Ik weet niet wat het pluche van het Provinciehuis met gedeputeerde Douwe Hoogland heeft gedaan. Eerst bedenkt hij dat boeren aan vogelwachters moeten vragen of ze hun land in mogen, en nu is hij op de gedachte gekomen dat je voor het organiseren van een optocht, kermis, barbecue of modderrace een ecologisch onderzoek moet aanvragen. En dus ook moet laten uitvoeren. Nog erger. Er valt dan weinig meer te beleven in Friesland. Vrijwilligers zullen weinig zin meer hebben om voor noppes het vuur uit de sloffen te lopen. Hoogland is wel zeer op zijn hoede om de buitenlucht te beschermen. Hij houdt in elk geval de ambtenaren aan het werk. Je moet er maar de humor van inzien.
Wat wel gewoon mag doorgaan is het bouwen van enorme windturbines, ook al kloppen de cijfers van het RIVM over de effecten van die dingen niet, zo is gebleken. De bouw van het windpark bij Nij Hiddum Houw op de Kop van de Afsluitdijk moet coûte que coûte doorgaan, daar helpt geen lieve moedertje meer aan. Prachtige naam trouwens, Nij Hiddum Houw. Je zou wensen dat je sneuvelt op een slagveld dat zo heet.
Het woord is gevallen, Afsluitdijk. Deze naam schijnt volgens deskundigen een negatieve connotatie te hebben. Anders kunnen ze het namelijk niet verklaren waarom er geen hond in het nieuwe Afsluitdijk Wadden Center bij Kornwerderzand komt. Ik weet het wel: er valt niks te beleven. Er zit miljoenen overheidsgeld in, maar geen beleving. Die was er wel in dat schitterende wegrestaurant, het mooiste van heel Nederland, bij het Vlietermonument halverwege, waar de Afsluitdijk in 1932 werd gesloten. Een juweel van de beroemde architect Willem Dudok. Dit in 1933 geopende kleine buffetrestaurant, een van de eersten volgens dat concept, en met de complete historie van de Zuiderzeewerken aan de muur, heeft de deuren gesloten. Wat wil je, als je vijftien kilometer verderop zo’n reus als ‘het Center’ ziet opdoemen. Het gaat om imponeren. Groot, groter, grootst. Dat geldt ook voor de windturbines in het IJsselmeer waar de bronzen Cornelis Lely, het brein van de Zuiderzeewerken, thans uitzicht op heeft. Het is maar goed dat hij zijn nek niet kan draaien. Ondertussen lijkt al het geld (€ 12 miljoen), dat 21 partijen (natuurorganisaties, (semi)overheden, energiebedrijven, erfgoedstichtingen en natuurlijk de provincie) in het project hebben gestoken, in datzelfde IJsselmeer te verdwijnen. De tekorten lopen op. Je kunt zo’n project maar beter aan de markt overlaten. Een overheid moet faciliteren, daar is een overheid voor. Niet ondernemen.
Behalve te worden ‘opgeleukt’ wordt de Afsluitdijk ook hoger. Twee meter zelfs. Hoger dus dan de voorspelde zeespiegelstijging van anderhalve meter. Wij moeten ons nu veiliger voelen, krijg ik te horen. Maar ja, die zee houdt toch niet op bij de Afsluitdijk?
Was het trouwens wel verstandig om onder zeeniveau te gaan wonen? Ik moest daaraan denken toen ik in Barcelona na twintig jaar weer een bezoek bracht aan de Sagrada Familia. Deze basiliek staat in mijn Top 5 van meest imposante bouwwerken die ik zelf ooit heb gezien, samen met bijvoorbeeld de verloren Inca-ruïnestad Machu Picchu hoog in de Andes in Peru, en de piramides van Gizeh. De bouw van de Sagrada startte in 1882 en moet in 2026, het 100ste sterfjaar van de architect Antoni Gaudi, zijn afgerond. Wat ik niet wist was waarom de basiliek 172,5 meter hoog is. Dat is al heel hoog, maar Gaudi wilde niet hoger. Dan zou de basiliek uittorenen boven de berg Montjuic bij Barcelona. Het zou van hoogmoed getuigen, vond Gaudi, als hij Gods constructie zou trotseren. Als devoot architect kende hij zijn plaats. Hoogmoed zie ik vandaag de dag overal. Laten wij ootmoedig het hoofd buigen voor Gods constructie en onderkennen dat je, als je bouwt beneden zeeniveau, misschien niet eens genoeg hebt aan een dijk van twintig meter hoog, ooit.
Het is een feest om alle rampscenario’s te vernemen en vooral de vele tegenstrijdige oplossingen die worden aangedragen om het klimaat naar onze hand te zetten. Van alle maatregelen die je kunt nemen om de hoge gasprijs te kunnen blijven betalen, miste ik er één: trek een trui aan. Ik bracht eens een bezoek aan Hans Smelik en Andries Stokking die in Franeker het rijksmonument ’t Coopmanshûs van 1746 bewonen. De mannen zaten lekker in het wol. Ja, zeiden ze, dat moet wel in dit huis als je je niet blauw wil betalen. Dat was twintig jaar geleden. Ze begrepen niet waarom niet meer mensen dat deden. Zo langzamerhand, toen ik kinderen kreeg, begreep ik het wel. Er liggen namelijk helemaal geen truien in de winkels!, zo bleek mij toen ik ‘winterkleren’ met hen ging shoppen. Dat is namelijk niet nodig met de thermostaat op een gerieflijke stand.
Het wordt ons allemaal ook wel erg comfortabel gemaakt. Een hoge energierekening zou wellicht goed zijn voor de mentale weerbaarheid van de homo erectus van vandaag de dag. Helaas, lauw kans. De overheid springt al bij voordat de rekening überhaupt op de mat ligt. De overheid laat niemand in de kou, behalve als je in de immense toeslagenwirwar eerst geld betaalt en het later terug moet krijgen. Want dan snapt Vadertje Staat het eigen ontworpen systeem namelijk zelf ook niet meer. Voor de rest: hou de hand maar op. Klimaatcrisis, gascrisis, financiële crisis, bouwcrisis, coronacrisis, de rijksoverheid schiet wel bij. In coronatijd nu al meer dan 80 miljard. Dat is nog eens een tsunami waar de financiële dijken volgens mij niet bestand tegen zijn.
De vraag is nu: word ik een modelburger? Ik heb namelijk het gevoel dat de overheid dat graag wil. Je moet een diploma halen wil je het gratis genoten openbaar vervoer niet terug te hoeven betalen. Je moet straks elektrisch rijden wil je met een snelheid van 130 over de wegen zoeven. Je moet een coronapas hebben wil je nog aan het maatschappelijk leven deelnemen. Ik zit in een kaartenbak en ik merk dat alle bestanden zijn gekoppeld. Van de weeromstuit ben ik weer geld gaan opnemen. Nog even en dan pakt de overheid ons contant geld ook nog af. Kun je niks meer ongezien doen. Ik raad u aan hetzelfde te doen. Denk er niet te lichtzinnig over.