LEEUWARDEN – Het paradijs van de Friese emigrant was niet altijd zo wreed als in het historische boek van Hylke Speerstra is beschreven. Een man die in een andere wereld goed kon aarden was Melis Van der Sluis, die in december 1951 met zijn zuster Gretha aan boord van M.S. Sibajak stapte om in Nieuw-Zeeland een nieuwe toekomst op te bouwen. Melis werd leraar en pottenbakker. Na twaalf jaar in het onderwijs te hebben gezeten werd hij professioneel pottenbakker en kon hij daar van leven. Melis groeide uit tot een toonaangevend kunstenaar. Op 9 juni werd een expositie van zijn werk in galerie De Roos van Tudor geopend. Die was te zien tot en met 7 juli.
Maar hoe goed Melis het in Nieuw-Zeeland ook heeft, de voeling met de Friese grond is niet verdwenen. Aan het eind van de prachtige, bewogen opening sprak Melis in z ijn slotwoord: ‘Je bent altijd en overal een Fries.’
Nieuw-Zeeland
Melis en Gretha waren kinderen van Abe en Jeltje van der Sluis die in Bolsward een drankenhandel bestierden. Ze hadden het zwaar en ook na de oorlog zag de toekomst er somber uit. De familie besloot naar Nieuw-Zeeland te emigreren. Er was echter een probleem: voordat ze werden toegelaten moesten een huis hebben en een baan voor elk gezinslid. Melis, de oudste (toen 20) en Engelssprekend, moest de weg bereiden. Samen met Gretha. Nadat hij en Gretha op 2 februari 1952 in Wellington waren aangekomen stapten ze op de trein zonder een bestemming te hebben.
Onderweg naar het noordeneiland vroegen ze wat een goede plaats zou zijn, bij voorkeur een provinciestad, om zich te vestigen. Hamilton, werd hen te verstaan gegeven. Nadat Melis een vaste baan had gevonden, een huis had gekocht en alle voorbereidingen had getroffen, emigreerde de rest van het gezin; zijn ouders, de broers Atze (Archie) van 18 en Jan (John) van 15 en zijn zusje Sjoerdje (Shirley) van 7.
Drie jaar na zijn komst naar Nieuw-Zeeland ontmoette Melis de frêle, zeer charmante Ruth die vanuit Denemarken (Odense) het emigratieavontuur naar de andere kant van de wereld begon. Ze trouwden en kregen twee kinderen, Karen en Eric. Helaas overleed Karen al vroeg op 48-jarige leeftijd. Aan haar droeg Melis het boek op dat ter gelegenheid van de expositie is uitgegeven.
Aarde
Het begrip aarde heeft bij Melis een diepe betekenis. Hij werkt ermee, leeft ervan en hij kent zowel de Friese klei- en veengrond als de door aardbevingen ontstane, kleurige bodemstructuren van Nieuw-Zeeland waar hij het mooiste keramiek van maakt. Op de Ardmore Teachers College waar Melis les gaf maakte hij gebruik van de faciliteiten op de kunstafdeling en bekwaamde hij zich onder leiding van de bekende Nieuw-Zeelandse pottenbakker Peter Stichbury verder in deze kunstvorm. Van Melis werden tentoonstellingen georganiseerd in Nieuw-Zeeland, de VS, Japan, Korea, Australië, China en vanaf 1978 ook in Friesland.
Hoogtepunt was zijn expositie tijdens Simmer 2000 en de door hem vervaardigde schaal die Koningin Beatrix van het gemeentebestuur van Hamilton kreeg toen zij in hetzelfde jaar Nieuw-Zeeland bezocht.
Uit handen van Royal FrieslandCampina-bestuurder Sjoerd Galema, die de expositie opende, kreeg Melis een verse steek vruchtbare grond van de Friese greidhoek, waar beiden opgroeiden en waar Sjoerd nog boert (Hartwerd). Sjoerd was vorig jaar in het kader van Fryslân Ferbynt te gast op de Friezendag in Hamilton. Tussen beide echtparen ontstond een warme band. Toen CdK John Jorritsma Sjoerd in verband met diens uitspraken over de herindeling twee dagen voor het einde van de trip terugriep, antwoordde de ex-gedeputeerde getergd en beslist: ‘Dat noait! Stik der mar yn.’ Maar Jorritsma is dan ook een pseudo-Fries die niet aanvoelt hoe diep verweven levens elkaar kunnen raken.
De emigratie van Melis intrigeerde Sjoerd. ‘Ik heb ook landen bezocht om te kijken of het elders beter boeren was dan hier,’ aldus Sjoerd. Maar vergelijkbaar was dat niet. De familie Van der Sluis nam een drastisch, onomkeerbaar besluit en ze kenden hun nieuwe land niet. Sjoerd las enkele passages voor uit It Wrede Paradys. Een uitspraak van Abe was treffend toen hij het schroefwater tot de einder wit zag schuimen. ‘Hier is geen ontkomen meer aan,’ liet hij optekenen.
Wortel geschoten
En ach, een integratie duurt slechts één generatie. Toen Melis en Ruth met hun kinderen in Friesland en Denemarken plaatsen van hun roots bezochten raakte het geduld van Karen en Eric al gauw op. Ze wilden naar Londen, het centrum van het Brits Gemenebest waartoe Nieuw-Zeeland behoort. ‘Even waren Ruth en ik sprakeloos. Maar we wisten toen zeker: ze hadden wortel geschoten in Nieuw-Zeeland.’
Voor Melis ligt het anders. Hij heeft Friesland nooit helemaal kunnen loslaten. Melis hoeft alleen maar een Fries woord te horen of hij kan verzinken in herinneringen. ‘Je kan er met de kop niet bij hoe een taal kan verbinden. Het eerste wat je denkt is: dat kan wel eens familie zijn.’
Over zijn werk vertelde Melis dat de grondlagen vergelijkbaar zijn met de tijdlagen van je leven: ‘De onderste laag is de fundering. Die moet je niet bedekken. Nee, je moet erop bouwen! De Friese laag is dan ook de belangrijkste in mijn leven geweest. Al ben ik nu al zestig jaar in Nieuw-Zeeland, je bent altijd en overal een Fries.’