Dit is mijn eerste column in het Fryslân Culinair-katern. Ik wil als voorzitter graag duidelijk maken waar wij mee bezig zijn en welke belangen wij als club dienen. Dat is de Friese gastronomie in de breedste zin van het woord. Daarbij draait het niet alleen om koken, maar ook om de streekproducten die wij in Friesland telen en kweken. Zonder goede, verse ingrediënten kun je geen goede maaltijden bereiden. Friesland biedt een rijkdom aan wat van eigen bodem en uit diverse regio’s komt. Verder is het gastheerschap belangrijk. En daar wil ik het nu over hebben.
De horeca is een prachtig volwaardig vak. Helaas kennen we momenteel in onze branche personeelstekorten. Graag zie ik dat de jeugd zich gaat interesseren voor onze uitstekende horecaopleidingen. Zonder aanwas van nieuwe talenten wordt het moeilijk om op de gewenste sterkte te opereren. De aandacht mag niet alleen uitgaan naar het opleiden van managers maar zeker ook naar de dienstverlenende functies.
Met gasten omgaan is fun. Je moet er een talent voor hebben maar je kunt het ook leren. Mensen het naar de zin maken zodat ze zich comfortabel voelen, is namelijk een vak apart dat overal ter wereld hoog wordt gewaardeerd. Ik wil de jeugd op het hart drukken dat je in weinig andere beroepen zo veel verschillende mensen ontmoet, uit zo veel diverse culturen, uit alle landen van de wereld, uit alle geledingen van de maatschappij; van creatievelingen tot artiesten, ambachtsmensen en topondernemers. Dat is machtig interessant. Wie dat kan legt een basis voor zijn of haar leven. Dan kun je met zo’n achtergrond overal terecht en in alle andere richtingen succesvol zijn. Natuurlijk hoop ik wel dat zij in onze sector werkzaam blijven, maar ik bedoel dat onze beroepen een schat aan levenservaring oplevert waarmee je heel goed je voordeel kunt doen. Dienstverlenend zijn is niet saai, maar hip. Denk aan al die studenten die in cafés, bars en restaurants werken. Wij kunnen niet zonder hen, zij verdienen een welkome bijverdienste die hun studie en wonen ondersteunt. Wij kunnen niet zonder elkaar!
Goed gastheerschap is een kwaliteit. Je fungeert als een artiest op het podium in een schouwburg. Je bent een gesprekspartner voor gasten en het gezicht van de zaak aan tafel. Je bent veel meer dan een plateauchauffeur. Je staat aan het front en je communiceert met collega’s en gasten. Dat vraagt tact, attentie en motivatie.
Ik noem de mensen die dit vak beheersen hero’s. Wij bij Tjaarda hebben ook onze hero’s. Om er twee te noemen: Thom van der Heide en Riekele Heida. Thom is restaurantmanager en is het gezicht van de Oranjetuin. Riekele is al decennia bij ons werkzaam en is nu de gastheer van ons Grandcafé 1834. Met alle respect voor managers, de horeca heeft mensen nodig die zich in de praktijk kunnen redden. Bovendien moeten Thom en Riekele ook managen maar ze staan ‘met de poten in de klei’ zoals we dat in Friesland noemen.
Leren doe je in dit vak niet alleen op school maar ook in de praktijk. Je maakt alles mee wat er in het leven passeert: genieters, connaisseurs, jubilea, recepties, diners-dansant, uitvaarten, congressen etc. De horeca is het meest sociale vak dat er bestaat. Jullie zijn welkom!
Tjitte de Wolff, voorzitter Fryslân Culinair en directeur van hotel-restaurant Golden Tulip Tjaarda.