ORANJEWOUD – Juni 2011. De Friesland Bank houdt haar Opstalstreffen op Landgoed Oranjewoud. Dat was een jaarlijkse relatiedag. De naam verwijst naar de Opstalsboom. Zo heette de locatie bij het Duitse Aurich waar in de tijd van de Friese Vrijheid (1156-1338) de afgezanten van alle Frieslanden bijeenkwamen om recht te spreken, het gezag uit te dragen en bij geschillen als hoogste beroepsorgaan op te treden. Ja, de Friesland Bank onder moderne, megalomaan denkende managers zat hoog in de boom. Veel pommeranten werden voor dit societytreffen uitgenodigd. Niemand kon bevroeden dat dit het laatste Opstalstreffen zou worden.
Integendeel, de stemming was opperbest. De Friesland Bank straalde vertrouwen uit. Iedereen was in zijn nopjes. De mensen van de bank hadden zich in comfortabele posities gewenteld en ze dachten allemaal op hun dooie akkertje net na de zestig het royale pensioen te halen.
Champagne
Als speciale gast was Jort Kelder opgetrommeld. Een jaar eerder lanceerde de Friesland Bank een campagne om geld (klimspaardeposito’s) op te halen. De bank deed voorkomen dat ze dit voor bedrijven en burgers deden omdat een mooi rendement van een paar procent rente werd voorgespiegeld. Men koos voor de vlotte presentator omdat hij vooral de jeugd moest aanspreken. Op televisie pochte Kelder dat hij ‘een tonnetje’ aan het spotje overhield. Dat was gauw verdiend. Met enige jaloezie werd hij door collega-journalisten aangegaapt. Tegenwoordig gaat het nog steeds zo, zie Sander Schimmelpenninck links lullend en rechts vullend als gezicht van beleggingsfonds Brand New Day dagelijks op de buis.
Jort Kelder, de bretels moesten toen al de broek hooghouden, trok alle aandacht naar zich toe. Hij had in geuren en kleuren op tv verteld dat de Friesland Bank zo’n goede bank was, dat je daar niks werd aangesmeerd, dat je centen veilig waren en dat de bank in niets leek op de snelle poenerige wereld die hij van zijn tijd als hoofdredacteur van de Quote zo goed kende. Nee, beste mensen, stal je geld maar onder de beschutting van de boom van de Friesland Bank.
Om het feest te openen mocht Jort samen met toenmalig bestuursvoorzitter Kees Beuving een champagnefles sabreren (‘onthoofden’). Een klusje dat Jort vaker had gedaan dan Beuving, zo veel werd duidelijk. Er klonk applaus. De Friesland Bank ging een gouden toekomst tegemoet.
Bankrun
Zo leek het althans. De werkelijkheid was heel anders. In feite daverde men door de torenhoge verliezen op een bankrun af en zou een faillissement onafwendbaar zijn. De gasten zongen zonder het te weten een zwanenzang. Dat geld waarop de bank zoveel rendement beloofde was een laatste reddingspoging om voldoende liquide te zijn. De Friesland Bank was door een falend beleid, de laksheid van bestuurders en door decadentie ten onder gegaan.
Boek
In zijn boek Ús Bank, dat auteur Jan Smit voor twee mooie jaarsalarissen van FB Oranjewoud onder toezicht van een leescommissie (met o.a. oud-directeur Age Offringa als lid) had geschreven, wordt gesteld dat de bank het niet redde door een te kleine schaalgrootte, door een herfinancieringsoperatie die niet slaagde en door de koersdaling van Van Lanschot, waarin Friesland Bank had deelgenomen en waar men zich aan had vertild. De Friesland Bank had een te grote broek aangetrokken. De bankensector beleefde tijdens de naweeën van de financiële crisis een slechte periode en Van Lanschot werd hard geraakt.
