Woning Amerikaanse boerderij
Bouwjaar 1923
Adres Scharren 38 Scharsterbrug
Bewoners Sido van der Werf (62), Feike van der Werf (28) en Hinke Atsma (56).
SCHARSTERBRUG – Het is precies 100 jaar geleden dat de eerste Amerikaanse boerderij in Friesland werd gebouwd, aan de Scharren tussen Scharsterbrug en de buurtschap De Heide. In maart werd in het Fries Landbouwmuseum in Goutum stilgestaan bij dit feit. Melkveehouder Sido van der Werf bewoont de boerderij die centraal staat in het jubileumjaar. Het is volgens Sido de enige authentieke. De anderen zijn allemaal replica’s.
Het was de bekende Friese stalinrichter Lammert Brouwers, een boerenzoon uit Minnertsga, die dit boerderijtype hier introduceerde. Hij verbleef van 1911 tot 1919 in Amerika en deed daar nieuwe kennis op. De Amerikaanse boerderij werd een opvallende verschijning in het Friese landschap van voornamelijk kop-hals-romp-, kop-romp- en stelpboerderijen. Alleen de rode daken komen overeen. Krijn Taconis uit Joure, wiens vader ook al in Amerika was geweest, gaf opdracht tot de bouw. Hij gaf de boerderij de naam Leta Hoeve, een samentrekking van de familienamen Van der Leij aan moederskant en Taconis.
Vernieuwing
Er was destijds behoefte aan vernieuwing op het gebied van hygiëne (bestrijding van tuberculose), welzijn en gezondheid van het vee (een goed stalklimaat), brandveiligheid en een efficiënte bedrijfsvoering. De Amerikaanse boerderij was in een aantal opzichten te prefereren boven de Friese boerderijtypen, maar zou niet domineren. Mede door de naoorlogse Kai Bouma-pleats met grote stalvensters en een hogere betonnen zolder en later vanaf de jaren zestig de ligboxenstal.
Kenmerkend voor de Amerikaanse boerderij zijn de hoge gevelmuren met rechtstandige hooizolder, een overkapte hooitakel aan de achtergevel (de hooideuren konden met een contragewicht op en neer), de mansardedaken, de wolvenkappen en de fraaie kajuiten, drie aan weerskanten. De boerderij van Sido is helaas van het meeste van deze glorie ontdaan evenals het wegslopen van het spekhok in het voorhuis. Eigenlijk zou er 150.000 euro subsidie moeten worden verleend om de boerderij in oude luister te herstellen. De blauwdruk van het ontwerp hangt nog altijd bij Sido in de gang, de restaurateur kan er zo mee aan de slag. Echter, de boerderij, gebouwd door de Langweerder aannemer Zandstra & Van der Sluis, ontbeert een monumentenstatus.
Wat het boeren in zo’n stal zo aantrekkelijk maakte, net als in de Hollandse stallen van architect Willem Cornelis de Groot (1853-1939), die ook de boerderij tekende waarin het landbouwmuseum is gehuisvest, is dat de koeien met hun hoofden tegenover elkaar staan en dat de groepen aan de gevelzijde liggen. Er loopt een voergang in het midden waardoor het voeren van het vee gemakkelijk en snel gaat. In een Friese boerderij moet je voeren vanaf de zolder of tussen de koeien de stal op gaan.
Familiegeschiedenis
Hoe Sido op deze pleats terechtkwam is een verhaal apart: ‘Mijn familie en ook ikzelf komen van Nijland. Herman en Trees van der Werf, een oom en tante van heit, kwamen in 1969 vanuit Poppenwier naar Scharsterbrug. Ze verlieten de lage, lastig te beboeren landerijen van De Lege Geaën. Hier op de Scharren met een in gang gezette ruilverkaveling konden ze beter uit de voeten. Heit was een roomse ABTB-boer die zijn kinderen niet naar een christelijke school liet gaan en dus werd ik naar de roomse lagere landbouwschool in Sint Nyk gestuurd. Bovendien waren heit en mem blij dat ze eentje van de tien zoons kwijt konden, haha! Ik moest natuurlijk onderdak hebben en zo kwam ik bij mijn familie op deze boerderij. Oom en tante bleven hier tot 1975 en hun zoon Fokke en zijn vrouw Trijn waren de opvolgers. Na mijn diensttijd in 1980 ging ik werken bij een boer in Scharnegoutum. Tot 1998. Trijn werd ziek en overleed, slechts 48 jaar oud. Alleen doorgaan was voor Fokke geen optie; of het wordt voor een grote rotzooi, óf achter, of overal, zoals ze dat in boerenkringen zeggen over boeren die er alleen voor staan.’
Sido deed zijn uiterste best om de boerderij over te kunnen nemen en dat lukte, in etappes (eerst de gebouwen zodat je ‘maar raak kon slaan’), zonder dat die in de openbare verkoop kwam.
Zo werd hij toch nog zelfstandig boer.
‘Maar als Trijn niet was overleden hadden wij hier niet gezeten,’ zegt Sido, die meteen bij zijn entree een ligboxenstal liet bouwen. ‘De koeien werden groter en velen trapten op hun uiers. Ik moest wel.’ In 2008 volgde een staluitbreiding.
Maar helaas herhaalde de geschiedenis zich. Zijn vrouw Wilma raakte ziek en overleed in 2021, nog maar 57 jaar. Op 2 januari naar het ziekenhuis en 12 februari overleden, zo snel ging het. Gelukkig heeft hij veel steun aan Hinke Atsma uit de buurt. Zij is vaak op de boerderij en helpt mee, kookt een potje. Ze kunnen het goed vinden, genieten van elkaars gezelschap.
Met hem eindigt trouwens het boeren aan de Scharren. Sido heeft twee zoons: de in Amsterdam woonachtige Jilles (31, Delftstudent en werkzaam in de funderingstechniek) en Feike (28), werkvoorbereider bij Friso in Sneek, die nog thuis woont. Ze hebben goede betrekkingen en willen geen boer worden, maar ze willen de boerderij ook niet kwijt.
‘Lowlands ging vanwege corona niet door, maar hier wel. Op het erf organiseerden ze Skarlands,’ lacht Sido.