friesjournaal logo

Het begint een patroon te worden, dat mensen aan mij vragen of ik er nog wel zin in heb, in deze lastige tijden voor de boeren. Als je de media een beetje volgt is deze vraag meer dan logisch, maar het lukt ons nog steeds prima om met de nodige relativering naar ons vak als boer en het platteland te kijken. De zegeningen van het platteland zijn juist in een coronajaar wat hopelijk achter ons ligt, enorm. Niet voor niets stijgen de huizenprijzen voor het eerst in de regio harder als in de steden. Op het platteland is lucht, licht en ruimte in combinatie met sterke sociale verbanden, net zo vanzelfsprekend als fijnstof, groeiend individualisme en een hoop lawaai in de grote steden.

De vraag of een boer er in deze tijd nog wel zin in heeft, is ook vanuit een ander perspectief zeer terecht. Steeds vaker denken politici en beleidsmakers dat onze samenleving en de natuur maakbaar zijn. Een minister die voorschrijft hoe en wanneer wij de koeien moeten voeren. Kalenderlandbouw als metafoor voor hoe onze overheid met boeren wil omgaan. Inclusief verplichte oogstmomenten, vanwege het weer onhaalbare deadlines, en een leger juristen om alles te controleren.

Het is aanmatigend hoe overheden, maatschappelijke organisaties en groepen burgers menen meer verstand van landbouw en dieren te hebben dan boeren. Voor andere sectoren zoals bijvoorbeeld de visserij geldt hetzelfde. Ja zelfs in het publieke domein met de zorg en het onderwijs, staan de beste stuurlui en wederom een leger juristen aan de wal. En in de kabinetsformatie ligt het fenomeen van een gewenste nieuwe bestuurscultuur op de onderhandelingstafel.

Ik spreek hier de wens uit dat die nieuwe cultuur zichtbaar wordt in een fris Kabinet met Vakministers. Te beginnen met een no-nonsense vakgenoot (boer(in) met klei aan de laarzen) op Landbouw. Wat dacht u van een betrokken Ernst Kuipers-achtige vakvriend op Volksgezondheid? Iemand als MKB-man Jacco Vonhof uit het bedrijfsleven op Infrastructuur en Milieu of EZ, en Marjon Koopmans op OCW… en ga zo maar door.

Zelfs na een dik halfjaar verloren formatietijd begin ik enthousiast te worden bij de gedachte van zoveel vakmanschap en betrokkenheid in een frisse ministersploeg. Mensen die hurd wurkjende Friezen grutsk maken op een ieders bijdrage aan de samenleving, en die al die beste stuurlui op een zijspoor dirigeren. En uhh…, hoe ging het ondertussen met de boer?  Die ploegt wel voort…

Partners