LAAXUM – Dat een schuthaven honderd jaar geleden bij Laaxum geen overbodige luxe was bleek tijdens de eeuwviering. Het woei een storm van dik zes en de schuimige koppen stonden op een hol IJsselmeer. Slagregens gierden over land en water. Eigenlijk was het zonde voor het prachtige jubileumfeest dat door dorpsbelang en de Werkgroep Visserij en Scheepvaart was georganiseerd, maar aan de andere kant paste dit hondenweer wel bij de kleinste haven van Europa, zoals de Laaxumer ree in de volksmond ook wordt genoemd.
Allerlei activiteiten waren opgezet. Op de dijk stond een infokraam met documentatie en boeken, er werden visnetten gerepareerd, er werd paling gerookt, vis verkocht, de oude brandstofpomp stond er weer en er was een tentoonstelling in het vishok. Het korps ‘De Lytse Súdwesthoeke’ zorgde voor de muziek en vrouwenkoren in klederdracht leverden een nostalgisch beeld op. Dit was Laaxum op zijn best. Er kwam veel publiek op het festijn af. Als het aangenaam weer was geweest, dan hadden er drommen mensen rondgelopen. Dat was zeker. Door de storm kon de gepavoiseerde jubileumvloot niet uitvaren en dat was natuurlijk een tegenvaller.
Laaxum kent een bijzondere visserijhistorie. Al in 1664 werd gerept van dit gehucht door C. Schotanus in zijn beschrijving van Friesland. Laaxum stond bekend om ‘de schoone Zee-bott; Laaxum-bott’. Nog steeds is de bot van het Laaxumer Vrouwenzand een niet te versmaden visje.
In 1904 werd door plaatselijke vissers bij Provinciale Staten aangedrongen op het aanleggen van een vissershaven of vlucht- of schuilhaven, want het kon er flink spoken. Bij de toenmalige gemeente Hemelumer Oldephert en Noordwolde werd een verzoek ingediend dat pas in 1911 werd gehonoreerd. Een jaar later was het haventje een feit. In die tijd werd op de Zuiderzee in Staverse jollen gevist op haring, ansjovis, bot en paling. Na de afsluiting in 1932 werden de houten jollen vervangen door stalen schouwen. Katoenen netten raakten in onbruik en voortaan werd er met nylon exemplaren gevist. Haring en ansjovis verdwenen en in het zoete IJsselmeerwater werd alleen nog op snoekbaars, baars en paling gevist.
Na WO II waren er nog zeven vissersschepen in Laaxum. Als gevolg van verzanding van de haven, gebrek aan opvolging en een sanering door de overheid verdween in de periode 1964-1970 de hele vloot, op één na: de HL 6 van Wybren en Yke de Vries waarop nu de broers Jan en Joop de Vries in maatschap de kost verdienen. Als enige Laaxumers. De haven raakte in verval en werd in 1998 gerenoveerd.
Om de historie niet te vergeten werd een informatiebord onthuld. Dat werd gedaan door burgemeester Hayo Apotheker van Súdwest-Fryslân, gedeputeerde Sietse Poepjes (haar vader is een visser: ‘Mijn beide pake’s hebben hier nog geschuild’), Ria de Jong van dorpsbelang en visser Jan de Vries. Laaxum staat nu letterlijk op de kaart.