Het opmerkelijkste Friese raadsnieuws kwam uit Achtkarspelen waar drie twintigers bellen en toeteren als het hun te langdradig wordt. Kennelijk laat burgemeester Oebele Brouwer het gezemel op z’n beloop. Dat ken ik van mijn eigen gemeente waar het doorschuiven van agendapunten naar een volgende vergadering vaste kost is. Ruimte geven aan debat is prima maar die ellenlange inleidingen met het bedanken van ambtenaren, de waardering voor ‘het stuk wat voor ons ligt’ en het uiten van algemeenheden draagt niet bij aan inhoudelijke benadering.
Harlingen, zo lees ik, wil in de krant. Dat willen we allemaal wel, zou de vorig jaar overleden bouwvakker Jelle Bouwhuis hebben gezegd. Het was zijn hilarisch stopwoord. Hij kon het elke dag en op elk moment gebruiken. Om in de krant te komen wil de gemeente een journalist inhuren. Door het oeverloze ouwehoeren voelen verslaggevers zich namelijk niet meer geroepen een vergadering bij te wonen. Eerder opponeerde Heerenveen deze gedachte. De door de overheid betaalde reporter werd als ‘onafhankelijk’ geprofileerd. Inmiddels is de watcher weer wegbezuinigd want er kwam natuurlijk niet een stuk in een krant of op een site omdat het verslag net zo saai was als de vergadering zelf.
Een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst. Zo luidt de indringende spreuk op het voetstuk van het standbeeld van Cornelis Lely bij het monument op de Afsluitdijk. Het volk is misschien een beetje stervende, want er wordt niet driftig meer gebouwd als gevolg van de stikstof waarvan wij denken dat de depositie ervan keurig binnen de lijntjes van ons Nederland valt. Satellieten registreren feilloos dat de stikstofconcentraties boven Londen, Birmingham, Hamburg-Bremen, Ruhrgebied, Hannover, Stuttgart, Antwerpen, Wallonië, Parijs, Tsjechië en Noord-Italië hier net zo neerdwarrelt als het Saharazand uit Afrika bij de juiste windrichting.
Wat wel wordt gebouwd zijn gemeentekantoren in Heerenveen en De Fryske Marren. Overal worden kantoorpanden getransformeerd tot woontorens door thuiswerken en minder personeel, maar de overheid blijft maar uitdijen. En al kun je er dikwijls een kanon afschieten, meer kantoorruimte schijnt nodig te zijn. In Joure heeft de gemeente aan de Appelwyk drie belendende beeldbepalende panden in eigendom die leegstaan of als opslagruimte worden gebruikt. Dat laat onverlet dat aan gemeentehuis Herema State een fors nieuwbouwgedeelte wordt geplakt.
In Heerenveen is het nog zotter. Daar voldoet een nog jong gemeentekantoor dat eind vorige eeuw op de plaats van de Schouwburg werd gebouwd, niet meer ‘aan de eisen van de tijd’ zoals het zo mooi heet. Dat is al verwonderlijk maar het werd nog vreemder: een prachtig, modern geoutilleerd kantoor in het complex van Sportstad Heerenveen werd door de raad afgewezen. Voor sloop en nieuwbouw op de huidige locatie achter Crack State werd gekozen. Het draait allemaal om prestige. Bij Sportstad had het mes aan twee kanten kunnen snijden. Immers, van Sportstad is de gemeente met sc Heerenveen mede-eigenaar. Voor beiden was het huisvesten van de gemeentelijke organisatie een boppeslach geweest. Want wat is Heerenveen nou verder? Sportstad, Thialf en sc Heerenveen, meer niet. Deze identiteitsdragers moet je dus een zo sterk mogelijk bestaansrecht bieden. Maar nee hoor, de raad wist het beter.
Bouwen is sowieso een heikel punt in gemeenten. De initiatiefnemers van Woonhof in Lemmer werden jaren aan het lijntje gehouden met hun woningbouwproject van gezamenlijk, sociaal en veilig wonen met een hofje centraal. Een prachtig idee, doch gesmoord in het ambtelijk moeras. De initiatiefnemers voelen zich misleid door de gemeente. Er zijn kosten gemaakt en in 2019 kreeg men nog geld voor verder onderzoek.