Lense Koopmans
Terug naar het gazon van Landgoed Oranjewoud. Daar liep een opvallende persoon rond: Lense Koopmans. Als president-commissaris was hij de hoogste baas van Rabobank Nederland. Hij sprak voortdurend achter zijn hand, een tikje schichtig. Koopmans had zich geweldig geërgerd aan de grote mond van de Friesland Bank. In de campagne riep Friesland Bank dat ze de sterkste bank van Friesland was terwijl de Rabo op verzoek van de toezichthoudende Nederlandsche Bank toen al een vangnet had gespannen! Koopmans verzocht dringend om het spotje uit de ether te halen en zo geschiedde.
Er bestond namelijk een delicate relatie tussen Friesland Bank en Rabobank. Friesland Bank was in 1913 als Coöperatieve Zuivelbank opgericht om geld te lenen aan de zich sterk ontwikkelende zuivelfabrieken die kapitaal nodig hadden. De Zuivelbank ressorteerde tot 1962 onder de coöperatieve Raiffeisenbank, samen met Boerenleenbank de rechtsvoorganger van Rabobank. In genoemd jaar maakte toenmalig directeur Jan Kuperus de Friesland Bank zelfstandig. Onder hem kwam de bank tot grote bloei. Bij zijn afscheid in 1991 zong zoon Friso het lied My Way als You did it your way. In het boek staat dat senior het zelf zong. Overigens maakte Douwe Keizer in zijn memoires het feest ter ere van Kuperus belachelijk en Smit doet er ook een beetje zurig over. Kennelijk was het grote circusfeest met Kuperus in spreekstalmeesterornaat een beetje on-Fries. Maar mocht het? Met hem verdween de dynastie-Kuperus achter de coulissen. Oprichter Tjisse Kuperus (1866-1948) was in 1913 de eerste directeur, zijn oomzegger Reinder Kuperus volgde hem op en op zijn beurt werd hij opgevolgd door zoon Jan (1929-2011). Vanaf 1991 waren er tal van bestuursvoorzitters (Douwe Keizer, Age Offringa, Willem Cramer, Robbert Klaasman, Anne Vlaskamp, Kees Beuving) en niemand die er een succes van maakte.
NIBC
Om het vege lijf te redden deed Friesland Bank een ultieme poging samen te gaan met NIBC. De Nederlandsche Bank zag het zwerk drijven, stak er een stokje voor en verordonneerde Koopmans de tent te sluiten en de failliete boedel over te nemen. Dat was er aan de hand op het Opstalstreffen in 2011. Het leek achteraf bekeken een Grieks koningsdrama. Het vrolijke, opstandige jongetje werd bij de hand genomen door een strenge vader.
Beuving zat niet lekker in z’n vel. Hij wist dat hij aan een heikel avontuur was begonnen. Op het verzoek om in Friesland te gaan wonen had hij nee gezegd. Kees bleef liever met zijn geiten in het Gooi, weg van de brandhaard.
Nog voor het 100-jarig bestaan in 2013 ging Friesland Bank in 2011 ter ziele. Rabobank stootte de bank af. De aandelen gingen naar de Stichting FB (Fryslân Boppe) Oranjewoud die een bruidsschat meekreeg: 110 miljoen euro (het stamvermogen is volgens voorzitter Jorrit Volkers nog intact), de schilderijencollectie, het schip Stânfries en het landgoed. Door deelnemingen haalt FB Oranjewoud rendement om de medewerkers te betalen, het kaatsen, fierljeppen, skûtsjesilen en schaatsen te sponsoren, kunst te ondersteunen (Museum Belvédère waarvoor recent twee werken van Jan Mankes zijn verworven), zich aan cultuur te verbinden (City Proms, Oranjewoud Festival) en export (Export Academy) en MKB (Yn Business) te stimuleren. De stichting is een motor van de Friese economie geworden maar publiceert geen resultaten en legt geen verantwoording af. Opmerkelijk, want het is maatschappelijk geld. Geld van de Friese gemeenschap.
