Ruim dertig jaar geleden kochten we een huis in het centrum van Amsterdam. Het pand was volkomen uitgewoond en stond al een half jaar te koop. Ik zal u niet vertellen wat we voor het huis betaald hebben, maar in die tijd kostte een pakje sigaretten ook maar €1.75.
De laatste vijftien jaar vonden wij regelmatig briefjes in de brievenbus van makelaars, beleggers en ook van particulieren of we ons huis niet wilden verkopen. Aanvankelijk voelde het als een oneerbaar voorstel, maar toen we in de smiezen kregen hoe hard de huizenprijzen stegen, begrepen we dat we op een berg goud zaten. Aangezien we geenszins van plan waren het huis te verkopen, we woonden er met vier opgroeiende kinderen, hadden we niks aan die waardestijging. Het enige comfort dat de overwaarde bood was dat het erg makkelijk was een hypotheekverhoging op te nemen, hetgeen we ook veelvuldig deden.
Vier jaar geleden, de kinderen waren inmiddels het huis uit, besloten we het huis te verkopen en te verruilen voor een klein appartementje in Amsterdam en een huis in Friesland, de provincie waar ik geboren en getogen ben.
Op Funda vergaapte ik me aan de vele huizen die in Friesland te koop stonden; compleet gerenoveerde woonboerderijen voor maar vier ton. Het huis waar we verliefd op werden, een pittoresk landhuisje met rieten dak, kochten we voor vijfentwintig duizend euro onder de vraagprijs. Ons huis heeft weliswaar schitterend uitzicht op het grote meer, maar ligt niet direct aan het water. Daar prezen we onszelf gelukkig mee want huizen aan het water zijn meteen twee keer zo duur en dan hadden we het niet kunnen betalen.
Inmiddels zijn we vier jaar verder en staat de huizenwereld in Friesland op zijn kop. Ook hier valt tegenwoordig met regelmaat een briefje in de bus waarin gevraagd wordt of we ons huis niet willen verkopen. We ontvangen glimmende flyers van makelaars die aanbieden ons huis gratis en vrijblijvend te taxeren. Een poosje geleden stond een huis op het recreatiepark bij ons in de buurt te koop voor €695.000. Ik moest drie keer met mijn ogen knipperen voordat ik geloofde wat er stond. Ik loop met enige regelmaat met mijn hondje over het park en dat huis is niet alleen zeer verouderd maar het is een kleine bungalow in de categorie kraak noch smaak. Het ligt weliswaar aan het water dus je kunt er een bootje naast leggen, maar het water loopt dwars door het recreatiepark; van uitzicht of privacy is geen sprake. Het huis is onlangs voor €925.000 verkocht, voor meer dan twee ton boven de vraagprijs!
Op mijn bureau lag nog een flyer van een makelaar en uit nieuwsgierigheid besloot ik een afspraak te maken voor een taxatie. Drie dagen later meldde zich een jongeman in pak op glimmende zwarte schoenen met een glanzend magazine onder zijn arm waarop stond Wonen in Friesland. De makelaar was zelf het covermodel. Op de foto stond hij met gele laarzen in een weiland naast een bord waarop stond: Hier wonen? Hij bladerde door het glossy tijdschrift en wees me op het artikel ‘Van de Randstad naar Friesland’ waarin deze trend werd geanalyseerd. Corona heeft een flinke duit in het zakje gedaan, las ik in het stuk. Thuiswerken is best te doen, maar dan wel graag met een eigen werkkamer en tuin. En aangezien Zuidwest-Friesland maar vijf kwartier rijden van Amsterdam is, en je hier nog steeds een vrijstaand huis met werkkamer én tuin kunt kopen voor de prijs van een etage van 65 vierkante meter in Amsterdam, is men massaal op hetzelfde idee gekomen. De trek naar het Noorden is een ware hype. De makelaar vertelde dat één van de drie zoekopdrachten afkomstig is van een Randstedeling. En overbieden, met soms meer dan twintig procent, is in Friesland inmiddels net zo gebruikelijk geworden als in Amsterdam. Een week later ontvang ik het taxatieverslag. Ons huis is in drie jaar tijd ruim drie ton meer waard geworden. Hartstikke leuk om te weten maar we hebben er niks aan want we verkopen ons paradijsje nooit. Ik denk vooral: poeh, we waren nèt op tijd.