In de horeca wordt ondernemerschap van je gevraagd. De lockdowns hebben dat weer eens aangetoond. Ga er maar aan staan: tot drie keer toe word je geconfronteerd met een sluiting of met beperkende maatregelen. Op het laatste moment. Voor voorbereiden heb je nauwelijks tijd. Je moet snel denken en handelen.
Velen denken dat nu de maatschappij weer open is dat het wel weer als vanzelf gaat in de horeca. Niet waar. Weer moet je als horecaondernemer anticiperen op deze situatie. Soms word je overvallen door overmacht. Is er voldoende personeel? De krapte op de arbeidsmarkt is flink toegenomen. Zie maar eens een bezetting te krijgen waarmee je verder kunt.
Een ander punt is: blijft de gast? Normaal gesproken wel als je kwaliteit en gastvrijheid biedt. Maar nu heeft ons land plotseling te maken met inflatie, met enorm gestegen energieprijzen en internationale onrust door de inval van Rusland in Oekraïne waardoor de financiële markten schommelen. Het bedrijfsleven heeft baat bij stabiliteit.
Met de inflatie hebben ook loonsverhogingen hun intrede gedaan. Als horecabranche moet je concurreren met de overheid die in de coronatijd behoorlijk royaal is geweest in de honorering op de priklocaties en voor het test- en traceerwerk voor de GGD’s. Daar kun je als restaurant nauwelijks tegenop. Daardoor is het moeilijker geworden jongeren en studenten aan je te binden. En dat is met name in het seizoen een belangrijke kweekvijver waaruit je moet vissen.
Wat recht overeind blijft staan is de centrale rol die de horeca in de samenleving heeft. Kijk naar de blijdschap van de mensen nu ze weer kunnen uitgaan, dineren, feesten, een terrasje pakken. De horeca is bij uitstek de plek waar je familie, vrienden, collega’s en relaties ontmoet. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de gast blijft komen. Maar de ondernemer moet wel een duizendpoot zijn om alle ballen in de lucht te houden. Enfin, dat is ook weer een uitdaging!
Tot slot dank ik alle gasten van Fryslân Culinair voor het vertrouwen.