Strenge regelgeving
Was de val te voorkomen geweest? Volgens Smit niet. De bank zou nooit kunnen voldoen aan de strenge regelgeving als gevolg van het anti-witwasbeleid tegen zwart geld, aldus Smit bij de boekpresentatie. De bank was te klein, koos de verkeerde weg door alle diensten te willen blijven bieden aan een scala van klanten met een dicht kantorennetwerk. Bovendien was de bank fors gaan beleggen en dat pakte lang niet altijd goed uit.
Een van de weinigen die het einde van de bank wél zagen naderen is de zeer goed ingevoerde Reinder Kuperus (zoon van Jan Kuperus). Smit weigerde hem te interviewen. Kuperus junior zag dat Van Lanschot de doodsteek zou worden: ‘In 1995 nam de Friesland Bank een belang van 25 procent in Van Lanschot. Daarmee was 33 procent van het eigen vermogen gemoeid. Dat was te veel. Op dat moment werd de deelname in Van Lanschot een incourante belegging met alle risico’s van dien. Het risico werd nog groter toen Van Lanschot in 1999 naar de beurs ging omdat Friesland Bank door die gebeurtenis naast de intrinsieke waarde van haar belang rekening moest houden met de beurswaarde. Het is juist die beurswaarde die in 2011-2012 fataal werd. Men kon dan wel het dividend van Van Lanschot ophemelen, over de gehele looptijd viel het vies tegen. Na de overname door Rabobank begin april 2012 zakte de beurskoers van het aandeel Van Lanschot nog verder weg. De Stichting FB Oranjewoud kreeg 4,5 miljoen aandelen Van Lanschot en verloor in een paar maanden tijd een kleine 40 miljoen euro. Friesland Bank had ruim 9 miljoen aandelen en zou derhalve over 2012 nog een groot verlies in de boeken moeten verwerken. Het valt de leiding van de Friesland Bank aan te rekenen dat ze de deelname in de boeken heeft gehouden. Dat aanhouden is in strijd met regels van verstandig bankieren. Daardoor liepen de klanten van de bank grote risico’s, iets dat een goede bankier ten koste van alles moet voorkomen. Een verwijtbare fout. Men ging zich die fout pas echt realiseren toen de bank al zieltogend op weg naar het einde was.’
FPM
De FPM, Friese Participatie Maatschappij, was een initiatief van Jan Kuperus. Het was bedoeld om het Friese bedrijfsleven een steuntje in de rug te geven. Later onder leiding van Offringa nam men belangen in Telfort, Kempen e.d.
Reinder Kuperus: ‘In feite was dat speculeren. Het is vooral geluk dat er fors aan is verdiend. De winsten werkten bedwelmend en dat ging ten koste van de aandacht voor het basale regionale bankbedrijf. Er werd immers genoeg verdiend, waarom zou je je zorgen maken.
Die participatie-activiteiten hadden ook anders kunnen uitpakken. Bovendien hadden die investeringen niets van doen met stimulering van het Friese- of zo men wil het noordelijke bedrijfsleven. De kredietverlening aan bijvoorbeeld Concordia Bau und Boden AG, het vehikel van de Zwitser Erb, was ook niet te rechtvaardigen. Wat had de Friesland Bank in Zwitserland te zoeken? Het werd een enorme strop, terwijl ook nog eens werd geprobeerd het falen te verdoezelen. In feite om de raad van commissarissen te misleiden wat tot het ontslag van Offringa leidde. Het boek vermeldt dit overigens niet.’
Nee, natuurlijk niet. Offringa zat in de leescommissie. En hem kreeg Smit wel te spreken, heel veel anderen niet omdat ze na de val onderling een geheimhoudingsovereenkomst hadden gesloten.
