friesjournaal logo

LEEUWARDEN – Dirk Hoekstra (66) is niet zomaar een makelaar.  Hij is een man die voorop loopt. Eentje die idee heeft hoe de ruimtelijke ordening moet worden vormgegeven, hoe en waar gebouwd moet worden: ‘Ik weet wat mooi is, en wat verkoopt.’ Daardoor wordt hij vaak al in het voortraject van ontwikkelingen betrokken en daardoor sleept hij moeiteloos grote verkoopopdrachten in de wacht. Hij wil meedenken en meedoen. ‘Als ik alleen huizen zou moeten verkopen, dan was ik al gestopt. Want dat stompt af,’ zegt hij veelbetekenend.

De grootste makelaar van Friesland is ook letterlijk de grootste. Dat machtige lijf, het ronde hoofd, de grote mond die op een gegeven moment wordt getuit om een sigaar van kaliber te klemmen. Maar vergis je niet. Het lichaam is fitter dan het oogt. Dirk zorgt voor onderhoud: twee keer per week op de tennisbaan, elke ochtend thuis op de loopband en daarna zwemmen in het privébad van zijn woonboerderij in Goutum. Pas dan vertrekt hij richting Willemskade waar het hoofdkantoor is gevestigd in het voormalige Landbouwhuis. Niet al te vroeg. Zo rond de klok van half tien arriveert hij. Die luxe moet een AOW’er zich kunnen permitteren, vindt hij. Maar aan stoppen denkt hij totaal niet.

Zoals de dag met rituelen begint – training, ontbijt, krantje, een kus van zijn Patricia – zo wordt het werken ook volgens een vast patroon afgesloten: met een bezoek aan het café. Vroeger de Pub van het Oranje Hotel en nu meestal Intermezzo. Maar dat wordt een wokrestaurant en dus zal het straks Wouters zijn. Zaterdags zit hij regelmatig aan de toog in het Oranje Bierhuis waarvan hij mede-eigenaar is. Altijd onder de gewone mensen want Dirk is een man van het volk.

In zijn kantoor, dat via een schuifdeur verbonden is aan de werkplek van zijn maat, collega en broeders hoeder Klaas Buwalda (die werkt aan een versleten tafelblad van zijn bureau), hangt kunst. Mooie schilderijen. Van Friese schilders, want een liefhebber beperkt zich. Er is werk van o.a. Andries van der Sloot, Piet van der Hem en Simon Kamminga.

En ook in de kunst blijft het bij Dirk om mensen gaan: ‘Neem Andries van der Sloot. Hem bracht ik als jongen de krant, Het Parool. Dan krijgt zijn werk voor mij nog meer betekenis. Piet van der Hem, van hem ben ik een absolute fan, had in Parijs verkering met Mata Hari. Kijk, dan gaat de verbeelding bij mij spreken: twee jonge Friezen op het amoureuze pad in zo’n mondaine stad. Daardoor wordt zijn werk voor mij waardevoller.’

De brug tussen deze kunst – veel stadsgezichten en landschappen – en Dirk’s werk is snel geslagen. Het gaat om de omgeving, de wereld waarin wij leven. Dirk: ‘Onroerend goed is daarom zo mooi, omdat alles onroerend goed is; elke meter grond, elk gebouw, elk water. Ik mag graag brainstormen over de toekomst, zit vaak in informele denktanks. Zakendoen is nodig om het bedrijf te runnen maar dat is voor mij niet voldoende. Neem het pand aan het Zuidvliet van wijlen Ype Bolman. Jaren was er geen bestemming voor en dan zoek ik partijen om het gezamenlijk te ontwikkelen en er iets moois van te maken. Je moet wel historisch besef hebben wil je daarin slagen. Ik dring er altijd op aan extra te investeren in de aanblik. Voor een beetje meer geld kun je een gevel mooi maken, of zelfs beeldbepalend. De meeropbrengst valt dan altijd hoger uit dan de meerkosten. Begin net als een schilder met een soort houtskoolschetsje om je ideeën te ontwikkelen, adviseer ik dan.’

Dat is volgens hem de reden waarom ontwikkelaars van buiten de provincie dikwijls nat gaan als ze in Friesland aan de slag zijn: ‘Die kennen de markt hier niet. Het ontbeert hen ook aan historische kennis. Ik zou willen dat we in onze provincie wat meer vertrouwen op regionale partijen.’

Momenteel spelen westers ontwikkelaars hier geen rol. Dankzij de slechte markt, die door Dirk ook als positief wordt beschouwd: ‘In een slechte markt krijg je betere producten. In een goede markt is iedereen bezig, wordt alles toch wel verkocht en gaat het puur om winst. Dan krijg je ramsj. In een slechte markt is men voorzichtiger, wordt er meer nagedacht en is men gericht op kwaliteit.’

De malaise gaat niet aan Makelaardij Hoekstra voorbij, maar er worden altijd nog zwarte cijfers geschreven: ‘We hebben geen geld verloren, geen mensen hoeven te ontslaan. Integendeel. We hebben ons kantorennetwerk van Leeuwarden, Heerenveen, Sneek en Drachten zelfs nog uitgebreid met vestigingen in Joure en Harlingen. Van daaruit gaan we allianties aan met andere marktpartijen. We werken veel en goed samen met woningcorporaties. Voor Elkien en Accolade zijn we de exclusieve verkoper bij het uitponden van woningen. Een andere reden waarom wij goed zijn blijven draaien is onze beheerpoot. Wij zijn dankzij Klaas de grootste vastgoedbeheerder van het noorden. Die activiteiten blijven gewoon op peil.

