Deze zomer zal er bij onze werkgeversvereniging VNO-NCW-MKB Nederland, in de persoon van Ingrid Thijssen, een nieuwe voorzitter aantreden. Onze huidige voorzitter Hans de Boer, geboren hier om de hoek in Witmarsum, doet dan, na een voor onze leden pittige tijd, een stap terug.
Hans raakte in 2015 in opspraak vanwege zijn “Labbekakken” uitspraak, gericht aan mensen die wel middels uitkeringen profiteren van onze welvaart, maar niks willen toevoegen aan onze samenleving. Hij stipte daarbij een taboe aan, bijvoorbeeld omdat de scheidslijn tussen niet willen en niet kunnen werken soms flinterdun is. Toen er aan het begin van de Corona-uitbraak, rijen mensen nog snel even wat wiet wilden hamsteren bij de coffeeshops, moest ik toch even aan die uitspraak denken…
Bent u trouwens al wezen demonstreren tegen racisme? Na de verwijtbare dood van George Floyd in Minneapolis, is de verontwaardiging terecht groot, en staan mensen op voor gelijkheid en gerechtigheid, ongeacht ras of kleur. Ook in het racismedebat is de scheidslijn tussen wat kan en niet kan flinterdun én multi-interpretabel, met als voorbeeld de vaak pittige uitspraken van Johan Derksen. Als je in dit land niet tégen zwarte piet, of vóór een regenboogvlag bent, moet je goed oppassen om niet tegen je overtuiging in, voor bijvoorbeeld racist te worden uitgemaakt.
Het kan verkeren, want toen wij in een dorpje op de evenaar in Congo op familiebezoek waren, bij een Fryske missionaris, hoorden wij dat hij vaak als “die witte” werd aangesproken. Mijn moeder had constant kinderen aan haar benen zitten, die de nylonkousen wel erg mysterieus vonden… Wij hebben tijdens ons bezoek geen moment aan racisme gedacht…
De wereld kan altijd beter, “ek yn ús Fryslân”. Maar als het gaat over gelijkheid, verdraagzaamheid en mienskipssin, kunnen veel “principiële deugmensen uit de Randstad” die ons hebben gemist bij de demonstraties, hier nog wel wat leren van onze inclusiviteit en “it nei inoar omsjen”. Juist Friezen, met een grote hang naar autonomie, aanpraten dat wie niet tegen is, dus vóór is, dat is hier taboe. Gelukkig maar.