Minder vlees eten, ik vind het geen straf, ben er al mijn hele leven mee bezig. Fijne groenten en kruiden geven voor mij de meeste smaak aan een maaltijd. Het gezegde vlees noch vis, waarvan je de betekenis kunt omschrijven als ‘vaag’, jargon van de jeugd van tegenwoordig, heeft voor mij een andere lading.
Maar van die anti-vleesmaffia word ik niet goed. Vlees is hartstikke lekker en hartstikke gezond. De schoolgaande jeugd wordt echter door het lerarenvolk opgevoed met de veronderstelling dat vlees eten dierenleed is en milieu-onverantwoord. Men weet helaas niet beter.
In de politiek hoor je soortgelijke geluiden. In Noord-Holland is het al zover dat reclame voor zuivel en vlees in bushokjes verboden is. De betutteling ten top. Jongeren groeien met deze alarmeringen op en overwegen op de Partij voor de Dieren te stemmen. Minder vlees eten is toch goed? Ja, zeg ik dan, dat is heel legitiem. Maar, voeg ik eraan toe, als de Partij voor de Dieren het voor het zeggen heeft komt er helemaal geen vlees meer op het bord. Die partij is zo radicaal dat men vleesconsumptie gaat verbieden. Dus als je vlees je lief is, weet dan wat te doen in het stemhokje, waar gelukkig (nog) geen posters hangen met anti-melk en -vleesleuzen.
En hoewel vegetarisch hip en trendy is, een restaurant zonder vlees en vis is als voetbal zonder bal: geen bal aan. Zeker in de specialiteitenrestaurants van Fryslân Culinair eet ik topgerechten met vlees en vis. Men weet waar het vandaan komt, waar de dieren hebben gegraasd en gezwommen, hoe ze zijn geslacht en bewerkt. Voeding boordevol smaak, mineralen en bouwstoffen. Ik laat me niks wijsmaken.
Albert van Keimpema