Het boek schildert Offringa af als iemand die zich enorm bij de regionale zaak en bij de klanten betrokken voelde en zich voortdurend voor het ‘gewone’ bankbedrijf heeft ingespannen. Daar zullen veel medewerkers van de Friesland Bank van opkijken. Die hebben veel meer het idee dat hij de haute financeveel spannender vond. Hij opereerde veel liever op een hoger, meer sophisticated niveau. De grote wereld was veel interessanter. De deelneming in Van Lanschot en het beleggen in andere bedrijven betekende dat de bank meespeelde met de grote jongens. Als de bank zich meer op haar kerntaken had gefocust en een minder risicovol beleid had gevoerd, had het heel anders kunnen aflopen.
Megalomaan
Verwijtbaar waren ook de megalomane kredieten aan o.a. het in opspraak geraakte Koop Tjuchem, Eurocommerce (Ger Visser, de baas van deze club, is nog veroordeeld voor fraude) en Rimag van Jan Riedstra (bij de liquidatie van de onroerendgoedportefeuille door de Rabo bleek achterstallig onderhoud dat alvorens de panden te verkopen door Rabo moest worden afgehandeld). Op deze posten werden grote verliezen geleden.
Reinder Kuperus: ‘Je kunt dan wel meeliften op de kredietverstrekking van de grootbanken, maar 100 miljoen euro verstrekt krediet aan een debiteur als Koop Tjuchem blijft 100 miljoen. Voor een kleine bank als de Friesland Bank was dat veel te veel. In enkele jaren tijd verloor de Friesland Bank bijna 500 miljoen euro. Voornamelijk het gevolg van verwijtbare fouten. Op Rabo-schaal betekende dat een verlies van 37,5 miljard euro. Dat zou ook de Rabo zuur opbreken.’
Als nagenoeg enige bank had men ten onrechte geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een beroep te doen op beschikbare staatsgaranties. Met zo’n garantie had Friesland Bank goedkoop kunnen voorzien in de liquiditeitsbehoefte. In plaats daarvan komt men veel later noodgedwongen een kostbare kredietfaciliteit van 750 miljoen euro overeen met de Rabobank. Door de bijkomende afspraken steekt de Friesland Bank hiermee het hoofd in de strop. Dat blijkt in 2012 bij de overname van de bank. De Rabo dicteert de voorwaarden en de Friesland Bank heeft het maar te slikken. De bank werd overgeleverd aan de goedertierenheid van de Rabo. Van de ca. 1.000 medewerkers konden ca. 150 bij de Rabo aan de slag en die banen zijn later nagenoeg allemaal gesneuveld bij reorganisaties. Op dit moment werkt er bijna geen enkele ex-Frieslandbanker meer bij de Rabo.
Willem Cramer had zijn zinnen gezet op het overnemen van Kempen. Daarmee zou Friesland Bank gered zijn. Maar zou dat wel een gelukkig huwelijk zijn? Het is maar zeer de vraag of men in staat zou zijn een bank als Kempen aan te sturen. Het grote ING bleek bijvoorbeeld niet in staat Baring’s bank onder controle te krijgen en Rabo verslikte zich ook in Londense bankiers.
Perpetuals
Er staat veel niet in het boek Ús Bank zoals de als goudgerande, risicovolle perpetuals (obligaties zonder einddatum) die in de periode-Offringa voor € 125 miljoen aan de man werden gebracht, met name verkocht aan cultuurfondsen. Het werd een drama. De beursgenoteerde perpetuals daalden enorm in waarde, tot ver onder de 50 procent. In 2010 noteerden ze ca. 48 procent. Het vertrouwen in de Friesland Bank liep een enorme deuk op. Het is veelzeggend dat de koers na de inlijving van de Friesland Bank door de Rabo meteen scherp opliep. Eind 2012 beloofde de Rabo de perpetuals in december 2014 tegen de nominale waarde af te lossen, wat een forse verliespost betekende.
Verder zijn er nogal wat hiaten, fouten en verkeerde, eenzijdige interpretaties (m.n. zaken rond de Bondsspaarbank, SNS). Wiens brood men eet, wiens woord men schrijft. Het echte boek over de val van de Friesland Bank moet nog worden geschreven.
Albert van Keimpema