Ik bracht deze zomer een bezoek aan het Nationaal Luchtvaartmuseum in Lelystad. Nu de meeste vliegtuigen netjes op de start- en landingsbanen waren geparkeerd, wilde ik weleens bij hun voorgangers stil blijven staan. De geschiedenis van Schiphol en de KLM wordt er prominent in beeld gebracht. Ik wist wel dat wij als belastingbetalers de maatschappij in de lucht houden, maar ik wist niet dat we dat al sinds de oprichting in 1920 doen. Vanaf dag één wordt er gezeurd om geld. Het lijkt Rupsje Nooit Genoeg wel. En als het dan toch onze nationale trots is, hetgeen de staatssteun moet legitimeren, waarom nationaliseren we de KLM dan niet? Dat is aardig voordeliger dan geld te laten verdampen. Je krijgt er nooit iets voor terug. Zelfs de bestuurszetel die we in 2019 kochten voor 800 miljoen euro (ja, u leest het goed) om in de raad van commissarissen nog wat invloed uit te oefenen op die Fransen van moedermaatschappij Air France, is nog steeds niet door een nuchtere landgenoot bezet.
Gek genoeg schiet de politiek meteen in een emotionele reflex als het onderwerp KLM is. Dat merkte ik in de studio van Omrop Fryslân waar ik met CDA-Kamerlid Harry van der Molen van gedachten mocht wisselen. Ineens zet hij zijn hele kritische vermogen, dat Harry wel bezit, overboord. Geen miljardensteun verlenen is onbespreekbaar voor hem, de boel overnemen evenmin. Een snel rekensommetje leert dat de KLM enorm veel bespaart als het een overheidsbedrijf is. Alleen al op de salarissen van de piloten scheelt dat jaarlijks zo’n 100 miljoen euro. Tenminste, als de Balkenende-norm wordt gehanteerd die voorschrijft dat simpele ambtenaren niet meer verdienen dan onze minister-president, hetgeen me heel billijk lijkt. Onze regering denkt dat de buschauffeurs in de lucht wel solidair zullen zijn als wij hen op de loonlijst houden, maar hun acties en harde opstelling laten zien dat ze niet van plan zijn ook maar één cent van hun riant salaris in te leveren. Ze zijn verwend geraakt, zoals de hele KLM een verwend kind is dat verslaafd aan het overheidsinfuus ligt. Je ziet dat onder meer aan hun friends & family programma. Dat houdt in dat KLM-medewerkers voor niks mensen mee mogen nemen op hun vlucht. Paul de Leeuw zong al dat je met hem mee kon vliegen naar de regenboog, zoiets. De redenering is als volgt: het vliegtuig is niet vol maar vliegt toch, dus stap gezellig aan boord. Dat heb ik een streekbus nog nooit zien doen: ach, we zijn toch onderweg, meer brandstof kost het niet, lift u maar gratis mee. Of neem het spoor. Mensen die zonder kaartje de gok wagen om gratis op de trein te hoppen krijgen een boete als ze worden gesnapt. Nooit hoor je NS coulant reageren dat de dienstregeling niet verstoord is en dat de zwartrijder vrijuit moet gaan.
Ik was ook uit een andere nieuwsgierigheid naar Lelystad gegaan. De plaats ligt 25 minuten rijden van Lemmer en dus vlakbij Friesland, en er is een luchthaven. Die ligt er prachtig bij, zag ik. Dat Schiphol al het vliegverkeer opeist heb ik nooit begrepen, want ruimte voor uitbreiding is er niet meer, of je moet de Noordzee opgaan. Wat spreiding over het land zou goed kunnen zijn. Echter, als de vakantiecharters hun thuishaven in Lelystad hebben, valt onze provincie onder enkele laagvliegroutes. Stel dat wij – Friezen en onze gasten – daar last van ondervinden, dan ben ik tegen de uitbreiding van Lelystad. Rust, ruimte en een schone lucht vormen ons kapitaal. Daar verdienen wij aan. Luchtvaart brengt ons weinig, hooguit wat geloosde kerosine en luchtvervuiling. Van die verdwaalde douanemedewerker die er werk vindt worden wij niet beter. Bovendien sta je als vliegende Fries binnen vijf kwartier op Schiphol en anders is er nog vliegveld Eelde, dat nota bene deels van ons Friezen is (FB Oranjewoud).
Wat mij betreft gebeurt er wel wat anders in Lelystad en dat is het doortrekken van de spoorlijn naar Friesland over Heerenveen en Drachten richting Groningen en Duitse achterland (Hamburg, Bremen). De Leeuwarder Courant sputtert tegen. Dat bevreemdt mij niet. Die krant, hij heet niet voor niets Leeuwarder Courant, is overal tegen als Leeuwarden even niet meedoet. De Centrale As van Nijega naar Dokkum, de mooiste snelweg van Europa, moest er van de krant ook niet komen. We moesten met ons allen door Burgum, Buitenpost en Damwoude blijven dieselen en stinken. Het argument van de overbodigheid van een spoor (Lelylijn) is dat mensen straks alleen maar thuis werken. Dat geldt misschien voor organisaties die wij niet tot het bedrijfsleven mogen rekenen – overheden, onderwijs, zorg, banken, verzekeringswezen, publiekinstellingen – maar niet voor de ondernemingen waar ze wat maken waar een markt voor is, zoals de zuivel en de rvs-industrie waar Friesland mondiaal toonaangevend in is. Ik bezoek vaak productiebedrijven en de directies zijn unaniem: mensen werken bij ons niet thuis maar op de zaak. Dat is nodig en veel efficiënter. Je doet het namelijk met zijn allen. Ondernemen is teamwork en zonder teamspirit gaat dat niet. Thuiswerkers zijn autisten die een doodlopende tunnel in wandelen wat ten koste gaat van de werkgever en/of van de thuissituatie c.q. gezin, om het over het huwelijk maar niet te hebben. Ze komen van een koude kermis thuis en zullen op een gegeven moment merken dat hun baantje als nutteloos wordt beschouwd en wordt geschrapt. Neem de verhalen van stukjesschrijvers die aan de keukentafel anders beweren en denken dat het universum om hen draait, dus niet serieus. Het belang van de primaire sector, daar waar het geld wordt verdiend, wordt onvoldoende op waarde geschat. Zonder primaire sector geen secundaire (toeleverende) sector en al helemaal geen tertiaire (dienstverlenende) sector. Dus leg die duurzame Lelylijn maar aan. Die versterkt onze infrastructuur en daar kunnen wij als Friesland alleen maar beter van worden. Dat levert in ieder geval banen op. Mensen die hier wonen, werken of reizen dragen bij aan de economische impuls. Trouwens, we hebben nieuwkomers en forensen ook nodig. Er gaan meer Friezen dood dan er geboren worden.