Ambities om buiten Friesland te opereren heeft Dirk niet: ‘Waarom zouden we? De Friese markt is voor ons groot genoeg en Friesland biedt alles; zee, strand, eilanden, meren, bossen, wouden. We weten niet eens hoe rijk we zijn! Neem de steden. Leeuwarden is een prachtige stad waar vijfhonderd monumenten staan. Je ziet pas echt hoe mooi deze stad is als je door de grachten vaart. Dat zou men meer moeten doen, varen door Leeuwarden. Op stand wonen is hier bovendien betaalbaar. Voor een zachte prijs koop je er een grachtenpand.’

De provincie wordt bedreigd door krimp. De Rabobank heeft geopperd om in dorpen waar leegstand de overhand krijgt verpauperde woningen te slopen. Een idee waar Dirk achter staat: ‘Sint Annaparochie is een idyllisch dorp wat wordt ontsierd door leegstaande woningen. Als die slecht onderhouden zijn en er is geen markt voor, dan moet je ze platgooien. Net als de tandarts doet moet je de rotte kiezen eruit halen. Zorg voor regelingen en fondsen. Laat de overheden anders die woningen kopen, opknappen en verhuren. Voor goedkope woningen is altijd een markt omdat ze door de huursubsidie heel betaalbaar zijn. Dat is voor gemeenten en corporaties een heel aantrekkelijke investering; een huis van tachtig mille kopen, voor twintig opknappen en verhuren voor vijfhonderd euro per maand. Dat geeft een uitstekend rendement van vijf procent.’

Dat de leegstand toeneemt komt volgens Dirk doordat er de laatste jaren te veel is gebouwd en dat er te weinig rekening wordt gehouden met de demografische ontwikkeling. Veel dorpen in de periferie zien hun inwonertal afnemen. Vinex-wijken zullen niet meer worden gebouwd, voorspelt Dirk. De nieuwbouwwijk De Zuidlanden onder Leeuwarden is een van de laatste projecten en zal geheel worden bebouwd, zij het in een veel trager tempo. Blitsaerd zal daarentegen niet opschieten omdat deze nieuwbouwwijk concurrentie van De Zuidlanden ondervindt. Logisch, volgens Dirk, omdat mensen liever wonen aan de warme zuidkant van een stad dan aan de kille noordkant. Een planologische misser dus.

Zorgen maakt Dirk zich over het beleid ten aanzien van bedrijvenparken: ‘Daarin heeft Friesland veel fouten gemaakt. Elk dorp moest zijn eigen industrieterreintje. Dat is het minste van beide; het dorp wordt er lelijker door met die witte puisten en minder leefbaar, en het is zonde voor de steden die bedrijven nodig hebben omdat ze investeren in faciliteiten. Neem Grou. Die plaats zuigt bedrijven uit Leeuwarden weg terwijl Grou zich juist zou moeten richten op recreatie en watersport. Nu moeten mensen uit Leeuwarden komen om in Grou te werken. De omgekeerde wereld. De provincie had moeten sturen in de zinloze competitie tussen gemeenten om bedrijven binnen te halen. Heerenveen heeft de grond gratis weggegeven en is er niks mee opgeschoten, als je nu de herindelingsperikelen ziet. Skarsterlân wil niet met Heerenveen, lijkt nergens op. Weer een gebrek aan sturing door de provincie.’

Stad en dorp kunnen prima samen, vindt hij. ‘Een grote plaats funest voor dorpen? Laat me niet lachen. Kijk naar Wytgaard en Wirdum, die hebben het prima met Leeuwarden. Er wordt goed naar hun geluisterd, ze zijn hartstikke tevreden. Een stad kan een prima dorpenbeleid voeren. Warga wil dolgraag bij Leeuwarden. In de schaduw van Grou heeft dat dorp het veel zwaarder. Het fietspad tussen Warga, Wartena en Grou kan niet eens worden aangelegd. Een schande. Schoolgaande kinderen worden aan hun lot overgelaten. Kijk naar Goutum, dat dorp krijgt alles wat het wil hebben.

Och, het kan allemaal zoveel meer doordacht. Dirk pakt een stadskaart en tekent een alternatief voor de staande mastroute die nu vanuit Dokkum helemaal om en door Leeuwarden heen voert, wat tot openstaande bruggen en veel verkeersoverlast leidt. Een oostelijke route door het Ouddeel was voor de bootjesvaarders bovendien veel aantrekkelijker geweest in de verbinding tussen het noorden en het zuiden.

Zijn geest blijft jong. Niet alleen door de zaak, maar ook door zijn privéleven. Bij zijn eerste vrouw heeft Dirk twee kinderen en bij Patricia ook twee, een dochter van 23 en een jongen van 14. ‘Het is een genot als hij thuiskomt. Ik geniet van het leven, dat je door de klauwen heen vliegt. Mijn werk is mijn sociale leven. Relaties worden vrienden. Door mijn kinderen en mijn medewerkers blijf ik jong. Jeanette, mijn oudste dochter, werkt al jaren in de zaak en in 2011 neemt ze de laatste aandelen van Klaas over. De continuïteit is gewaarborgd. Ik ben een gelukkig mens. Je zal maar ziek zijn, dan ben je de pineut.’

Partners