In Langweer ligt aan de Oasingaleane al tientallen jaren een woningkavel in het hart van het dorp. Eigenaren voelden nooit de behoefte om te bouwen. Tot de aannemersfamilie Brinksma de kavel kocht en er een soort boerderette op wil zetten in lijn met de vroegere boerderijtjes in de dorpskom. Echter, de welstand wil het niet. Er is grote behoefte aan woningen. Dus appeltje eitje, zou je zeggen. Niks hoor. De gemeente betwist de rechtsgeldigheid van de afspraken die warempel nog op band staan ook. En dan had het gesprek weer niet mogen worden opgenomen (dat mag wel!). Voor de zoveelste keer belandt de gemeente in een juridische, langslepende procedure, zoals men nu ook onder ede wordt verhoord inzake bouwplan Broek-Súd waar minder woningen worden gebouwd dan aanvankelijk de bedoeling was hetgeen de plannenmakers geld scheelt. Naar een oplossing wordt niet gezocht. Meteen gaan de hakken in het zand. De Fryske Marren gaat nooit naast de burger staan maar altijd tegenover, maakt een kwestie direct juridisch.
Dat was ook zo in de Ploegstra-zaak. Deze familie aan de Badweg in Rottum betaalde jarenlang gemeentelijke stroom voor onder meer een rioolpomp via het transformatorhuisje op hun erf. Dat had volgens de BAG-registratie van de gemeente één adres. In 2015 is het op twee adressen ingeschreven om het probleem op te lossen, maar het financieel leed was al geleden. De Ploegstra’s gingen van 35.000 naar 8.000 kilowattuur stroom per jaar maar vingen bot bij de gemeente om de kwestie af te handelen. Ze gingen ten onder in een kafkaiaans drama; de eenzame burger tegen een almachtige overheid. Ik schreef vorig jaar op deze plaats dat zoiets zijn tol gaat eisen omdat de stress door het onrecht niet te harden is. Inmiddels is Wiebe Ploegstra, nog maar 63 jaar, overleden. Doktoren tasten nog in het duister welke ziekte hem de kop heeft gekost. Terug op het gemeentehuis deed een raadslid van de Burgerpartij zijn beklag. Hem werd door CDA-fractievoorzitter Jan van Zanden toegebeten dat hij met zijn werk voor de familie valse hoop had gewekt. Dat mag niet, iemand hoop geven. Nee, je moet de burger laten stikken, zoek het maar uit. Waar zien we dat vaker?
Onlangs kreeg ik het gedragsprotocol voor raadsleden onder ogen. Er staat onder meer in dat wij niet geacht worden burgers te adviseren. Ik doe dat in mijn ombudswerk juist wel. Ik adviseer burgers desnoods een rechtszaak tegen de gemeente te starten als daar aanleiding toe is (en geld, en tijd). Omgekeerd zegt mijn gemeente regelmatig onverschillig tegen burgers: gaat u maar naar de rechter. Dat komt op hetzelfde neer. Ik onderteken het protocol niet, ik moet tenslotte mijn raadswerk kunnen doen zonder last of ruggenspraak.
Burgemeester Tjeerd van der Zwan van Heerenveen vindt het onjuist dat ik als stukjesschrijver raadslid ben omdat ik als raadslid een tegenmacht moet zijn. Wel, zo’n rol vervullen er maar weinig. Ik bovendien dubbel, want in mijn hoedanigheid als raadslid én als schrijvende criticus, kan ik de macht tweemaal zo sterk controleren.
Het mooiste nieuws uit de Friese gemeentepolitiek kwam uit Burgum (Tytsjerksteradiel). Daar schrapte men op voorspraak van een CDA-raadslid het woord vlootschouw uit de stukken. Leek te veel op het idioom uit de VOC-tijd. Moeten we ons nu ook al schamen voor de eerste multinational van de wereld? Een andere CDA’er, oud-premier Jan Peter Balkenende, niet de minste, sprak eens met gebalde vuist dat wij Nederlanders wat meer van de ‘VOC-mentaliteit’ moesten hebben. Dat waren nog eens tijden en CDA’ers zijn net als VVD’ers zichzelf niet meer. Gemeentepolitiek met een hele kleine g.
Maar nu even vlootschouw. Dit woord komen we jaarlijks tegen bij de opening van de Sneekweek. Dan wordt door de stadsgrachten een botenparade gehouden, een synoniem voor vlootschouw. Je schouwt (bekijkt) de vloot die zich presenteert. In Tytsjerksteradiel schijnt men niet zo taalvaardig te zijn. Ten eerste wordt het woord in de begroting in een verkeerde context gebruikt bij een opsommingslijst van materieel, en ten tweede wordt het woord verkeerd geïnterpreteerd. Alle reden om het door corona afgelaste eeuwfeest van de 101-jarige watersportvereniging Bergumermeer alsnog te vieren en luister bij te zetten met een vlootschouw…