd. Dat is een te openen achterbank buiten de kap. Handig als je een schoonmoeder mee moet nemen maar niet aan wil horen.
Catrinus: ‘Soms als we met vrienden rijden en met z’n vieren zijn, gebruiken we de achterbank.’
De witte banden rond de fraaie metalen spaakwielen maken het geheel schitterend af. Aan weerszijden domineren de reservewielen.
Catrinus bezit een museale collectie oldtimers die hij heeft ondergebracht in de voormalige zuivelfabriek in Wirdum waar hij voorheen het door heit Lammert na de oorlog opgerichte kraanbedrijf had gehuisvest. Catrinus wilde er nieuwbouw plegen maar dorpelingen voorkwamen sloop (gelukkig). Nu staat er een schitterend pand waar hij alle ruimte heeft voor stalling en sleutelen. Het meeste kan hij zelf. Alleen de elektriek is soms lastig.
Catrinus is lid van een paar oldtimerclubs. Dikwijls nemen hij en Griet zomerdag deel aan ritten overal in het land. Packard op de trailer en rijden maar. Hoogtepunt is jaarlijks de Elfstedentocht in het Hemelvaartsweekend, met 400 deelnemers de grootste eendaagse oldtimerrally voor vooroorlogse auto’s. Voor deze Packard is dat een triomftocht door de eigen provincie.